- 16 -
De heer FRANKEN kan er zich wel mee vereenigen om de subsidie
te verhoogen tot f. 600,maar zou voor de verdeeling liever de
verhouding van 3 aanhouden, zoodat het dan wordt f.150,en
f.^50,—
De heer BROEKMANS wijst er op, dat het centraal genootschap voor
wat de uitzending van zwakke kinderen betreft, in deze gemeente het
pionierswerk heeft gedaan. Dat er thans een Katholieke vereeniging
komt, die de verzorging der Katholieke kinderen ter hand wil nemen,
kan vanzelfsprekend niet anders dan sprekers goedkeuring hebben,
maar men moet daarbij niet vergeten, dat het centraal genootschap
voor het werk, dat het jaren en jaren tot iedere tevredenheid heeft
gedaan, ons aller dank verdient, ook van vele Katholieke gezinnen,
wier kinderen er door geholpen werden. Spreker zou het dan ook ver
keerd achten het centraal genootschap nu te gaan uitschakelen, het
geen practisch gebeuren zal, wanneer men het een dergelijk gering
bedrag aan subsidie geeft, dat aan de bestaande behoefte niet meer
kon worden voldaan. Spreker zou de subsidie willen verhoogen tot
f,600,maar de verdeeling van dat bedrag willen regelen naar
rato van het aantal uitgezonden kinderen per jaar. Het is naar
sprekers meening toch heel goed mogelijk, dat er Katholieke gezinnen
zijn, die hun kinderen liever blijven toevertrouwen aan het centraal
genootschap, omdat dit al zoo lang die verzorging tot hun tevreden
heid op zich genomen heeft.
De VOORZITTER acht een regeling als de heer Broekmans wil, ver
keerd, omdat zulks aanleiding zou kunnen worden tot een wedren tus-
schen beide vereenigingenwie de meeste kinderen per jaar zal uit
zenden
De heer BROEKMANS gelooft niet dat zulks het gevolg van een der
gelijke regeling zou zijn. Overigens was het slechts zijn bedoeling
er op te wijzen, dat, wanneer blijken mocht, dat ook Katholieke
kinderen nog door het centraal genootschap worden uitgezonden, daar
voor dan alsnog een bijdrage aan dat genootschap behoort te worden
gegeven
De heer BEKKER meent dat de raad slechts heeft te bepalen, welke
vereenigingen voor de subsidie in aanmerking komen, waarna dan de
verdeeling der subsidie aan B W kan worden overgelaten.
De heer BECHT merkt op dat, wanneer een kind ziek of zwak is,
niet gevraagd moet worden of het Katholiek of Protestant is, maar
of het verpleging noodig heeft, en wanneer dat het geval is, moet
het geholpen worden. Zoo is het ook altijd gebeurd door het centraal
genootschap, waaraan hier van alle kanten lof is gebracht voor het
verrichte werk, Wanneer iets goed is, zegt spreker, dan moet men
dat ook goed laten.
De heer WEIJTS zegt eenigszins den indruk gekregen te hebben
alsof het centraal genootschap het monopolie zou hebben voor wat
betreft de uitzending van zwakke kinderen en daarmede kan spreker
zich toch niet vereenigen. Hij kan zich heel goed indenken, dat er
vele Katholieke ouders zijn, die, wanneer hun kinderen verpleging
noodig hebben, hen daarbij ook geestelijk goed verzorgd willen
zien, en als er dan een specifiek Katholieke vereeniging komt, die
zich daarmede wil belasten, dan moet die vereeniging naar sprekers
meening ook in staat gesteld worden die taak te vervullen, en de
Katholieke kinderen onder haar hoede te nemen. Daardoor zal het
centraal genootschap dan tevens van de zorg voor die kinderen wor
den ontlast, hetgeen'dan mede tot gevolg ken hebben, dat het minder
subsidie noodig heeft. Spreker kan zich in deze dan ook geheel ver
eenigen met het voorstel van den heer van Hasselt.
Wethouder MUSTERS sluit zich gaarne aan bij de hulde, welke hier
aan het werk van het centraal genootschap gebracht is. Spreker ge-
looit wel, dat de geheele raad het er mee eens is, dat door die in
stelling inderdaad goed werk gedaan is. De moeilijkheid voor B &_W>
was echter dat, toen het verzoek van het Ned.R.K.Huisvestingscomité
kwam om subsidie, en de mededeeling, dat weer een plaatselijke af
deel ing was gevormd, ook met die vereeniging rekening moest worden
gehouden. Wanneer de Katholieke kinderen nu worden toevertrouwd aan
de zorg van de Katholieke vereeniging, dan wordt vanzelf het cen
traal genootschap van een deel van haar werk ontlast en het college
heeft daarom gemeend de verdeeling der subsidie het best te kunnen
doen geschieden in de verhouding van 3 1 Spreker zou echter
eerst willen zien uitgemaakt of het subsidiebedrag al of niet ver
hoogd moet worden.