Ik -
Wethouder MEERBACH meent dat dit laatste voorstel van den heer
Scheffelaar de beste oplossing geeft. Z.ï. had een groot deel van
het nu gevoerde dehat achterwege kunnen blijven omdat hst voorstel
van B niets anders beoogt dan de goedkeuring van den raad te
verkrijgen om het bestaande pand beter verhuurbaar te maken door he
te verandoren in een beneden- en bovenwoning, en het verleenen van
het daarvoor benoodigde orediet. Men heeft zich nu in allerlei
details omtrent de wijze van uitvoering begeven, welke geheel tot
de competentie van B W behoort, en waarbij verschillende leden
zich, el of niet gerechtvaardigd, een brevet van bekwaamheid hebben
toegekend in het lezen van teekeningen. Te dien aanzien wil spreker
zich gerust een brevet van onbekwaamheid toekennen en eerlijk beken
nen, dat hij uit geen enkele van dergelijke teekeningen behoorlijk
wijs kan. Dat neemt echter niet weg, dat hij voldoende vertrouwen
stelt in den technischen dienst om aan behoorlijk toegelichte voor
stellen als deze zijn stem te geven.
De heer BECHT vraagt dan nog het woord, hetwelk hem door den_
Voorzitter niet wordt verleend omdat dan reeds in derde instantie
over deze aangelegenheid zou worden gesproken, hetgeen niet over
eenkomstig het reglement van orde is.
De heer BECHT zegt dan aan den raad toestemming te zullen vragen
om in derde instantie het woord te mogen voeren.
De VOORZITTER merkt op, dat men dan weer wel van voren af aan
kan beginnen.
Na eenig debat hieromtrent verkrijgt de heer BECHT het woord en
zegt dat de raad nu een uur omtrent deze aangelegenheid gedebatteei
heeft en het slot er van is dat nu blijkt dat aan den raad wel een
teekening omtrent de verbouwing is overgelegd, maar dat hij daar
eigenlijk niets mee te maken heeft.
De VOORZITTER zegt dat de zaak toch wel eenigszins anders is.
Hij verzoekt den heer Becht echter hierop thans niet verder door
te gaan en vraagt, of de raad kan goedvinden, dat overeenkomstig
het voorstel van B W wordt besloten met dien verstande, dat de
zaak eerst nog in de commissie van openbare werken zal worden be
handeld, speciaal voor wat betreft het verplaatsen van den kelder
ingang.
De heer KIEPE zegt uit de hier gevoerde besprekingen den indruk
te hebben gekregen, dat het voorstel niet voldoende is voorbereid.
Op grond daarvan zal hij dan ook tegen het voorstel van B W stem
men.
Het voorstel van B W, zooals dit door den Voorzitter is aan
gevuld, wordt hierna door den VOORZITTER in stemming gebracht en
aangenomen met 13 - k stemmen.
Voor stemden de heeren Meerbach,Schuyl,Musters,Walder,Verlinden,
ScheffelaarBekkerBroekmans,FrankenBoschmanv an Kaam,Krui ze en
de Moor.
Tegen stemden de heeren van Hal,Weijts,Kieoe en Becht.
XIII VOORSTEL TOT HET VERLEEKTEN VAN EEN SUBSIDIE VAN TM HOOGSTE
fJï<=>Q.— AAN HET CENTRAAL ORaNJE COMITgr~^LHIER.
(Verzameling 1937 nr.lëï.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
XIV ADVIES OP HET VERZOEK VAN HET CENTRa^L CRI.JE COMITa .QM_VRIJ-
STELLING VAN VERMAKELIJKHEIDSBELASTING TQOR^EJÏESTELIJÏHED,,
iiVELNE TER GELEGENHEID VAN DE TE VERWACHTEN BLIJDE GEBEURTENIS
IN HET PRINSELIJK GEZIN ZULLEN PLAATS VINDEN.
(Verzameling 1937 nr.165.
De heer KIEPE zegt zich met dit voorstel wel te kunnen vereeni
gen. Hij zou echter willen vragen, wat meer soepelheid te betrach
ten ten aanzien van het sluitingsuur bij de door de buurtvereeni-
gingen voor deze gelegenheid te orgoniseeren feestavonden. Bij de
viering van het Prinselijk huwelijk werd door de buurtvereeniging
waarvan spreker lid is, ook een feestavond gehouden in hotel de
Schelde, en precies 12 uur kwam de politie mededeelen, dat ge
ëindigd moest worden vanwege het sluitingsuur. Spreker hoopt, defc
de burgemeester er voor zal zorgen, dat dit met de viering van de
a.s. blijde gebeurtenis niet het geval zal zijn.
De VOORZITTER zegt het verzoek van den heer Kiepe aan den burge
meester te zullen overbrengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.