aan den noordsingel.
- 8 -
Wethouder MUSTERS wijst er ot>, dat het college van B ff niet voor
het inwilligen van het verzoek der "bewoners van de Lievevrouwestraat
was omdat volgens het reeds eerder ongemaakte plan daar een ander
groot werk aan verbonden was. Spreker vreest dat, wanneer nu de
trottoirs in de Lievevrouwestraat toch worden gelegd, men in verband
met de hierdoor vrijkomende materialen vandaag of morgen toch weer
met dat andere plan naar voren zal komen.
Je heer WALDER vindt zulks niets erg, omdat er nog werk genoeg te
gebruiken is zoolang er nog zooveel werkloozen zijn.
Wethouder DE MOOR wil, naar aanleiding van de opmerking van den
heer Lusters, mededeelen, dat de aanleg van trottoirs in de Lieve
vrouwestraat verband hield met de verbetering van de Groote Markt en
Viscnmarkt. D« vrijkomende blauwe steentjes uit de Lievevrouweetraat
zouden daarvoor dan worden gebruikt. In verband met den financieelen
toestand der gemeente heeft het college dat plan laten rusten. De
kosten van f.20.000,welke de heer Kieoe noemde, hadden op bedoeld
plan betrekking. Wanneer men echter alleen het leggen van trottoirs
in c.e Lievevrouwe straat neemt, dan zijn de kosten daarvan f.6400,
De heer JUTEN kan zich niet voorstellen, dat de geheele verbete
ring van de Lievevrouwestraat, dus trottoirs en bestrating, slechts
f.6400,zou kosten. Spreker herinnert zich, dat volgens het door
den heer de Moor bedoelde clan, de blauwe steentjes vervangen moesten
worden door Zweedsch granietkeien en als men dan ziet, hoeveel keien
dan. noodig zullen zijn, dan komt spreker het bedrag van f.6400,
heel laag voor. Hij gelooft dan ook dat, als de raad op dat bedrag
door zou gaan, men straks de rekening onder in den zak zal vinden.
Wethouder MEERBACH zegt de nu gevoerde besprekingen aldus te heb
ben opgevat, dat de raad zich in principe voor den aanleg van trot
toirs in de Lievevrouwestraat heeft verklaard, waarbij het dan de
bedoeling is, dat in de volgende vergadering B W met een uitgewerkt
voorstel hieromtrent bij den raad komen.
De heer JUTEN zegt zich daarmede te kunnen vereenigen, en gelooft
wel, dat men dan zien zal dat de kosten heel wat meer zullen bedragen
fat de trottoirs aan den Antwerpschenstraatweg betreft, informeert
spreker nog naar de daarvoor van de provincie benoodigde vergunning.
Wethouder DE MOOR is van meening dat geen nieuwe vergunning be
hoeft te worden aangevraagd, daar het aanleggen van deze trottoirs
een voortzetting is van het indertijd reeds aangevangen werk, waar
voor toen reeds vergunning werd verleend.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna,voor wat de trottoirs
aan den Antwerpschenstraatweg betreft, besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders, en voor wat het leggen van
trottoirs in de Lievevrouwestraat aangaat, in principe besloten
hiertoe over te gaan, met dien verstande dat in de volgende vergade
ring een uitgewerkt plan met kostenbegrooting betreffende dit werk
aan den raad zal worden voorgelegd. TT_
X. VOORSTEL TOT VERHURING VAN DE VOORMALIGE OPENBARE LaGERE SCHOOL
(Verzameling 1937 nr.150.)
De heer JUTEN heeft gezien, dat de verplichting tot het stellen
van een waarborgsom thans is vervallen. Spreker heeft daar betrek
kelijk wel geen bezwaar tegen, maar wil er toch op wijzen, dat die
waarborg niet alleen diende voor een richtige betaling der huur,
maar ook voor een behoorlijke oplevering van het gebouw wanneer de
huurder er eens zou uitgaan. Met het oog daarop was het naar spre
kers meening toch wel wenschelijk een waarborgsom te hebben.
De heer SCHEFFELAAR merkt op, dat de cautie diende om bij het
eindigen der huur het gebouw weer in den oorsoronkelijken staat op
te leveren. Daar deze laatste bepaling nu vervallen is, is spreker
het er mee eens, dat ook de cautie vervallen kan.
Wethouder DE MOOR zegt dat het gemeentebestuur zoolang mogelijk
vastgehouden heeft aan den eisch dat de cautie moest blijven, maar
in verband met de betrekkelijk groote uitgaven welke de huurster
aan de verbouwing ten koste zal moeten leggen, was er van die zijde
overwegend bezwaar tegen het handhaven van de cautie. Deze zaak is
in de commissie van openbare werken uitvoerig besproken en daarbij
werd ook overwogen, da.t door de verbouwing, welke de huurster zal
laten uitvoeren, de gemeente later, wanneer de tegenwoordige huur
ster het niet meer noodig zal hebben, een behoorlijk terrein ter
beschikking krijgt. Er moest ook rekening worden gehouden met het
feit, dat de tegenwoordige huurster van meerdere zijden, ook uit
andere gemeenten voordeelige aanbiedingen kreeg voor het overbrengen