- 24 - van het college, zooals hier reeds is medegedeeld. Wat de opmerking van den heer Juten betreft, dat er al 10 jaren werkloosheid is, wil spreker zeggen, dat er nog een groot verschil is in werkloosheid. Spreker heeft de cijfers der districts-arbeidsbeurs daaromtrent bij zich en somt het aantal werkloozen gedurende de jaren van 1929 tot en met begin Januari 1937 op, waaruit blijkt dat dit a,antal van ruim 300 in 1929 is toegenomen tot I38O in begin 1937. Dat scheelt dus nogal heel wat, zegt spreker, en als men dan weet, wat elke werklooze aan de gemeente kost, dan spreekt dat boekdeelen in verband met de uitgaven. Ook het aantal werkdagen was in 193& rog aanzienlijk grooter don in 1935. Door den heer Juten is ook nog een opmerking gemaakt betreffende het scheppen van baantjes. Wat de 2 controleurs bij het burgerlijk armbestuur betreft, is spreker van meening, dat zulks beter bij den betrokken post besproken kan worden. Overigens worden door het col lege geen baantjes geschapen, maar ze worden ons opgedrongen, ten gevolge van allerlei bemoeienissen, welke aan de arbeidsbeurs worden opgedragen. Dan is het de distributie van vlecsch, dan van groenten, dan weer van visch, en zoo gaat het maar door. Het is langzamerhand een volledig distributiebedrijf geworden en daarnaast moeten toch ook de gewone werkzaamheden nog verricht worden. Spreker gelooft dat de raad hierdoor wel een eenigszins anderen kijk op deze zaak zal krijgen. De VOORZITTER wil beginnen met een misverstand uit den weg te ruimen ten aanzien van hetgeen door den heer Walder gezegd is over de Kerstgedachte, waaromtrent de heer de Moor meende een protest te moeten laten hooren. Spreker gelooft niet, lat het de bedoeling van den heer Walder was die opmerking in abstracto te nmken, maar in concreto. Als zoodanig kon spreker er dan ook geen blaam in vinden, anders zou hij den heer Walder zeer zeker tot de orde hebben geroe pen, zooals hij ook voorheen wel eens gedaan heeft ten opzichte van een opmerking van den heer Walder, waardoor de heer Scheffelaar zich in z'n godsdienstige overtuiging gekrenkt gevoelde. Haar sprekers opvatting van de woorden van den heer Walder was er nu voor hem geen aanleiding daartegen te protesteeren. Spreker wil ook nog even terug komen op het uitstellen der be groot ingsbehandeling. I.anneer spreker hier don heer Juten hoort ver klaren, dat de tijd daarvoor niet goed gekozen was, dan wil hij er toch op wijzen, dat ook in 193^ de begrooting in de laatste week van December werd behandeld en toen zaten de heeren Kiepe en Juten hier als wethouders achter deze tafel. Toen was het blijkbaar voor die heeren geen bezwa.ar om tusschen Kerstmis en Wieuwiaar de begrootine: te behandelen. De heer JUTEw merkt 00, dat zij toen als wethouder wel verplicht waren te komen. De VOORZITTER is van meening dat dit geen verschil maakt. Wanneer zoo slecht gekozen was, hadden die heeren ook toen moeten protesteeren, hetgeen ze niet gedaan hebben. Het gaat z.i. daarom niet op, nu wel tegen dit tijdstip bezwaar te maken. Ook wat den tiid tusschen het antwoord van B <5. W en de behandeling der begroot ing be- reit, als zou die tekort zijn, heeft spreker zulks laten nagaan over Vt>+1^ Jareri en toont hij can de hand der data vanaf 1927 aan, dat het altijd zoo gegaan is en er soms zelfs slechts vier dagen waxen tus schen dat antwoord en de behandeling. Hu men echter negen dagen den ding tekorteïaseeft' W°rdt bt;ZWaar gen&akt dat de tijd van voorberei- Wat de opmerking over de devaluatie van den gulden betreft, ge loof tsprekerdat men het verstandigst doet niet te veel aandacht aan dien zwevenden gulden te schenken, maar hier rustig z'n gang te gaano Ten aanzien van de gemaakte opmerkingen tegen de voorgestelde belastingverhooging, wijst spreker er op, dat"ook in 193d door het vorige college tot verhooging der belastingen werd overgegaan om de egrooting kloppend te maken, We zaten toen ook vast en daarom werd toen de straatbelasting ingevoerd, in navolging van zoovele andere gemeenten die er nog veel slechter voor stonden en waar niet alleen reeds eerder de toevlucht tot het invoeren van een straatbelasting was genomen, maar bovendien nog de opcenten op de personele belasli tot not maximum werden opgevoerd.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 24