- 12 -
nemen. Het ie den raad waarschijnlijk niet bekend, dat ook spreker
bevoegd is tot het maken en lezen van teekeningen, omdat hij in het
bezit is van het diploma van waterbouwkundig opzichter.
Tenslotte wil spreker nog mededeelen, dat hedenmorgen bij open
bare werken een huurder voor het onderhavige pand geweest is, Daar
bij werden echter zoodanige eischen gesteld voor wat de verandering
en inrichting van het oand aangaat, dat daarop, mede in verband met-
den geboden huurprijs, naar sprekers meening niet kan worden in
gegaan. Ofschoon deze aanvraag nog niet in het college is geweest
en sprekers medeleden van het college er zelfs nog niets van wisten
omdat de aanvraag pas hedenmorgen ingekomen is, meende spreker dit
toch alvast ter kennis van den raad te moeten brengen. Spreker be
sluit net den raad te adviseeren het voorstel van B W aan te
nemen omdat daardoor de beste oplossing verkregen wordt.
De heer SCHEFFELAAR wil vooraf zeggen, dat, waaneer hij hier nu
scherper is dan men van hem gewoon is, zulks door den Voorzitter
is uitgelokt met zijn opmerking dat men in deze laatste vergadering
van dit jaar elkaar nog maar eens precies moet zeggen hoe de zaken
staan. Hu de Voorzitter toch begonnen is met besprekingen uit de
commissie hier naar voren te brengen, wil spreker daar wel op door
gaan en er op wijzen, dat hij bij de behandeling in de commissie
direct gezegd heeft, dat uit de overgelegde teekening niet wijs te
worden was en toch minstens een teekening van den bestaanden toe
stand overgelegd had moeten worden. Een dergelijke teekening was
echter niet gemaakt en de commissie kon zich daar dus ook niet op
oriënteeren. Aan den directeur, die de commissievergadering mee
maakte, is toen gevraagd om nadere inlichtingen in verband met de
gevaarlijke plaats, waar zich de keldBringang bevond. De directeur
deelde mede, zelf de teekening niet te hebben gemaakt en daaruit
ook niet te kunnen zien, of de kelder ingang op een andere plaats
kon worden gemaakt. Dat de heer Weijts de teekening dan ook niet
kon lezen, vindt spreker onder deze omstandigheden niets bijzonders
Eerst nadat ter plaatse een nader onderzoek was ingesteld, werd
een en ander voor de commissie duidelijker.
Spreker blijft van meening, dat het 't beste is om het voorstel
te renvoyeeren, mede met het oog op het feit, dat de kelderingang
voor de achterdeur te gevaarlijk is voor de bewoners, en die inga:
dus ergens anders zal moeten worden gemaakt. Spreker is niet voor
het renvoyeeren van het voorstel uit een oogpunt van dwarsdrijverij
ten opzichte van het college, maar enkel en alleen omdat hij dit
in het belang der gemeente acht en hij naar aanleiding van de hier
gevoerde besprekingen van meening is, dat een betere oplossing ge
vonden kan worden. Wat het maken van twee garages betreft, merkt
spreker nog op, dat dit plan niet van de commissie is uitgegaan,
maar van het college van B W.
De heer WEIJTS is blij, dat de heer Scheffelaar het eerst ge
antwoord heeft op hetgeen door den Voorzitter te dezer zake naar
voren gebracht werd, omdat daaruit gebleken is, dat ook de direc
teur van openbare werken de teekening niet kon lezen. Het is toch
bij een goede teekening een eerste vereischte, dat men daaruit
direct kan zien hoe de toestand is en hoe ze worden zal. Dat de
Voorzitter het diploma van waterbouwkundig opzichter heeft, wil
spreker graag aannemen, maar dat wil nog niet zeggen, dat hij daar
door een beteren kijk op teekeningen van bouwwerken als deze heeft
dan in de practijk werkzame aannemers, voor wie dit als het ware
dagelijksch werk is. Wanneer de Voorzitter meent hier scherp te
mogen zijn bij het maken van zijn opmerkingen, dan kan ook soreker
zulks. Men wil het hier nu wel doen voorkomen, alsof spreker er
een soort sport van zou maken om voorstellen van B W gerenvoy-
eerd te krijgen, maar men is er geheel naast wanneer men derge
lijke bedoelingen aan spreker toeschrijft. Wanneer spreker hier
met voorstellen komt, dan doet hij dat in het belang der gemeente
en het laat hem daarbij onverschillig, wat de kranten er over
schrijven. Naar sprekers meening zou een wethouder toch zeker
boven dergelijk krantengeschrijf moeten staan.
Spreker blijft van oordeel, dat van dit pand veel beter twee
afzonderlijke woningen kunnen worden gemaakt en dat de huuropbren -
daardoor verhoogd zal worden. Het doet spreker genoegen, dat twus
deskundigen als de heeren Scheffelaar en van Hal het in deze met
spreker eens zijn. Wat het lezen der teekening betreft, wil spre
ker nog opmerken, dat, wanneer het volgens den Voorzitter aan
spreker zou liggen, dat hij uit die teekening niet wijs kon, men