- 18 - dat er momenteel geen sprake is vrn een waardestijging van huizen, doch deze integendeel veel in waarde verminderd zijn. Oo grond ven dit alles acht spreker het dan ook in het "belang van de gemeente, dat op het gedane bod wordt ingegaan en daarom doet spreker het voorstel de woningen voor het bedrag va,n f,24000,te verkoopen. De heer BECHT merkt op, dat B bij hun berekening beginnen met een bedrag van f.15.000,af te schrijven als verlies op die woningen, getaxeerd naar de huidige waarde. Naar sprekers meening is dat niet juist en behooren die f.15.000,wel degelijk inde berekening te worden opgenomen. Spreker is overigens van meening, dat de gemeente niet als huiseigenaar moet optreden en het daarom het beste is deze woningen te verkoopen, nu er een behoorlijk bod voor gedaan is. De heer WEIJTS zegt zich den gedachtengang van B 'ft te kunnen indenken, wanneer zij zeggen, bij verkoop der woningen voor f.24000,- hebben we een verlies van f.15000,we nemen nu die strop ineens, door dat bedrag af te schrijven, en taxeeren de woningen dan op het geboden bedrag ad f,24000,Daarbij moet dan echter nog gerekend worden het bedrag van f.6000,voor het opknappen der woningen, zoodat de waardeering dus gesteld kan worden op f.30.000,In tegenstelling met de berekening van het college moet dat bedrag naar sprekers meening niet worden afgeschreven over 50 jaren, maar over 44 jaren, en wordt de afschrijving per jaar dus 1/44 of f.oSO, De rente ad 4bedraagt f.1200,assurantiën en grondlasten f.230,de straatbelasting 2% van f.2500,is f.5°>onder houdskosten naar sprekers schatting op f.600, de kosten van toe zicht en administratie f.110,Wanneer spreker aan de hand van deze cijfers de uitgaven berekent, dan komt hij aan een totaal van f.3270,Spreker wil echter nog verder gaan en het door B gestelde bedrag ven f.300,voor onderhoudskosten nemen. Hij komt dan nog altijd aan een totaalbedrag aan uitgaven van f.2970, Wanneer nu alle woningen verhuurd worden, is de huuropbrengst per jaar f.2520,zoodat er dan nog een jaarlijksch tekort overblijft van f.450,Naar aanleiding daarvan gelooft spreker, dat er alles voor te zeggen is om die woningen maar te verkoopen, nu er een bod voor is, dat naar sprekers meening alleszins te accepteeren is. De heer VaN KAAM zegt niet te weten of de man, die het bod gedaen heeft, daaraan nog gebonden is. Hij wil ook de gegeven cijfers niet aanvechten, maar er op wijzen, dat er op het oogenblik niet veel gebouwd wordt, en zelfs heelemaal niet voor wat betreft woningen van den prijs, als waarvoor deze verhuurd kunnen worden. Er zal dus een tekort komen aan deze soort woningen, terwijl daar nog bij komt, dat deze woningen op een zeer goeden stand gelegen zijn. Ten aanzien van de opmerking van den heer Juten betreffende de mindere opbrengst van huizen bij publieke verkoopingen, zegt spreker, dat zulks altijd het geval is. Dergelijke verkoopingen kunnen naar sprekers meening dan ook niet als maatstaf genomen worden, omdat de prijzen daar bijna altijd aan den lagen kant zijn. Men moet echter niet vergeten, dat den laatsten tijd do bouwkosten voor woningen met ongeveer 25f0 ge stegen zijn. Momenteel worden in de Faurestraat woningen gebouwd, die f35,huur per maand zullen moeten opbrengen en als men dan een vergelijking maakt, dan gelooft spreker, dat de woningen aan de N.Z.Zoom toch heel wat beter en verkieslijker zijn voor een derge- lij ken huurprijs. Spreker is dan ook van meaning, dat deze woningen, wanneer zij opgeknapt zijn, grif verhuurd zullen worden. De heer SCHEFFELAAR wijst er op, dat het verlies van f.15000, op die woningen veer de gemeente toch blijfr, onverschillig of die woningen verkocht worden of niet. Spreker is het daarom met den heer Weijts eens, dat de berekening kan worden opgezet naar een bedrag van f.24000,plus f„6000,voor herstelkóst en of f.30000, Doch ook bij een berekening van de exploitatie cp die basis^ zal men altijd nog met een jaarlijks verlies op die woningen blijven zitten, temeer daar het in werkolijkheid wel niet zal gebeuren, dat steeds alle woningen verhuurd zijn. Spreker weet uit ondervinding dat, als men een rij woningen naast elkaar heeft staan, er steeds enkele onver, huurd blijven, en een dergelijk risico brengt bij exploitatie door de gemeente altijd nog een grooteren 1: -p mee dan wanneer de zaak in particuliere handen is. Wat de waardestijging der huizen betreft, is spreker het er mee eens, dat die er inderdaad is wanneer het gaat om, nieuwbouw, maar bij verkoop var. bestaarde panden komt die waarde stijging geenszins tot uitdrukking. Spreker ai.ot dan ook het meeste voordeel voor de gemeente in den verkoop van die woningen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 189