- 17 - zijn we dan verplicht die menschen tenslotte te steunen. Daar is nu eenmaal ingevolge de "bepalingen van de armenwet niet aan te ont komen. Spreker zou met meerdere voorbeelden kunnen aantoonen, dat het burgerlijk armbestuur geenszins royaal is bij het verstrekken van ondersteuning en het gebeurt herhaaldelijk, dat we de menschen die zich uit een andere gemeente hier gevestigd hebben en om onder steuning komen, een maand en soms meerdere maanden laten wachten. De heer WEIJTS merkt op, dat men ze maat 10 jaar moet laten wachten. De heer BEKKER zegt dat de menschen zich door het geregeld af- wijzen toch niet laten afschrikken, maar blijven terug komen, omdat ze weten dat we hen ingevolge de bepalingen van de armenwet tenslotte toch moeten helpen. Wanneer ze niet geholpen worden, weten ze spoe dig genoeg het adres van den minister en wenden zich tot dezen. De heer WEIJTS is van meening, dat de armlastigen van de buiten gemeenten niet zoo gemakkelijk naar hier zouden komen, wanneer ze hier niet zoo gemakkelijk geholpen werden. De heer BEKKER zegt dat hetgeen de menschen krijgen allesbehalve royaal is. Het is te weinig om er van te leven en te veel om er van dood te gaan. Dat het college van regenten niet te royaal met de gelden omspringt blijkt ook wel uit het feit dat, niettegenstaande het aantal armlastigen grooter is, het tot nu toe uitgegeven bedrag nog altijd lager is dan dat van vorig jaar. En niet alleen neemt het aantal armlastigen ieder jaar toe, maar ook de ziekenhuiskosten welke ten laste van het burgerlijk armbestuur komen, stijgen op een schrikbarende wijze. Do heer WEIJTS merkt oo dat men ze dan maar niet zoo spoedig naar het ziekenhuis moet laten brengen, en die menschen maar thuis moet laten verolegen. De heer BEKKER zegt dat het burgerlijk armbestuur daar mets over te zeggen heeft, en alleen maar in zulke gevallen te doen heeft wat de dokter voorschrijft. In verband met dit alles vreest spreker dan ook, dat het nu aangevraagde bedrag van f.10.000,— nog niet toe reikend zal zijn, vooral wanneer de minister z'h voornemen tot uit voering zal brengen om degenen, die nu aan den steun zijn en toe geen kans meer hebben om aan het werk te komen, van de steunver- leening over te brengen naar het burgerlijk armbestuur. Wethouder MUSTERS zegt altijd gehoord te hebben, dat door het burgerlijk armbestuur te weinig aan ondersteuning gegeven werd, maar vandaag heeft spreker hier een ander geluid daaromtrent ge hoord. Spreker wil daar direct aan toevoegen, dat het hem spijt dit hier in den raad te hebben moeten hooren. Hij veronderstelt, dat de heer ïïeijts toch ook een hart heeft. Het is als buitenstaander ge makkelijk om te zeggen stuur de menschen maar weg als ze om steun komen, maar wanneer men voor de werkelijkheid zit en overtuigd is, dat de menschen dien steun inderdaad hard noodig hebben, dan ge looft spreker ook van den heer Weijts niet, dat hij ze weg zou zen den of nog zou zeggen laat ze maar 10 jaren wachten. Dat door de buitengemeenten armlastigen worden afgeschoven is ook BPr^ers meenin°' en hij zou daarvan meerdere voorbeelden kunnen aanhalen, too hêS« B0iek« het meegemaakt, dat iemand, die aan den rand der_ gemeente woonde en bij het armbestuur van zijn woonplaats om on steuning kwam, van den betrokken burgemeester den raad kreeg om ma~r zoo gauw mogelijk naar Bergen op Zoom te verhuizen en daar om" steun te vragen. De man heeft dat gedaan en toen ^3 steun kwam en werd afgewezen, ging hij weer naar den burgeme s van ziin vorige woonplaats. Deze deelde hem mede, dat, nu de man in Bergen op Zoom woonde, die gemeente wettelijk verplic a te steunen. De burgemeester gaf hem daarop het ajres mJet ter met het advies daarheen te schrijven. Ook dat gebeurde en e gevolg was, dat er al spoedig bij het burgerlijk armbestuur bericht kwam dat we ingevolge de wet verplicht waren dien man Daeu is eenvoudig niSte tegen te doen zegt spreker Men behoeft heusch niet te denken, dat het armbestuur zoo royaal is. Natuurlij! zijn er wel eens gevallen, dat de steun verkeerd terecht komt, maai dit kan nooit geheel voorkomen worden. Er wordt zooveel mogelij gecontroleerdook door de regenten zelf en er wordt niets gegever ook door spreker als voorzitter niet, zonder overleg met de regen ten, En daar het college van regenten door den raad benoemd wordt en daarin de geheele gemeente als het ware vertegenwoordigd is, gelooft sorekfr toch wel, dat daar vertrouwen in gesteld kan worder.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 299