- li*- -
De heer SCHEFFELAAR had hieromtrent ook een opmerking willen
naken. Hij acht het v;el wenschelijk de hierom betrekking hebbende
atukken alsnog in de kast om de leeszaal ter inzage te leggen*
De heer JUTEN wijst er om, dat deze gronden voor een groot deel
uit water bestaan. Ook in verband met de opbrengst is er z.i. geen
reden om deze gronden hooger te schatten.
Wethouder DE MOOR meent dat de waalde nooit precies bemaald kan
worden. Hij merkt nog om, dat er geen enkele reden is om de waarde
vami die gronden te drukken.
De heer JUTEN: Ma,ar ook niet om die waarde steeds om te voeren.
De VOORZITTER is va,n meening dat, waaneer de raad in deze eenige
verandering wil brengen, eerst de verordening gewijzigd zal moeten
worden
c Bestuur van de Noord-Brabantsche R .K. Blindenzorg-vereeniging
"St.Antonius van Padua". gevestigd te Velt». Velp ongedateerd..,..
Toezending van het jaarverslag over 193^
Zonder hoofdelijke stemming worden de stukken a - c voor kennis
geving aangenomen. TTT_,m
IIVASTSTELLING VAN HET Ze KOHIER DER HONDENBELASTING VOOR HET.
DIENSTJAAR 1937.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordtover
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, het kohier
vastgesteld ten bedrage van f.128,
III. VOORSTEL TOT HST VASTSTELLEN VaN DE BEGROOTING DER CENTRAL*.
WERKPLAATS VOOR JEUGDIGE WERKLOOZEN UIT DE GEMEENTE BERGEN-,
ÜP-ZOOM VOOR HET JAaR 1918.
Verzameling 1937 nr.155.
De heer WEIJTS vraagt of ook dit munt niet beter bij de begroo
ting voor 1938 behandeld kan worden?
De heer VERLINDEN had zulks juist willen voorstellen..
De heer SCHUYL merkt op, dat de vraag om dit punt bij de begroo
ting te behandelen, zeer zeker verklaarbaar is, maar men dient er
rekening mee te houden, dat door den minister bemaalde voorwaarden
ten aanzien van de centrale werkolaats gesteld zijn, en een daar
van is, dat de begrooting vóór een bemaald tijdstip moet zijn in
gediend, Wanneer daaraan niet wordt voldaan, vervalt de subsidie.
Daar de gemeentebegrooting nu pas in Januari zal worden behandeld,
en de termijn voor inzending der begrooting van de centrale werk
plaats dan is verstreken, zal de behandeling van deze laatste niet
kunnen worden uitgesteld, wanneer men de Bubsidie niet wil derven.
De heer WEIJTS vindt het jammer, dat bij de ter inzage gelegde
stukken niet een staat was betreffende de werkelijke uitgaven over
1936. Als spreker het zich goed herinnert, was de begrooting van
vorig jaar ruim f.7000,terwijl de begrooting nu om een bedrag
van f.11250,is gebracht. Smreker vraagt of die verhooging noo-
dig was in verband met toename van het aantal leerlingen cf zijn
de onkosten hooger geworden?
De heer VERLINDEN zegt dat het ook hem bevreemd heeft, dat de
begrooting nu zooveel hooger is dan vorig jaar, terwijl het aantal
deelnemers aan den cursus toch lager is. Wat de werkobjecten be
treft, welke men door de jeugdige werkloozen wil doen uitvoeren,
vraagt smreker, of enkele daarvan niet overbodig zijn? Zoo heeft
smreker gezien, dat het in de bedoeling ligt weer een twhtigtal
banken te doen vervaardigen, maar hebben B ff al overwogen, of
er nog wel plaatsingsmogelijkheid voor die banken is, gezien de
uitbreiding welke het aantal banken in het park en langs de mlau£~
soenen reeds ondergaan heeft. Smreker heeft ook gezien, dat bij
de werkobjecten is opgenomen de verbetering van het Geertruida-
plein. Indertijd is echter door den raad besloten die verbetering
aan te houden tot B W een uitgewerkt plan daaromtrent aan den
raad zou hebben voorgelegd, zoodat de raad precies zou weten hoe
het Geertruidaplein worden zou.
De heer SCHEFFELAAR had bij de ter inzage gelegde stukken graag
een rapmort gezien omtrent hetgeen in 193^ in de centrale werk
plaats is gedaan. Wat de begrooting betreft, merkt spreker om, dat
daarop een most is uitgetrokken voor 3 werkmeesters, doch het ia
hem bekend, dat er om het oogenblik maar eén werkmeester is. Te
dien aanzien zou de begrooting dus verlaagd kunnen worden. Naar
sprekers meening wijst dit ook om een geringe animo bij de jeug
dige werkloozen. Toen spreker nog wethouder van sociale zaken was
heeft men wel eens gezegd, dat er voor de centrale werkplaats zoo
weinig animo was, omdat de organisaties daarbij niet voldoende