I - 2 - en zette deze aan de feestviering gloed bij. Onze burgerij heeft op prettige en aangename wijze deelgenomen aan de viering en zij, die de orde te handhaven hadeen, kregen wel ve-I drukte, maar een gemak kelijke taak, De wijze vrn medeleven van de ga he el e natie in het geluk van ene Torat-'nhuis voert tot de slot e om cl athoe versoheiden in politiek een volk ook moge zijn. rondom dn troon de na'ie zich nlsdan al s een eenheid schaart. Moge Let huwelijk van on.v2 prinses een zegen zijn voor Haar volk en voor Haar huis. De bevolking nam, alh-ewel niet zoo Bi;ork, toch bevredigend toe. In dit verband moge opgemerkt worden, dat de bedrijvigheid in de bouwvakken zich spoedig oo duidelijk zichtbare wijze afteekende; dot kon in 19 36 niet gezegd worden. De rioleering van den Antwerpschen straatweg zal dit jaar haar beslag krijgen, waardoor de Zuidelijke toegang tot de stad een gansci ander aanzien zal krijgen; alsdan zullen alle toegpngen tot de stad een uitnemend aanzien bieden, waarbij nog in gedachten mag gebracht worden het feit, dat het Stationsplein in zijn nieuwe gedaante met de nieuwe Stationsstraat nabij is. Het laatste woord zal op de laatste Vrijdagvergadering van deze maand door Uw college gesproken dienen te worden. Mijne Heeren, met deze weinige woorden wil ik volstaan. Er zal weer veel van Uwe krachten gevraagd worden dit jesr, geef die met blijmoedigheid in het belang van onze stad. De heer BOSCHMAN wil van deze gelegenheid gebruik maken om namens de R.K.fractie nogmaals een gelukkig nieuwjaar toe te wenschen aan den Voorzitter en diens gezin. De VOORZITTER stelt dan aan de orde punt I van de agenda: BEHANDELING VAN DE GELISENTSEE GROOT ING EN VAN DE FEGROOTINGEN DER GEMEENTEBEDRIJVEN VOOR HET DIENSTJAAR iqg7. (Verzameling 1936 nrs.138 159 en 170.) Voor de algemeene beschouwingen krijgt het eerst het woord de heer VSRLINDEN, die spreekt als volgt: Mijnheer de Voorzitter. De drukke dagen zijn voorbij en overeen komstig het verlangen van de meerderheid van don rand zijn we nu toch ge start om de begrooting voor het jaar 1937 "te gaan behandelen, Ik wil vooraf opmerken, dat de heeren die afwezig waren in het bij zonder dankbaar mogen zijn jegens hen, die voor het voorstel van den heer Kiepe in de vorige vergadering hebben gestemd, en achtera„f bezien is dat wel een verheugend feit, omdat thans ieder lid van den raad de gelegenheid krijgt, wanneer hij daar zin in heeft, om zijn meening te kunnen zeggen. Aanvankelijk vond ik het jammer, dat wij niet onmiddellijk na de Kerstmis de begrooting konden behandelen, omda,t we allen na het Kerstfeest nog de Kerstgedachte bij ons had den, zoodat ik hoopte, dat ook de debatten in die Kerstgedachten, dus in het teeken van den vrede zouden staan. Toen ik echter in de vorige vergadering twee leden van den raad als twee kemphanen tegen over elkaar za.g sta.an, wn,s ik van een kant maar blij, dat we niet aan de algemeene beschouwingen bezig waren. Ik ben nu echter weer bezield met een zeer goede gedachte omda.t we niet alleen staan aan het begin van een nieuw jaar, maar ook omdat nog bij ons allen zoo versch in het geheugen ligt het huwe lijksfeest van onze prinses, waarbij het Nederlandsche volk op zoo'n bijzonder enthousia.sto wijze heeft getoond trouw te zijn aan ons Vorstenhuis, daarmee denonstreerend den eerbied voor het gezag wa.t toch in ons land gelukkig nog is het Huis va,n Oranje, waarvan onze Prinses Juliana een telg is. Het deed mij goed te zien, dat ook de Bergen op Zoomsche bevolking dien eerbied voor het gezag openlijk demonstreerde. Aap ons, leden van den raad, om als gezag hebbend lichaam, de bevolking te toonen, dat wij zonder onderscheid deze vertrouwenspositie waardig zijn. Niets is funester wanneer in gezaghebbende kringen verantwoordelijke elementen elkaar steeds af breken door afbrekende critiek, want het eenige wat wij daardoor bereiken is, dat die eerbied voor het gezag bij de geheele burgerij da.a.rmede wordt geschaad, Oneenigheid, verdeeldheid, het heeft al zooveel ellende teweeggebracht; we behoeven in onze gedachten niet ver "te^u^ te gaan, doch slechts een blik te slaan over het afgeloopeT jaar 193b en dan kunnen we constateeren hoe het oude Europa schudt op zijn fundamenten, hoe gevaarlijke politieke elementen wa.chten op het gunstige moment om Europa in vuur en vlam te zetten, om volkeren tegen elkaar op te zetten. De VOORZITTER hamert en verzoekt den heer Verlinden liever bij de I

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 2