- 5 -
Dc heer FRANKEN is van meening dat de kwestie der overuren vrij
eenvoudig op te lossen is door te bepalen dat, wanneer de overuren
ou Zondag niet kunnen worden terug gegeven op een anderen Zondag,
ze dubbel moeten worden gegeven op een dag in de week.
De VOORZITTER zegt dat de raad hier wel gemakkelijk over praten
kan, maar men zal daarbij toch ook rekening moeten houden met de
dienstregeling en die wordt door bepalingen als hier voorgesteld,
geheel in de war gestuurd. De radicaalste oplossing zou zijn, wan
neer geen extra diensten op Zondag meer gevergd behoefden te worden,
maar dan zouden alle optochten e.d. op Zondag afgeschaft moeten
worden.
De heer BECHT is van oordeel, dat er zoo weinig Zondagen in het
jaar zijn, dat extra dienst behoeft te worden gedaan, dat er geen
bezwaar tegen kan zijn om die enkele uren, dat 's Zondags over
gewerkt moest worden, op een anderen Zondag terug te geven.
Do heer BROEKMANS merkt op dat iemand, die politie-agent wordt,
daarvan ook de consequenties heeft te aanvaarden en dan weet, dat
hij op vele dagen in het jaar, wanneer andere menschen vrij zijn,
dienst moet doen. Van een nachtwaker wordt toch ook niet verwacht
dat hij vergoeding komt vragen voor zijn dienst in den nacht omdat
dan alle andere menschen rusten. Zoo weet een politie-agent ook bij
het aanvaarden van zijn taak, dat hij een aantal Zondagen van het
jaar dienst zal moeten doen.
De heer VERLINDEN handhaaft zijn voorstel.
Daar dat voorstel voldoende gesteund wordt, brengt de VOORZITTER
het in stemming, waarbij het wordt verworoen met 13 - 6 stemmen.
Vóór stemden de heeren van Hal,Franken,Schuyl,BekkerVerlinden
en Boschman.
Tegen stemden de heeren Broekmans,van Hasselt,Becht,Scheffelaar,
Kruize,van Kaam,WalderMusters,Meerbach,de MoorWeijts,Kiepe en
Juten
Do heer VERLINDEN doet hierna het voorstel om het personeel der
recherche voor overwerk een vergoeding te geven van f.50>Per jaar.
Soreker wijst er daarbij op, dat het werk der recherche zoodanig is,
dat het niet aan bepaalde uren kan worden gebonden en er geregeld
overuren moeten worden gemaakt.
De VOORZITTER zegt het voorstel van den heer Verlinden te moeten
ontraden.
Daar het voorstel van den heer Verlinden voldoende gesteund
wordt, brengt de VOORZITTER het in stemming, waarbij het wordt ver
worpen met 13-6 stemmen.
Vóór stemden de heeren van Hal,Franken,Meerbach,BekkerVerlinden
en Boschman.
Tegen stemden de heeren Broekmans,van Hasselt,BechtSoheffeiaar,
Kruize,van Kaam,SchuylWalder,Musters,de MoorWeijts,Kiepe en Juten.
De verordening wordt verder zonder beraadslaging en zonder hoofde
lijke stemming vastgesteld overeenkomstig het voorstel van burge
meester en wethouders.
VADVIES INZAKE EEN VERZOEKSCHRIFT VAN DE DIRECTIE VAN DE IN 1918
TE EXPLOITEEREN VERMAKELIJKHEID ÏÏ~ÖÜD-BERGEN OP ZOOM" Ok TE BE
VORDEREN DaT DAARVOOR EEN TAPVERGUNNING EX aRT.8. Ie LID. DER
DRANKWET fs.19^1 nr.%7Z) WORDT VERLEEND.
{Verzameling 1937 nr.H7.T~
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
VI. VOORSTEL TOT HET VERLAGEN VAN HET RENTEPERCENTAGE VaN AüN DE
BOUWVSREENIGING "St.JOSEPH" EN DE AMBACHTSSCHOOL VERSTREKTE
GELDEN.
(Verzameling 1937 nr.113.)
De heer WEIJTS merkt 00, dat de stukken welke omtrent deze aan
gelegenheid ter inza.ge waren gelegd, zeer onvoldoende waren. Hij
had graag een staat gezien met vermelding der huizen waarop deze
hypotheek nog staat. Spreker heeft ook niets kunnen vinden omtrent
de vraag, of de bouwvereeniging St.Joseph met de voorgestelde ver
snelde aflossing accoord gaat. In 1925 is de rente ook verlaagd en
het daardoor vrijkomende bedrag toegevoegd aan de aflossing en dat
krijgt men thans opnieuw. De bedoeling van den minister met de
renteverlaging is toch om het leven goedkooper te maken en dus een
huurverlaging der woningen in de hand te werken. Door verhooging
der aflossing zal naar sprekers meening echter van een huurverlaging
dor arbeiderswoningen niet veel kunnen komen. Spreker zou dan ook
willen voorstellen dit stuk te renvoyeeren naar B W, en dan voor