Wethouder MUSTERS merkt oo, dat het voorstel tot het rooien der
hoornen van het Geertruidaolein niet door den raad werd aangenomen
omdat de raad wilde weten welke hoornen weg gingen. Soreker "blijft
echter van meening, dat de verbetering van het Geertruidaolein door
den raad werd goedgekeurd.
De heer SOHUYL vindt het jammer, dat de hegrooting van de cen
trale werkplaatb niet eerder in de oommissie behandeld is kunnen
worden, waardoor een en ander tijdiger aan den raad had kunnen
worden voorgelegd. De moeilijkheden, welke de heer scheffelaar aan
haalde uit den tijd, toen hij nog wethouder van sociale zaken was,
bestaan inderdaad nog. Wat het terug loooen van het aantal deel
nemers gedurende den zomer betreft, merkt soreker op, dat dit een
scizoensomstandigheid is, en een vrijwel overal geregeld terug-
keerend verschijnsel. Dat de wethouder het initiatief genomen heeft
om de jongens aan te scoren tot deelname aan den our sus, verheugt
spreker, evenals het daardoor bereikte resultaat, dat het aantal
deelnemers is toegenomen. Er kunnen er echter nog veel meer komen.
ïïr.t de verbetering van het Geertruide.plein betreft, gelooft
spreker, dat de laden, die van oordeel zijn dat daaromtrent nog
geen besluit door den raad genomen is, kort van memorie zijn.
Spreker wijst er op, dat door den raad wel degelijk in principe
tot bedoelde verbetering besloten is, tegelijk met de verbetering
van enkele andere pleinen, welke werken door jeugdige werkloozen
zouden worden uitgevoerd.
Do heer VERLINDEN merkt op, dat zijn memorie nog zeer goed is.
Dat de raad in principe besloten heeft tot verbetering van het
Gcertruidaplein, ontkent spreker niet, maar de definitieve beslis
sing is aangehouden totdat het plan betreffende de wijze van ver
betering aan den raad zou zijn voorgelegd.
De heer SCHEFFELAAR is het hiermede eens.
Wethouder MUSTERS wijst er op dat dan alles weer in de war loopt
omdat men dan niet kan beginnen.
De heer JUTEN is van meening, dat nu tooh niets gedaan kan wor
den. Soreker stelt er ook prijs op eerst het plan der verbetering
te zien teneinde te weten hoe de toestand daar zal worden.
De VOORZITTER zegt toe, dat het plan betreffende de verbetering
van het Gcertruidaplein alsnog aan don raad zal worden voorgelegd.
Overigens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
IV. VOORSTEL TOT GOEDKEURING VAN DE WIJZIGING DER BEGROOT ING VAN
HET ËÜRGERLIJK ARMBESTUURITOOR HST JAAR 19Z7 EN TOT TOEKENNING
VaN EEN AANVULLEND GEWOON SUBSIDIS VAN f.10.000,
(Verzameling 1937 nr.153.)
De hter WEIJTS heeft gezien, dat het burgerlijk armbestuur weer
om een aanvullend subsidie van f.10.000,komt. Spreker is er een
voorstender van, dat de menschen die het werkelijk noodig hebben,
zoo goed mogelijk gesteund worden, maar wanneer spreker regelmatig
nieuwe vreemde gezichten naar het armbestuur ziet trekken, van
menschen dus, die nooit hier gewoond hebben, dan vraagt hij zich
toch af, of we hier niet te royaal zijn en hier niet langzamerhand
een premie gesteld wordt op het vestigen van armen in onze gemeente-
Het lijkt wel of deze menschen speciaal naar hier gekomen zijn om
dat er hier een behoorlijk georganiseerde armenzorg bestaat. Naar
sprekers meening gaat het niet aan om behoeftigen uit de buiten
gemeenten, die naar hier komen, maar direct te ondersteunen en
behooren de noodige maatregelen te worden getroffen om die men
schen weer kwijt te raken, daar men anders steeds meer geld voor
ondersteuning noodig zal hebben.
Do heer JUTEN wijst er op, dat volgens de toelichting het bur
gerlijk armbestuur voor 1937 nog f.10.000,te kort zal komen.
Gezien hot bijna verstreden jaar, is dat bedrag dus nog noodig
voor vier weken, hetgeen dus neerkomt op f.250Orper week.
Spreker kan zich niet voorstellen, dat dit juist zou zijn en hij
zal daaromtrent gaarne nader worden ingelicht.
De heer BEKKER merkt op dat, als men zelf geen regent van het
burgerlijk armbestuur is, het dan ook niet te verwonderen is, wan
neer men, zooals de heer Weijte, in deze maar slecht op de hoogte
is, en opmerkingen maakt, waarmede men anders zeker niet naar
voren zou zijn gekomen. Het is inderdaad juist, dat meerdere werk
loozen uit andere gemeenten naar hier komen, maar daar kan het
burgerlijk armbestuur niets tegen doen. Aan de hand van de wet