- 11 - werken, die evenveel dienstjaren heeft als eerstgenoemde, op den zelfden leeftijd is gekomen waarop de ander in gemeentedienst kwam, krijgt hij slechts f.1125,Spreker vindt dit niet juist, waar deze laatste geheel in dezelfde conditie verkeert, eigenlijk nog verder staat omdat hij een diploma heeft. De heer FRANKEN zegt zich met het voorstel van B W ten aanzien van den teekenaar hij de bedrijven te kunnen vereenigen. Wat de aan stelling der werklieden betreft, is spreker het geheel eens met den heer Schuyl, dat men bij een vaste aanstelling toch minstens het loon moet behouden, dat men altijd gehad heeft. Met het voorstel betreffende den heer Snoek is spreker het niet eens. Deze is thans 5 jaren in dienst der gemeente en heeft nog onlangs het diploma bouwkundig opzichter behaald. In verband daarmede zou spreker willen voorstellen, hem te benoemen tot opzichter 2e klasse op een salaris van f.1500 - 2000, De VOORZITTER merkt op, dat men er toch niet allemaal opzichters van kan maken. De heer VAN HAL zegt bij de vast aangestelde arbeiders den naam gemist te hebben van iemand, die al sinds 1927 "bij de gemeente werkt. Spreker bedoelt den huurophaler van de gemeente, die veel werk voor de gemeente verricht en er altijd voor klaar moet staan. Spreker be- grijpt niet, waarom men dezen man geen vaste aanstelling gegeven heeft, waar deze door zijn werkzaamheden daartoe toch reden te over geeft. Spreker stelt daarom voor, ook dezen man een vaste aanstel ling te geven. De heer VAN KAAM is van meening, dat het salaris ven f.1125, voor den heer Snoek te weinig is. Als deze echter op een salaris gesteld zou worden van f.1500 - f.2000,zooals de heer Franken heeft voorgesteld, dan moet z.i. de heer v.d.Berg ook dat salaris hebben, daar beiden hetzelfde werk doen. Wat de kwestie ven den huur ophaler betreft, is spreker het met den heer van Hal eens, dat deze ook in aanmerking behoort te komen voor een vaste aanstelling. De heer WEIJTS wijst er op, dat de salarisklasse voor een teeke naar niet hooger gaat dan tot f.1500,spreker is er niet voor om een salaris tusschentijds afzonderlijk te verhoogen, ofschoon hij van meening is, dat de kennis van de technici over het algemeen te laag is aangeslagen tegenover de kennis van het administratief per soneel. Z.i. zou de teekenaar zeer zeker voor een hooger salaris in aanmerking komen, al zal spreker daar nu geen voorstel toe doen. Spreker is ook van meening, dat het door B W voorgestelde aanvangs salaris voor den heer Snoek te weinig is en hij stelt daarom voor, dat salaris te bepalen op f.1000,plus 5 periodieke verhoogingen, waardoor dit dus f.1312,50 wordt, en de betrokkene op 30 jarigen leeftijd het maximum bereikt heeft. De heer JUTEN merkt op, dat het door B W aan den raad voorge legde voorstel dus eigenlijk tweeledig is, n.l. een mededeeling be treffende de vaste aanstelling van een aantal werklieden, en een voorstel om een tweetal teekenaars in vasten dienst te benoemen. Jaar de meerderheid van den raad zich in een vorige vergadering reeds heeft uitgesproken omtrent de vaste aanstelling van een aantal arbeidscontracters, kan spreker die kwestie thans gevoeglijk buiten bespreking laten. Voor wat het tweede gedeelte van het voorstel be treft, herinnert spreker er aan, dat een zelfde voorstel in een vorige vergadering op sprekers initiatief naar B W werd gerenvoy- eerd omdat nog meerdere andere ambtenaren eveneens voor een vaste aanstelling in aanmerking kwamen. In dit verband wijst spreker op den administratieven ambtenaar bij openbare werken, den heer Eist wiens naam spreker hierbij gemist heeft, temeer waar die jongeman* meer dienstjaren heeft dan de in het voorstel genoemde teekenaars. benoemd i merkt op, dat de heer Eist reeds in vasten dienst De heer JUTEN merkt verder op, dat bij den dienst van openbare werken nog verschillende andere werklieden zijn, die al 8 jaren en anger m gemeentedienst zijn en die niet vermeld steen bij degenen aan wre een vaste aanstelling is uitgereikt. Spreker acht zulks niet Diiii^k en meent dat ook aan dezen alsnog een vaste aanstelling ge geven moet worden. s De heer SCHEFFELAAR is het met den heer Weijts eens, dat het voor der, heer Snoek voorgestelde aanvangssalaris vaj! f.1125 - te weinig i aP- 1* 8alaris evenveel verhoogingen moeten worden toe gevoegd als hij dienstjaren heeft.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 182