- 28 - Ten aanzien van de opmerking van den heer Juten, dat de vroegere ■plannen tot verbetering van den dijk 2 en ton kostten, wil spreker er nog op wijzen, dat zulks toen betrof een grondige herstelling en verzwaring van den geheelen dijk, doch dat is nu niet het geva,!. Het gaat nu slechts om het herstellen van een klein gedeelte, zooals spreker reeds nader aanduidde. Wat het uitvoeren van een groot werkobject betreft, waarop door de heeren Schuyl en Verlinden werd aangedrongen, zegt spreker, dat er een dergelijk object is, en het college hoopt binnenkort daarom trent een gunstige beslissing te krijgen. De heer JUTEN merkt nog op, dat voor het herstellen van den dijk zeer goede klei aanwezig is in de zinkputten van de Zeeland, en het aanbeveling zou verdienen om te trachten daarover de beschikking te krijgen. Wethouder DE MOOR zegt dat men de beschikking daarover reeds ver kregen heeft. Zonder hoofdelijke stemming gaat de raad hierna accoord met het voorstel van den heer de Moor om met de verbetering van de Moer straat schebaan en den dijk van den Geertruidaoolder te beginnen on 12 Juli a.s. onder de hiervoren vermelde voorwaarden. De VOORZITTER verleent dan het woord aan den heer Verlinden voor het houden zijner interpellatie. De heer VERLINDEN wijst er on, dat door den raad besloten werd het berijden van den steenweg van de Burg.Stulemeijerlaan voor rij wielen te verbieden en dit slechts toe te laten op het langs dien weg aanwezige tegelpad. Dit besluit werd genomen om te voorkomen, dat de auto's daar ter plaatse tegen den trottoirband zouden worden geplaatst. Naar sprekers meening is het genomen raadsbesluit echter niet juist. Immers, het tegelpad wordt op drie plaatsen onderbroken door een gedeelte keibestrating, zoodat de wielrijders daar telkens zouden moeten afstappen en over dat gedeelte zouden moeten loopen. Bovendien is het tegelpad te smal om elkaar te passeeren. Spreker meent daji ook dat het beter is, om het onderwerpelijke raadsbesluit in te trekken. Hij weet, dat hieromtrent ook reeds een schrijven is ingekomen van den A.N.W.B., en het verwondert hem, dat dit niet op de agenda vermeld is. Spreker meent, dat te dezer zake nog een nader adres door den A.N.W.B. zal worden ingediend en mocht de raad dan toch besluiten tot handhaving van het betrokken raadsbesluit, dan zal ingevolge de motor- en rijwielwet het rijwielpad ook met'het voorgeschreven bord moeten worden aangeduid. Een dergelijk pad aan een zijde van den weg mag echter in beide richtingen bereden worden en men zal het wel met spreker eens zijn dat een verkeer in beide richtingen op dit tegelpad niet mogelijk is omdat het daarvoor te smal is. Spreker haalt in verband met deze zaak nog een arrest a,on van den Hoogen Raad, waardoor hij in zijn meening gesterkt wordt. Spreker stelt dan ook voor, het onderhavige raadsbesluit in te trek ken. De VOORZITTERis het niet eens met den heer Verlinden, dat het rijwielendin beide richtingen bereden mag worden, wanneer het met het wettelijk voorgeschreven bord a.ls rijwielpad is aangeduid Bovendien meent spreker, dat het ook in de praktijk niet zal voor komen, dat iemand, die van den Hal sterschenweg komt, naar dnt tegel- zoeken terwijl hij een betonnen rijweg aan den enderen kant tot zijn beschikking heeft. h h®8r VERLP5EN dlijft bij zijn meening en zegt dat men bij -u?"Vjng VarV f raadsbesluit aan het plaatsen van het voorgeschre- £5 Ioor het riDwielnad niet zal kunnen ontkomen. Wethouder MEERBACH is het er mee eens, dat er een bord genlaatst zal moeten worden, maar aan den anderen kant is hij ook van meening dat niemand het zich moeilijker zal maken dan noodig is en niet naar dat tegelpad zal gaan, als hij een mooien weg voor zich heeft Pin?? Ï°°R?IT^R is V£n meenin£> dat de raad gerust het genomen be- handhaven. De praktijk zal wel uitwijzen, dat dit tot geen moeilijkheden aanleiding geeft. VERLINDEN wil zijn voorstel intrekken, als de Voorzitter hem do toezegging geeft, dat dit punt in een volgende vergadering alsnog aan de orde zal worden gesteld. voxgauermg De VOORZITTER zegt daar geen bezwaar tegen te hebben vpn d? °rde\ls dan de interpellatie van den heer Franken, waartoe de Voorzitter dezen het woord verleent. «c.an;oe

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 199