v: ven haar bedrijf. Op grond van die overwegingen hebben B W er ten slotte in toegestemd om de cautie te laten vervallen, temeer daar het ooieveren in den oorsprenkelijken staat tengevolge van de nu aan te brengen verbouwingen toch niet meer verplichtend kon worden gesteld en op het onderhoud van het gebouw van gemeentewege zooveel toezicht kan worden uitgeoefend als men zelf wil. Het is spreker overigens bekend, dat het onderhoud niet wordt verwaarloosd en er steeds direct aan voldaan wordt, wanneer op een of ander wordt ge wezen, Waar bovendien 80% der werknemers in dit bedrijf uit onze eigen gemeente zijn, meent spreker dat getracht moet worden dit be drijf hier te houden en zou hij den raad dan ook willen aanraden het voorstel van B W aan te nemen. De VOORZITTER zegt tesamen met den wethouder van openbare werken een bespreking met de huurster gehad te hebben, waarbij getracht is er voor de gemeente alles uit te halen wat er uit te halen was. Het handhaven van de waarborgsom was voor de huurster echter een onover komelijk bezwaar en daarom hebben B W dan ook gemeend die voor waarde te moeten laten vallen. De heer JUTEN zegt geen tegenstander te zijn van deze verhuring, integendeel. Hij maakte zijn opmerking slechts met het oog op de mogelijkheid, dat bij het eindigen der huur, het gebouw in een desolaten toestand zou worden opgeleverd en er dan geen verhaal meer zou zijn door het ontbreken van een waarborgsom. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. XI, VOORSTEL TOT HET VERLEENEN VAN EEN OREDIET a. VOOR HET AANBRENGEN VAN QALMBORDEN INT EN HET TREFFEN VAN VERDER NOODIGE VOORZIENINGEN *AN DEN STADSTOREN IN VERBAND MET DE VOORGENOMEN PLAATSING VAN EEN BEIAARD; bVOOR HET AANSCHAFFEN EN PLAATSEN VAN EEN ELECTRISOH UURr- WERK IN GENOEMDEN TOREN EN OP HET Z.G.SPUIHUIS.. (Verzameling 1937, nr.l5l7T De heer WEIJTS vraagt, of met dit voorstel nu eigenlijk niet op de zaak vooruit geloopen wordt? Er is hier nu een voorstel tot het treffen van voorzieningen aan den stadstoren in verband met de voor genomen plaatsing van een beiaard, terwijl deze laatste nog niet eens aan de gemeente is aangeboden. Spreker weet daar tenminste niets van. Meerdere leden merken op, dat die aanbieding al lang heeft plaats gehad- De heer WEIJTS zegt daar toch niets van te weten. Meerdere leden: In besloten vergadering. De VOORZITTER zegt dat inderdaad ongeveer 4 maanden geleden in een besloten vergadering de beiaard aangeboden is en met algemeene stemmen door den raad werd aanvaard. De heer WEIJTS kan zich van die aanbieding niets herinneren. Hij weet heel goed, dat in die vergadering gesproken is over enkele kleine veranderingen, welke aan den toren moesten worden aangebracht, alsmede over twee klokken, welke gesmolten moesten worden en over het leggen van een betonnen vloertje, maar spreker weet niets van een aanbieden en aanvaarden van den beiaard in die vergadering. Daarom maakte soreker ook de oomerking, dat met dit voorstel op de zaak vooruit geloopen wordt. Immers, voordat voorzieningen voor de plaatsing van den beiaard getroffen worden, moet deze toch eerst zijn aangeboden en zal de raad toch precies moeten weten welke kosten een en ander zal meebrengen. Zooals de zaak thans_staat, vreest spreker, dat er telkens nog iets bij zal komen. Hij zou daar om willen vragen of de gemeente, voor wat de kosten betreft, er met dit voorstel nu geheel en al van af is? Of komen er later nog meer dere kosten bij, zooals voor het bespelen e.d. en voor een beiaar dier? De heer KIEPE merkt op, dat de beiaard toch niet uit zichzelf speelt De heer WEIJTS merkt op, dat toch ook jaarlijks een bedrag zal moeten worden uitgetrokken voor het onderhoud, en men kan nu wel zeggen, dat zulks allemaal van later zorg is, maar naar sprekers meening is het veel beter, wanneer de raad tevoren weet welke con sequenties het aanvaarden van den beiaard voor de gemeente mee brengt Wat de gehouden aanbesteding betreft, merkt spreker nog op dat hij tegen den persoon van den laagsten inschrijver geen enkel be zwaar heeft, maar het niet juist vindt het werk aan dezen te gun nen, omdat dit naar sprekers meening voor een groot deel buiten

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 291