- 18 - De heer WALDER aegt hedenmiddag vernomen te hebben, dat bij de dezer dagen gehouden aanbesteding der rijloonen dat werk niet is gegund aan den ls,agsten inschrijver. Daar de consequentie van een aanbesteding meebrengt dat de gunning geschiedt aan den laagsten inschrijver, vraagt spreker waarom thans van dien regel is afgeweken De VOORZITTER deelt mede, da.t de gunning volgens artikel 202 heeft plaats gehad. B W zijn aansprakelijk voor den goeden gang va,n zaken en hebben daar bij de gunning dus rekening mede te houden. Wanneer uit de ingewonnen inlichtingen dan blijkt, dat de laagste inschrijver niet ten volle aan de te stellen eischen kan voldoen, dan zijn B W wel verplicht, met het oog oo den goeden gang van zaken, het bestede te gunnen aan den opvolgenden inschrijver, die wel tem volle aan de eischen voldoen kan. De heer WALDER vraagt of het niet ten volle kunnen voldoen aan de te stellen eischen door den laagsten inschrijver een kwestie van solvabiliteit betrof? De VOORZITTER antwoordt ontkennendWanneer de raad echter meer dere inlichtingen hieromtrent wonscht, is soroker bereid die in besloten vergadering te verstrekken. De heer WALDER gelooft niet dat zulks noodig is. Hij meent echter dat de twee opvolgende inschrijvers even hoog waren. Een van hen wat reeds enkele jaren de aannemer van dat werk en waar hij het altijd tot volle tevredenheid van het college gedaan had, rekende hij er nu zoo half en half ook wel op, dat het werk aan hem zou worden ge gund. Achteraf bleek dit niet het geval. Spreker vraagt, of het niet de gewoonte is bij twee gelijke inschrijvingen het werk te gunnen aan dengene, die het reeds jaren gedaan heeft. De VOORZITTER zegt dat in het door den heer Walder bedoelde geval volgens het reglement geloot moet worden, aan wien der beide in schrijvers de gunning zal olaats hebben. Dat is hier dan ook gebeurc De heer WALDER verklaart zich met deze inlichtingen tevreden. De VOORZITTER schorst dan de openbare vergadering om den raad in de gelegenheid te stellen in besloten zitting over te gaan. Ha heropening stelt de VOORZITTER aan de orde: II o. Mr.J.J.A.H.Houben. advocaat en procureur te Bredo..,„..Breda S December 19"57. Bericht inzake een door Mr.Blaupot ten Cate gedaan aanbod tot het treffen van een schikking in de procedure betref fende de rangregeling der hyootheek de Meulemeester Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt be sloten oio het door Mr.Blaupot ten Cate gedane aanbod in te gaan en in de volgende vergadering van den raad de formuleering der dading in een orae-advies schriftelijk vast te leggen. De VOORZITTER wenscht de leden dan een gelukkig uiteinde en een goed begin voor het nieuwe jaar, en schorst de vergadering hierna, tot Woensdagavond 8 uur.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 321