ff 'Li
VIJFTIENDE VERGADERING.
Vrijdag 31 December 1937> des namiddags twee uur.
Voorzitter: de heer Jos.de Moor, wethouder, waarnemend voorzitter.
Aanwezig de heeren P.F.van Kaam, B.Kruize, Jos.de Moor, Jac.van Hal,
J.B.Meerbaoh, Joh.Schuyl, S.A.Muetere, H.M.Walder, C.J.A.M.Verlin
den, M.J.Scheffelaar, J.P.Bekker, F.Broekmans, M.P.Franken, P.J.
Weijts, E.A.G.KieoeTh.Boschman, en G.Becht.
Afwezig met kennisgeving de heeren Burgemeester en Juten wegens
ziekte en van Hasselt wegens uitstedigheid
Secretarie: de heer J.A.vaa de Wouw.
De VOORZITTER ooent de vergadering en deelt mede, dat de huis
meester wegens ziekte verhinderd is deze vergadering bij te womi.
De heer SCHEFFELAAR vraagt het woord over de orde, en zegt ni-u
te weten, wat den burgemeester bewogen heeft om de raadsvergadering
op dezen dag uit te schrijven. Mogelijk dat hij gedacht heeft: eind
goed al goed, maar spreker ziet er met deze agenda van komen, dat
de vergadering vanmiddag niet klaar komt. Om vanavond terug te
komen, komt spreker en mogelijk meerdere andere leden niet gelegen
en daarom zou spreker willen voorstellen ofwel punt III van de
agenda af te voeren ofwel dat punt alleen te behandelen.
De VOORZITTER zegt dat hij met zijn mededeelingen nog niet klaar
was, en er nog aan moet toevoegen, dat van den heer van Hasselt
bericht van verhindering voor deze vergadering is ingekomen wegens
uitstedigheid en spreker zoojuist vernomen heeft, dat de heer Jut.
niet aanwezig kan zijn wegens een hem overkomen ongeval.
Wat het voorstel van den heer Scheffelaar betreft, zegt spreker
dat het niet mogelijk is om de behandeling van punt III van de
agenda uit te stellen, omdat de gemeenterekening over 1936 op z'n
laatst vandaag door den raad voorloopig moet worden vastgesteld.
De heer SCHEFFELAAR ie er dan voor, om alleen punt III vandaag
te behandelen.
De heer VERLINDEN zou liever gewoon met de agenda beginnen. Men
is dan zoo aan punt III en hetgeen dan om 5 uur niet afgehandeld
is, zou spreker tot de volgende vergadering willen aanhouden.
De heer BROEKMANS is het er mee eens, dat deze dag een heel
eigenaardige dag is voor een belangrijke vergadering als deze.
Spreker begrijpt dan ook niet, hoe de burgemeester er toe gekomen
is de vergadering op vandaag uit te schrijven. Er staan verschil
lende punten op de agenda, welke rustig behandeld dienen te worden
en cr niet mogen worden doorgejaagd. Vooral ook nu de burgemeester
verhinderd is en de heer Juten als voorzitter der commissie tot het
nazien der rekening niet aanwezig kan zijn voelt spreker er het
meeste voor, de behandeling van punt III aan te houden en de
overige punten der agenda nu af te werken. Spreker weet wel, dat
de rekening uiterlijk vandaag moet worden vastgesteld, maar als
men zoo precies aan die bepalingen wil houden, dan had die voor-
loopige vaststelling der rekening al voor eind November moeten
plaats hebben. Waar men «ich daar ook niet aan gehouden heeft, is
spreker van oordeel, dat nu nog wel even gewacht kan worden. Het
is z.i. hiermede juist als met de begrooting, die ook reeds vast
gesteld had moeten zijn, maar wat ook nog wel eenigen tijd op zxch
zal laten waohten. Om de zaak nu te gaan forceeren acht spreker
verkeerd en hij kan zich met een dergelijke behandeling dan ook
niet vereenigen.
De VOORZITTER zegt dat in de wet uitdrukkelijk bepaald is, dat
de rekening voor het einde van het jaar door den raad voorloopig
moet zijn vastgesteldDoet de raad dat niet, dan gebeurt het door
den commissaris der koningin. Naar sprekers meening zou er geen
overwegend bezwadr tegen bestaan om punt III van de agenda voor
vandaag af te voeren, wanneer de raad er dan tegelijk mee aoooord
gaat om nu de rekening voorloopig vast te stellen, zooale zij door
het college is aangeboden. Den kunnen tenminste de stukken weg, en
kan de raad in een volgende vergadering toch nog tot behandeling
van het rapport der commissie en het antwoord daarop van B w
overgaan. In dit verband wijst spreker er op, dat wel veel over
de rekening gepraat kan worden, maar er tenslotte toch niet veel
mee bereikt zal worden, omdat er niet veel aan te veranderen is.
Mogelijk zou een enkele post nog naar den kapitaaldienet kunnen
worden overgebracht, maar men zal daar niet veel mee winnen, omdat
voor de begrooting 193^ door ged»staten bereids is goed gevonden,