teit thans 3000 m3 pur dag zal worden, terwijl het totale verbruik op de warmste dagen ongeveer 24-00 m3 por drg bedraagt, zoodat er nog altijd een speling overblijft van" ongeveer 600 m3. Spreker moet er hierbij echter op wijzen, dat die capaciteit alleen verkregen kan worden, wanneer do machines het gehoele etmaal doordraaien, hetgeen natuurlijk niet normaal ie, zoodat er practisch van een overschot niet gesproken kan worden. De heer VERLIJDEN had graag geweten wat de capaciteit der nieuwe "bronnen zal zijn. Wethouder MEERBaCH zegt dit thans niet precies te kunnen zeggen. Hij zal er echter alsnog naar informeeren en er den heer Verlinden dan dezer dagen wel even over opbellen. De heer JUTEN is ven meening, dat met het slaan van twee nieuwe bronnen ruimschoots aan de behoefte kan worden voldaan. Wanneer er zich eens een storing voordoet, kan dat naar sprekers oordeel wel liggen aan de oude machines, maar niet aan de bronnen, welke z.i. nog capabel genoeg zijn. Dat blijkt volgens spteker ook wel uit de laatste verslagen. Het is begrijpelijk dat men altijd het nieuwste en beste wil hebben, maar naar sprekers meening gaat het niet aan daarvoor een uitgave te doen van tienduizenden guldens. Hij blijft van oordeel, dat deze uitgave niet noodzakelijk is en met het aan boren van 2 nieuwe bronnen zou kunnen worden volstaan. Wethouder MEERBACH zegt dat de buiten gebruik zijnde bronnen niet zijn stil gelegd, maar wel degelijk stil gevallen, en tenge volge van verzanding bezweken zijn. Door den directeur is alles in het werk gestold om de bronnen aan den gang te houden, maar het is niet mogelijk gebleken. Hen kan nu wel zeggen, dat met twee nieuwe bronnen volstaan kan worden, maar bij het minste wat er gebeurt, zal de capaciteit dan niet meer voldoende zijn voor een behoorlijke watervoorziening van de gemeente. Men mag bij een bedrijf als dit niet uitgaan van het absolute minimum, maar men moet wel degelijk een behoorlijke reserve hebben voor eventueele bedrijfsstoornissen, welke zich ook bij do best geleide en de best geoutilleerde be drijven kunnen voordoen, terwijl hier van een best geoutilleerd bedrijf zelfs nog geen sprake is. Het slaan van de nu voorgestelde vier nieuwe bronnen is dan ook absoluut geen luxe, maar een harde bittere noodzakelijkheid. De heer BSCHT is het er volkomen mee eens, dat de vier nieuwe bronnen absoluut noodzakelijk zijn, wanneer men niet de kans wil loopen dat in de nabije toekomst de stad geen behoorlijke water voorziening meer heeft. De heer JUTEN merkt nog op, dat men vroeger een niet-technischen directeur had, welke kpns zag om 5 bronnen 25 jaren lang in het leven te houden, terwijl tegenwoordig er steeds nieuwe bronnen moeten bijkomen. Wethouder MEERB-iCH zegt, dat het heel goed mogelijk is, dat men thans voor de gevolgen zit van den door den heer Juten geschetsten toestand van vroeger. Met de aan tee leen ing. dat de heer Juten er tegen is, wordt hierna zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders besloten. XXIV. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN CREDIET VAN f.SÏÏsT— VOOR DEN AANKOOP VaN EEN SNELWEGER TEN BEHOEVE VaN HET OPENBAAR SLACHTHUI (Verzameling 1937 nr.757) De heer JUTEN wijst er op, dat in den aanvang van het rapport van den directeur gezegd wordt, dat de bestaande weeginrichting nog behoorlijk functioneert. Spreker is van oordeel dat het niet noodig is iets nieuws aan te schaffen wanneer het oude nog voldoet. Uit het rapport va,n den directeur blijkt, dat de in gebruik zijnde bascule zuiver weegt tot op 250 gram na, en aangezien het bij de slagers op een pondje vleesch niet aankomt, is spreker van meening dat de oude weeginrichting nog aan redelijk te stellen eischen vol doet en er geen enkele reden is om een nieuwen snelweger aan te schaffen. De heer VaN HaSSELT heeft in het rapport van den directeur ook gezien dat de oude weeginrichting nog goed is. De kwestie is echter dat deze niet gebruikt kan worden voor hoeveelheden beneden de 25O gram, terwijl de nieuwe snelweger het gewicht vanaf 100 gram aan geeft. Wanneer men het echter met het gewicht zoo precies nam, dan moest men overgaan tot het aanschaffen van een bascule met kaart-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 228