- 21 -
veruit de laagste was. Dat anderen hierdoor gedupeerd zouden worden,
kan spreker niet aannemen omdat hij niet gelooft dat de eene arbei
der den andere de verdienste van een boterham zal misgunnen.
Door den heer Juten is ook nog gesproken over verkoop van de
huizen der gemeente aan de w.Z.Zoom. Vorig jaar is daarover ook
reeds gesproken door den heer Broekmans, waarbij spreker toen ge
zegd heeft die zaak nader te zullen bekijken. Dat heeft hij ook
gedaan, maar wat spreker vorig jaar nog niet wist is, dat tengevolge
van het door het rijk indertijd voor deze huizen verstrekte ^bouw-
crediet de gemeente niet vrij is deze huizen te verkoopen vóór 1938.
De opmerkingen van den heer Juten betreffende de voorstellen
van het college ten aanzien van belastingverhooging, zijn heel ge
makkelijk te lanceeren, maar de heer Juten dient den ook de midde
len aan te geven, waaruit de benoodigde gelden gehaald kunnen wor
den zonder de belastingen te verhoogen. Men moet dan niet afkomen
met het woord bezuinigen, want ook aan bezuiniging is tenslotte een
grens. Spreker wijst er op, det de begrooting in de commissies
grondig bestudeerd is, en men toch ook daar niet met bezuinigingen
is gekomen.
Er is hier ook gesproken over onvoldoende voorbereiding van de
stukken, en spreker is dat volmaakt met die hoeren eens. Men moet
echter niet vergeten, dat do raadsleden nooit die voorbereiding
kunnen hebben, die het college heeft en het ook niet altijd moge
lijk is, elke zaak een zoodanige voorbereiding te geven als men wel
zou wenschen. Hier komt ook de kwestie van vertrouwen bij. Spreker
vindt het dan ook niet zoo erg, als eens blijkt dat een stuk niet
voldoende voorbereid is naar het oordeel van den ra,ad. Dat gebeurde
onder het vorig college ook wel. Spreker heeft toen ook wel eens
in de krant van den heer Juten gelezen, dat een of ander voorstel
weer mis was geloopen omdat het niet voldoende voorbereid was. Wan
neer de heeren er prijs op stollen, wil hij die krant nog wel op
zoeken en meebrengen. Spreker heeft hiermede slechts willen aan-
toonen, dat het een algemeen verschijnsel schijnt te zijn, dat bij
ieder college voorkomt.
Door den heer van iasselt is gezegd, dat het college bij de be
grooting te weinig rekening heeft gehouden met de devaluatie. Spre
ker moet dit van zich afwijzen omdat hij bij de behandeling der
begrooting in het college daar wel degelijk op gewezen heeft en als
zijn meening naar voren heeft gebracht, dat tengevolge van de deva
luatie de werkloosheid ook hier wel zal verminderen en men iets meer
optimistisch kan zijn ten aanzien van de armenzorg. Ten aanzien van
de kwestie van werkverschaffing en werkverruiming heeft spreker
reeds uitvoerig geantwoord. Hij wil er nog slechts op wijzen, dat
werkverruiming de gemeente meer geld kost dan werkverschaffing.
Wat de opmerking betreft over het vestigen van industrieën in
Roosendaal, zegt spreker, dat zulks aan het college bekend is. Door
het college is getracht om ook hier nieuwe industrieën gevestigd te
krijgen en die plannen zijn nog niet geheel van de baan.
Hat do Carnaval betreft, onderschrijft spreker volkomen de op
merkingen van de heeren van Hasselt en SoheffalaarIn de laatste
vergadering van het college is deze kwestie nog besproken en spre
kers standpunt te dien aanzien is nog precies hetzelfde als het
vorig jaar. Het schijnt hier echter iets vreeselijks te zijn over
afschaffing of beperking der carnaval te praten. Iedereen schijnt
dacjr bang voor te zijn en men is erg bevreesd dat men dan geen
stemmen meer zal krijgen. Spreker zal zich dair echter heel weinig
aan storen. Als men hem niet hebben wil, dan moet men hem niet
stemmen en dan gaat hij. Hij maakt zich daar geen zorg over, omdat
hi;j hier uitsluitend voor het algemeen belang zit.
De critiek, welke hier cloor den heer van Hasselt naar voren ge
bracht werd, was vrij scherp en geenszins voor c.e volle 100$ gemoti-
veerd. wij hebben wel degelijk hard gewerkt, zegt spreker, al was
net niet altijd succesvol. Ook voor ons zijn vele dingen nieuw, al
is het niet zoo nieuw meer q,1 s voorheen.
-u?e va9 Scheffelaar ten aanzien van de hoofd-
am tenaren was niet juist, omdat die personen zich hier niet kunnen
verantwoorden. Dat de commissies de stukken pas zouden moeten be-
andelen na de behandeling in B W, is een zienswijze welke spre
ker over het algemeen niet deelen kan. Spreker brengt juist de slw-
en zooveel mogelijk eerst in de betrokken comnissie, teneinde daar
door sterker te staan in het college. Wat de loerstraatschebaan b» -