- 2 - dat het heele tekort van de rekening naar den kapitaaldienst wordt overgebracht. Spreker meent dan ook, dat om deze reden de rekening nu gevoeglijk voorloooig kan v/orden vastgesteld en in een volgende vergadering het rnooort kan worden besproken De heer WALDER merkt oo, ds.t in de wet ook is bepaald, dat de rekening 7 maanden na het einde van het dienstjaar aan den raad moet worden aangeboden. Ook daaraan ie niet de hand gehouden, even min als in vorige jaren. Spreker is er niet voor, om de rekening nu te behandelen, vooral ook omdat de voorzitter der commissie van onderzoek door een ongeval hier niet aanwezig kan zijn en spreker diens aanwezigheid bij de behandeling zeer zeker oo prijs stelt. 'Tanneer op het voorstel van den Voorzitter zou worden ingegaan, en de rekening nu voorloooig zou worden vastgesteld, dan is de raad daarmede o°k alle recht kwijt, We kunnen er dan later nog wel over oraten, maar terug komen op het besluit dat dan nu genomen zou worden, kunnen we dan niet meer, en daar voelt spreker niets voor. Er staan dingen in het rapport van de commissie en in het antwoord van B W, waarmede spreker het heelemaal niet eens is en daarom is spreker er niet voor om de rekening in deze vergadering voor— loopig vast te stellen. Wethouder MESR3ACK is het er mee eens, dat meermalen gestelde termijnen zijn overschreden. Hij wil er echter op wijzen, dat aan die overschrijdingen geen sancties verbonden waren, terwijl dat nu .juist bij deze voorloopige vaststelling der rekening wel het geval is. Dat is de groote moeilijkheid. Wanneer de rekening vandaag niet voorloopig vastgesteld wordt door den raad, dan verliest de raad het recht op beroep ten aanzien van de vaststelling van het verhoudingsoijfer ingevolge de wet op de financieele verhouding en moet genoegen genomen worden met hetgeen daaromtrent door anderen wordt bepaald. Bovendien zal de raad bij het nemen van een besluit overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter, niets doen wat hij niet te allen tijde kan verantwoorden, want ondanks het te ver wachten langdurige debat naar aanleiding van het rapport der com missie en het antwoord van B W, zal aan de rekening zelf toch niets te veranderen zijn. Theoretisch zal men mogelijk enkele ver anderingen kunnen aanbrengen door het overbrengen van posten van den gewonen dienst naar den kapitaaldienst, maar aan den feitelij ken toestand zal daardoor geen verandering komen. De heer KIEPE merkt op, dat behandeling van het rapport der oom missie ook wenschelijk kan zijn met het oog op de begrooting voor 1938. Wethouder MEERBACH zegt dat zulks mogelijk is, maar daarmede zal het tekort op de rekening niet veranderen. De heer KIEPE'meent dat door het overbrengen van posten naar den kapitaaldienst het tekort tooh kleiner kan worden. Wethouder MEERBACH zegt dat in feite het tekort op de rekening daardoor niet kleiner worden zal. De heer SCHEFFELAaR merkt op dat, als B W er zoo op staan, dat de rekening nog voor het nieuwe jaar door den raad voorloopig wordt vastgesteld, de vergadering van den raad dan maar enkele dagen vroeger gehouden had moeten worden. De wijze waarop men nu tot die voorloopige vaststelling wil komen, gaat naar sprekers meening niet op en doet het voorkomen, alsof de zaak er moet worden door gedreven. Spreker gelooft niet, dat de raad zich hiertoe zal leenei en acht het 't beste de vergadering voor enkele dagen uit te stel- X en Wethouder MEERBACH is het volkomen eens met den heer Scheffe- laar dat het beter was geweest, wanneer de vergadering van den raad'enkele dagen vroeger was gesteld, maar zooals de heer Schef- felaar weet, schrijft de burg«m»eeter de raadsvergaderingen uit en aangezien deze thans niet hier is, zitten wij nu met de moei- 1 x "1 lch-6 x d De heer SCHEFFELAAR gelooft niet dat ged.staten tegen uitstel ven enkele dagen bezwaar zullen maken, wanneer hun wordt me e— gedeeld hoe de zaken er precies bij staan. De heer BROEKMANS wijst er op, dat in de praktijk tooh geen gebruik wordt gemaakt van het beroepsrecht tegen de vaststelling ven het verhoudingscijfer, omdat dit altijd zoodanig wordt vas gesteld, dat beroep daartegen niet noodig was. Wat dit betreft c.urft spreker het er dan ook gerust op wagen om het vaststellen der rekening voor enkele dagen uit te stellen. ■.4SW

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 305