z.i. ook uit do cijfers van do kostenbegrooting. Immers voor ^00 m beschoeiing rekent men voor beton f.6000,terwijl voor de taluds slechts f.1200,ran beton gerekend wordt. Dat geeft een verschil van f.^800,Ook de verdere cijfers zijn voor de twee kosten- begrootingen niet op dezelfde basis opgezet. Men neemt bij de be schoeiing cijfers voor uitvoering in werkverschaffing, terwijl men voor de taluds berekent naar aanbesteding, welk laatste altijd goed- kooper is. Spreker blijft van meening, dat een beschoeiing beter is dan taluds, en wanneer te zijner tijd tot inpoldering van het Noord- land mocht worden overgegaan, waarop daarstraks hier reeds is ge wezen, dan zouden de nu te maken taluds wel eens in den weg kunnen staan. Naar sprekers meening zijn dit allemaal motieven om niet over te gaan tot het maken van taluds maar van een beschoeiing. Mocht de raad tooh besluiten overeenkomstig het voorstel van het college, dan zou spreker willen adviseeren om de betonblokken niet oo het werk te laten maken, maar het werk te doen uitvoeren in blokken schokbeton, omdat deze laatste veel vaster zijn en minder water op zuigen, waardoor ook het gevaar van stukvriezen der betonblokken veel kleiner zal worden. Wat de kosten der geschokte betonblokken betreft, gelooft spreker niet dat deze duurder zullen komen dan wanneer men de betonblokken in werkverschaffing laat stampen. Tenslotte wil spreker nog opmerken, dat het hem in het. belang der gemeente beter lijkt om het werk niet in werkverschaffing, maar in aanbesteding uit te voeren, zij het dan met de bepaling daarbij dat de arbeidskrachten via de arbeidsbeurs en overeenkomstig de vastgestelde loonen moeten worden betrokken. De heer BECHT vraagt, of het advies van deskundigen omtrent het hier aan den raad voorgelegde plan is gehoord. In aangelegenheden als deze wegen de deskundige adviezen voor hem het zwaarst. De heer SCHUYL zegt over de technische aangelegenheden van deze kwestie geen oordeel te kunnen uitspreken omdat hij daaromtrent niet voldoende op de hoogte is. De besprekingen omtrent deze zaak in besloten vergadering hebben spreker voldoende kunnen bevredigen om zich met het door B W gedane voorstel te kunnen vereenigen. Spreker meent, dat de heer Juten wol wat te zwaar tegen deze zaak aankijkt, temeer waar duidelijk gebleken is, dat de meeningen der deskundigen in deze verschillen. Spreker zal verder met belang stelling de mededeelingen van den wethouder over deze zaak afwachten. Wethouder DE MOOR wil beginnen met er op te wijzen dat bijna alle sprekers, met uitzondering van den heer Schuyl, ten aanzien van deze kwestie zich niet voldoende deskundig verklaarden en toch zioh daarna in allerlei technische vraagstukken verdiepten. Ook^ spreker is ten aanzien van die technische kwesties niet deskundig en kan daarop dus niet antwoorden. Spreker kan slechts zeggen, dat het hier voorgelegde plan al zooveel officieele instanties gepas seerd heeft, ook op waterstaatkundig gebied, die ten aanzien van de vraag taluds of beschoeiing, zich uitspraken voor taluds als zijnde de eenige afdoende oplossing voor den tegenwoordigen tijd, dat hij zich dp.ar geheel bij neerlegt. Wat de kwaliteit van het materiaal betreft, is er door den heer Juten op gewezen, dat de gewone schorgrond, zooals wij die hier ter plaatse hebben, niet voor dit werk geschikt is. Spreker wil dat niet ontkennen, maar de Zeeuwsche schorgronden van St.Philipsiand zijn van prima klei en die worden voor dit werk gebruikt. Dat niet de Bergsche schorgrond bedoeld werd, had kunnen blijken uit den prijs van f.3»75 Per m2, welke er voor gevra,agd wordt. Er is verder gewezen op het gevaar bij een talud voor het binnenvaren der schepen maar dat gevaar zou dan toch zeker aanmerkelijk vergroot worden, wanneer er een glooiing kwam van natuursteenzooals de heer Weijts wilde, omdat men bij eventueel omhoog varen, daar nog veel moei lijker af zou komen dan van een betonnen glooiing. Dat een beschoei ing beter bestand zou zijn tegen de stormen dan een talud, zooa.ls de heer Juten opmerkte, kan spreker niet onderschrijven, wanneer hij naar de zeeweringen in Zeeland ziet, wa.ar het toch nog heel wat erger kan beuken dan hier. De heer Juten heeft daarbij verschil lende dijkdoorbra.ken aangehaald, welke hij vroeger heeft meegemaakt, maar ook daarvoor zou spreker naar Zeeland willen wijzen en willen opmerken dat, zoolang de golven nog niet boven de kerk uitslaan, het hier zoo erg nog niet is. In vergelijking met hetgeen de zee dijken in Zeeland te verduren hebben, is het gevaar aan den haven- dijk hier dan ook niet groot. De heer Juten heeft het verder gehad over het hooren van plaatselijke deskundigen. Het college is echter betreffende dit werk zoowel plaatselijk als elders geïnformeerd,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 217