1934 begroot f.3300,ontvangen f.3000,in 1935 hetzelfde; in 1936"begroot f.3000,ontvangen f.1500,in 1937_begroot f 2520wc&rvv1 na aftrek van huuruitval en wanbetaling te ont vangen'f.1080,--Hieruit blijkt dus, dat de ontvangsten dier wonin gen vrijwel steeds beneden de raming bleven en volgens surekers be rekening hebben die woningen in de afgeloopen 7 jaren gekost i.J823, hetgeen neerkomt 00 een gemiddeld verlies van ongeveer f. 14-00, per jaar. Nu is er een bod gekomen om die woningen te koopen, en naar aan leiding daarvan komen B W met het voorstel om 00 dat bod niet in te gaan. maar de woningen zelf te blijven exploiteeren. Het curi euze in dat voorstel is, dat het college bij zijn berekening een bedrag van f,15000,hetwelk het verlies zou bedragen bij verkoop, eenvoudig afschrijft en verder buiten beschouwing laat. Alsof van dat bedrag; nu geen rente en aflossing meer betaald moet worden. De onderhoudskosten worden nu geraamd 00 f.53^,per jaar, terwijl dese altijd f.800,a f.900,hebben bedragen. Nu schijnt men echter het onderhoud ineens voor f.53^>voor elkaar te kunnen krijgen. Spreker vindt een dergelijke berekening niet juist, en wijst er op, dat daarbij ook geen rekening is gehouden met de 10/o voor den dienst van openbare werken. Men heeft blijkbaar de bereke ning op de raeest voordeelige wijze opgezet, terwijl dan een bedrag van f.bOOO,wordt uitgegeven om de woningen weer op te knappen. Spreker is van oordeel, dat de raad het gedane bod van f.24-000, voor die woningen met beide handen moet aangrijpen. Dan kunnen ook die f.6000,voor reparatiekosten worden uitgespaard en bespaart de gemeente bovendien een bedrag van f.360,per jaar aan rente en aflossing. B W gaan bij hun berekening bovendien van het standpunt uit, dat, wanneer de woningen verbeterd zijn, ze alle voor f.35»1°ex maand verhuurd zullen worden. Spreker begrijpt een dergelijke rede neering niet, waar al jaren gebleken is, dat die woningen niet in trek zijn. Maar al zouden die woningen alle verhuurd worden, dan gelooft spreker nog niet, dat die exploitatie voordeel voor de gemeente zal opleveren. Immers, bij een gemeentewoning heeft de huurder altijd meer noten op zijn zang dan bij een particulier en door de gemeente wordt daar veel gemakkelijker aan toegegeven, omdat men bang is dat de huurder anders vertrekken zal. Daardoor is de exploitatie van woningen door de gemeente ook altijd veel duurder zonder dat er meerdere inkomsten uit voortvloeien. Spreker heeft een en ander zelf meegemaakt en spreekt dus uit ondervinding. Hij is er dan ook van overtuigd dat het een belangrijk voordeel voor de gemeente zal zijn, wanneer die huizen verkocht worden nu er een aannemelijk bod voor gedaan is. Spreker wil tenslotte nog opmerken, dat hij het niet eens is met de meening van het college, dat momenteel van een waardevormeerde- ring van huizen gesproken kan voorden. Wanneer men de krant leest, zegt spreker, en men houdt de publieke verkoopingen bij, dan zal men daarin juist het tegendeel zien en kan eerder van een belang rijke waardedaling van huizen gesproken worden. De heer BROEKMANS zegt in deze denzelfden gedachtengang gehad te hebben als de heeren Verlinden en Juten, en hij gelooft niet, dat hij aan het uitvoerig betoog van dezen laatste nog veel behoeft toe te voegen. Het is ook spreker opgevallen, dat het college bij zijn berekening is uitgegaan van een waardebedrag voor de woningen van f.30.000,Wanneer men op die manier een berekening gaat opzetten en men houdt geen rekening met het bedrag, dat nog op die woningen staat, den had men evengoed f.24.000,kunnen afschrijven en be ginnen met een bedrag ven f.6000,Dan zou de berekening nog voor- deeliger geweest zijn voor een verdere exploitatie door de gemeente. Dat is echter niet juist, en als men een berekening opzet, moet men daarbij uitgaan van de juiste cijfers. Men zal dan moeten beginnen met de schuld van f.39500,welke nog op die woningen rust. Als men de woningen dan niet wil verkoopen, maar ze wil herstellen, dan moet daarbij geteld worden het daarvoor uitgetrokken bedrag van f.6000,waardoor men tot een totaal bedrag komt van f.45.500, Aan de hand van dat cijfer moet naar sprekers meening de berekening worden opgezet, en wanneer men dan de door B W verder gegeven cijfers neemt plus een belangrijke post, welke door het college ver geten werd, n.l. de straatbelasting, dan komt men tot heel andere resultaten en houdt men altijd nog een exploitatieverlies v?n f.1280,per jaar. Spreker is het verder met den heer Juten eens,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 188