De heer BEKKER wil naar aanleiding van de mededeelingen van den wethouder opmerken, dat uit de stukken niet duidelijk "bleek, dat de restauratie slechts "beperkt zou blijven tot het gedeelte onder de poortopening. Spreker was ook van meening, dat de restauratie zich zou uitstrekken tot aan het nieuwe archiefgebouw, en hij acht zulks ook wenschelijk, omdat het nu in één moeite gaat en het dan minder zal kosten dan wanneer men later voor dat kleine stukje opnieuw moet beginnen. De heer JUTEN merkt op, dat die meerdere kosten dan wel bestreden worden uit hetgeen nog overblijft van het voor de restauratie van den voorgevel toegestane bedrag. De heer WEIJTS zou het toch ook beter vinden, indien de geheele zijgevel nu ineens werd afgewerkt. Overigens blijft spreker van meening, dat een bedrag van f.3500,voor de binnon<-restaurat ie van twee lokaaltjes erg hoog is. De heer SCHEFFSLAAR gelooft dat, wanneer de zijgevel tot aan het nieuwe archiefgebouw gerestaureerd moet worden, de kosten heel wat meer zullen bedragen dan f.5000,Naar sprekers meening kan zulks later nog geschieden. Wethouder DE MOOR meent dat uit de stukken duidelijk kon blijken, dat de hier voorgestelde restauratie alleen betreft de boog van de poortopening en alles hetgeen zich a,an beide zijden daaronder be vindt. Verder dan de poortopening gaat men nu niet. Het stukje vanaf de poortopening tot aan het nieuwe archiefgebouw blijft dus over voor een latere gelegenheid. Wat de binnenrestauratie van die twee kamertjes betreft, lag het oorspronkelijk wel in de bedoeling daar aan te beginnen, maar later is daarvan afgezien en daarom is het daarvoor geraamde bedrag van f.35^0,00^ aangevraagd. Het gaat nu slechts om het toestaan van het bedrag van f,5000,het welk benoodigd zal zijn voor de restauratie van de poortopening, dus van den boog zelf en de muren daaronder aan weerszijden. Voor de verdere restauratie kan dan worden afgewacht wat er overblijft van het voor de restauratie van den voorgevel toegestane bedrag. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. XIXVOORSTEL TOT HET MAKEN VAN EEN TaLUD TER VERVANGING VAN DE BE- SCHOEI INU aaN DE~WaTERSCHaN3. (Verzameling 1937 nr.86'. De heer SOHUYL stelt voor dit punt eerst in besloten vergadering te behandelen. Daar dit voorstel voldoende gesteund wordt, schorst do VOORZITTER de openbare vergadering, en gaat de raad over in besloten zitting. Na heropening stolt de heer WEIJTS voor, om in verband mot het late uur, de verdere afhandeling der a,genda uit te stellen tot 's avonds 8 uur. De VOORZITTER zegt daar geen bezwaar tegen te hebben, waarna door den raad dienovereenkomstig wordt besloten. De VOORZITTER schorst dan de vergadering tot des avonds 8 uur. Des avonds om acht uur wordt de vergadering door den VOORZITTER heropend. Aanwezig zijn de in hoofde dezer vermelde leden. De VOORZITTER stelt oonieuw aan de orde punt XIX der M0255AtTnTPT VOORSTEL TOT HST MAKEN VAN EEN TALUD TeR VERVANGING- VaN DE BESCHOEI ING AAN DE ïïaTERSCHANS Verzameling 1937 nr.§77.) De heer JUTEN zegt het met het college eens te zijn, dat de oe- schoeiing ach de Water schans vernieuwing of verbetering eischt. Hij is het echter niet met het college en de commissie van openbare werken eens om daar inplaats van een beschoeiing, een talud te maken. Spreker maakt daar in de eerste plaats bezwaar tegen omdat z i de kwaliteit van het materiaal onvoldoende ie, en op de tweede plaats is hij van meening, dat het vaarwater ter plaatse m gevaar zal komen, wanneer daar taluds komen. Wanneer men hieromtrent het advies had ingewonnen van deskundigen, van schippers of een scnio- persvereeniging, zou men eveneens tot dezelfde conclusie gekomen zijn als spreker. Bovendien is er nog de kwestie van de indijking van het Noordland, waardoor de taluds in gevaar zullen komen. Op dc derde plaats is spreker van meening, dat een beschoeiing op den duur beter stand zal houden dan con talud, spreker heeftallo respect voor de deskundigen, die in deze het ooilege van advies

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 214