- 30 - school en die bezwaren dus niet behoeven te bestaan. Overigens is het bestuur der ambachtsschool zoo neutraal mogelijk in samenstel ling, en is er naar sprekers meening dan ook geen gevaar dat de toestaand aan de school na de overdracht gewijzigd zal worden. Het feit, dat juist het bestuur der ambachtsschool minder onderhevig is aan verwisselingen dan een gemeentebestuur, is volgens spreker een reden te meer om dit voorstel aan te nemen. De heer VAN HASSELT ziet ook het financieel voordeel bij de overdracht dezer school niet in, Het is spreker bekend, dat de zeg gingschap der gemeente in de school niet groot was, maar door de twee vertegenwoordigers van het gemeentebestuur in de commissie van toezicht kon toch zoonoodig remmend gewerkt worden ten aanzien van de kosten. De VOORZITTER merkt op, dat dit practisch ook niet veel beteekent omdat de begrooting door den minister wordt vastgesteld en de ge meente 30% in de kosten moet bijdragen. De heer VAN HASSELT acht het toch wenscholijk, dat twee vertegen woordigers van het gemeentebestuur zitting hebben in het bestuur van de school. Spreker weet, dat dit aan de hand van de wet niet geëischt kan worden, maar wanneer het aan het schoolbestuur wordt verzocht, zou men het misschien gedaan kunnen krijgen. De heer KIEPE vraagt of er bezwaar tegen is om dit voorstel aan te houden en de zaak eerst nog eens te bespreken met het school bestuur? Wethouder MEERBACH zegt dat zulks geen enkel nut zal hebben omdat de zaak reeds van alle kanten bekeken is. De heer SCHEFFELAAR is van meening, dat hetvoordeeligste zal zijn, wanneer alles in één hand komt. Ten aanzien van het bezwaar dat de gemeente dan niets meer aan die school te vertellen zal hebben, merkt soreker op, dat in het schoolbestuur toch reeds twee leden van den raad, zij het uit anderen hoofde, zitting hebben, terwijl zoonoodig nog gevraagd kan worden of het schoolbestuur er bezwaar tegen heeft om er nog twee door den raad benoemde leden in op te nemen. De VOORZITTER brengt hierna het voorstel ven burgemeester en wethouders in stemming, waarbij dit wordt aangenomen met 11-8 stemmen. Vóór stemden de heeren van Kaam,Musters,Boschman,Scheffelaar, Verlinden,De Moor,Becht,Meerbach,van HalBekker,en Franken. Tegen stemden de heeren Broekmans,Juten,Weijts,van Hasselt, KruizeWalder,Kiepo en Schuyl. XXVIII ADVIES INZAKE EEN VERZOEK VAN HET BESTUUR DER VERE&NIGING DE AMBACHTSSCHOOL VOOR BERGEN OP ZOOM EN OMSTREKEN" TE BERGEN OP ZOOM OM TOEPASSING VaN HET BEPAALDE IN ART.2H, 2e ENTe LID. DER NIJVERHEIDSONDERWIJSWET (Verzameling 1937 nr.88.) De heer WEIJTS wijst er op, dat het onderwijs altijd zoodanig was, dat 10 uur theoretisch onderricht gegeven werd, hetgeen voor den doorsnee-leerling noodig was, Wanneer van die 10 uren nu 5 uren zullen worden afgenomen voor practijk, dan vindt spreker dat niet juist. Spreker onderschrijft volkomen, dat het niet goed mogelijk is de leerlingen der ambachtsschool in twee jaren hetzelfde onder wijs te geven dat ze voorheen in 3 jaren kregen, maar als de meer dere practische kennis moet worden bijgebracht ten koste van het theoretisch onderwijs, dan moet spreker daar toch bezwaar tegen maken. Degenen, die de school met einddiploma, verlaten behooren naar sprekers meening zich in het vrije bedrijf verder in hun vak te bekwamen. Bovendien kan een theoretische cursus, welke op 10 lesuren per week is ingesteld, toch aan die zelfde leerlingen onmo gelijk in 5 uren gegeven worden, en zal noodwendig het een moeten gaan ten koste vnn het ander. Ook de oractijklessen zullen na^r sprekers meening niet veel nut hebben, wanneer men nagaat dat de eene leerling als timmerman misschien zal komen op een timmer fabriek en de andere in het bouwbedrijf. De practijk zal voor beiden dan geheel anders zijn. Hetzelfde geldt voor de smeden, waarvan de een in een smederij zal komen en de ander misschien in het loodgiotersbedrijfZoo is het met elk vak:. Men kpn nu wel zeggen dat hier niet zoo bezxvaarlijk tegen aan gekeken moet worden en dat door de inspectie toch het noodige toezicht wordt gehouden, maar met de zaak van den lichten kant op te nemen, woydt hier niets bereikt, vooral niet nu het avondnijverheidsonderwijtoch al zoo beknot is geworden en lang niet meer is wat het vroeger was. Spre-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 231