- 11 "behoeve van den "beiaard te doen smelten, later nog niet in openbare vergadering medegedeeld? De ingezetenen hebben naar sprekers meening toch het recht om te weten wat er met de klokken van de gemeente gebeurt. Spreker is er van overtuigd dat, wanneer men met deze zaak niet zoo geheimzinnig was geweest, maar alles aan de groote klok had gehangen, een groot deel der bevolking er meer sympathiek tegen over zou hebben gestaan. De heer WALDER had wel verwacht, dat over dit voorstel door enkele leden bemerkingen zouden worden gemaakt. Hij wijst er op, dat in de aangehaalde besloten vergadering wel degelijk de beiaard is aangeboden en met algemeene stemmen aanvaard. De kosten welke volgens het thans gedane voorstel gemaakt moeten worden voor de plaatsing van den beiaard, vallen spreker niet tegen. Spreker wil nier gaarne hulde brengen aan den burgemeester voor het door dezen sis particulier genomen initiatief om weer een beiaard in den stads toren te krijgen en diens onvermoeide pogingen om het zoover te krijgen dat die beiaard het volgend jaar hier al spelen zal. Door applaus betuigt de raad zijn instemming met de woorden van den heer Walder. De heer VERLUIDEN is het er mee eens, dat het aanbieden en aan vaarden van den beiaard reeds heeft plaats gehad in de meerbedoeld- besloten vergadering. De heer BEKKER is het daar ook mee eens. De heer VAN KAAM wil er, naar aanleiding van de opmerking van den heer Weijts betreffende den laagsten inschrijver bij de gehouden aanbesteding op wijzen, dat z.i. de heer Bakx er niet verstandig aan doet dit werk zelfstandig aan te nemen. Voor wat het werk zelf betreft, is dat meer smids- dan timmerwerk en kan het grootste deel van het werk dus door den heer Bakx zelf worden gedaan. Wanneer dan zijn onder-aannemer voor het timmerwerk goed is, dan gelooft spre ker niet dat er eenig bezwaar tegen kan zijn om het werk aan den la-agsten inschrijver te gunnen. De heer SOHEFFELAAR is van oordeel, dat de aannemers er zelf de schuld van zijn, dat dingen kunnen gebeuren als nu bij deze aan besteding is voorgekomen. Overigens vindt spreker het geenszins onjuist, dat een smid hier de laagste inschrijving heeft gedaan, omda.t het werk voor 2/3 uit srnidswerk bestaat. Wat de aanschaffing van het nieuwe uurwerk betreft, is spreker van meening, dat dit niet alleen noodig is voor het carillon, maar ook al zou dit laat ste er niet gekomen zijn, dan zou men toch tot aanschaffing van een nieuw uurwerk hebben moeten overgaan, omdat het oude geheel ver sleten is, ondanks de kosten welke er enkele jaren geleden aan besteed zijn om het weer in orde te brengen. De heer VAN HASSELT wil de reeds eerder door hem gestelde vraag betreffende eventueel nog te verwachten kosten in verband met den beiaard, nader preciseeren. Daarom vraagt spreker of er buiten het geen thans aan den raad is voorgesteld, geen ao- of dependenties in verband met het klokkenspel meer te verwachten zijn door den raadzoodat de raad dus met het aannemen van dit voorstel verder ven alle kosten ten aanzien van den beiaard af is? De VOORZITTER zegt dat hij in besloten vergadering daaromtrent wel nadere mededeelingen wil doen. Spreker kan wel zeggen, da.t van hem te dezer zake geen verdere voorstellen meer te verwachten zijn. De heer VAN HASSELT merkt op, dat die voorstellen dan nog wel van het college kunnen komen. De VOORZITTER zegt dat ook dit niet in de bedoeling ligt. Iets anders is het natuurlijk, wanneer de raad zelf met voorstellen hieromtrent naar voren zou komen. Wethouder DE MOOR zegt dat het hem genoegen heeft gedaan dat c!en Voorzitter hier hulde is gebracht voor het werk, dat hij in deze gedaan heeft. Dat aan den anderen kant enkele stemmen zijn opgegaan, die trachtten het te doen voorkomen als zou deze zaak niet op de juiste wijze zijn behandeld, vindt spreker niet juist. Hij wijst er op, dat zich thans een mooie gelegenheid voordoet om voor de gemeente iets terug te krijgen, wat jarenlang gemist is. Da.t behoeft de gemeente geen cent te kosten, tehalve dan natuur lijk de noodzakelijke kosten voor de plaatsing van den beiaard. Verschillende van die kosten zouden echter te eeniger tijd toch gemaakt moeten worden voor de instandhouding van den toren. Er is over deze kwestie al veel gepraat en geschreven, zegt spreker, en er is daarbij gezegd, dat deze zaak niet goed zou zijn voorbereid

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 293