Siris 2&JTCSÏÏ ''l" as.-' - 17 - raad doen hooren. Mijnheer de Voorzitter, ik had dan ook verwacht var het college, dat zich hij uitzondering wel de R.K.staat spart ij noemt en de begin selen van deze partij in de toekomst voor land en volk zou willen verdedigen, een voorstel in die richting, wat mij voor den zooveel- sten keer tegenvalt. Toch, Mijnheer de Voorzitter, roep ik de leden van de R.K.staatspartij in dezen raad toe: aan U in deze de daad te voegen bij het kleur bekennen voor den Christus. De heer WALDER wijst er op, dat het financieel beheer van de gemeente steeds meer afhankelijk wordt van de regeeringspolitiek. Immers, wanneer we meerdere f'inancieele voordeelen in de begrooting zouden weten aan te brengen, zouden we daarmede alleen maar bereiken dat het rijk de rijksbijdrage voor den steun voor een deel zou ver minderen. Daarom heeft naar sprekers meening het houden van algemeene beschouwingen over de cijfers der begrooting geen nut. Spreker wil liever de aandacht vestigen op enkele andere dingen en wel op de eerste plaats op de werkloosheid, welke, zooals iedereen heeft kun nen constateeren, nog steeds toenemende is. Reeds meerdere sprekers hebben het hier over de werkloosheid gehad, en ook spreker is op dit punt niet tevreden over de werkzaamheden van dit college. Als hij ziet, dat in het afgeloopen jaar zooveel minder is uitgegeven voor werkverschaffing, dan treft hem dat zeer. Die enkele guldens, die de arbeiders meer kunnen verdienen bij werkverschaffing, kunnen zij toch zoo heel hard gebruiken. Te dien opzichte is echter te veel nagelaten. Veel plannen zijn op touw gezet, maar van de uitvoering hebben we tot heden weinig gezien. Van werkverruiming is heelemaal geen sprake geweest en naar sprekers meening is daarvoor toch wel werk te vinden. Werkverruiming biedt de arbeidende klasse de gelegen heid iets meer te verdienen, dan zij heden ten dage krijgt. Wanneer we aan werkverschaffing en werkverruiming wat meer doen, ligt daarin opgesloten, dat de uitgaven voor steun verminderen. Spreker heeft straks hooren praten over devaluatie en perspectieven, die daaraan vast zouden zitten, maar voor 3ergen op Zoom heeft hij daar nog niet veel van bemerktSpreker weet niet of het voor het Dag.Bestuur al mogelijk geweest is in die richting werkzaam te zijn, maar hij acht het niet onmogelijk dat daarin eenig perspectief zit. Hij betreurt het, dat de werkobjecten zoo lang uitblijven omdat bij de arbeiders klasse het water tot aan den mond gestegen is. Het is hard noodig, dat er voor deze menschen iets gedaan wordt. Aan mooie plannen zondei meer, hebben zij niets, wanneer die niet uitgevoerd worden. Spreker weet wel, dat het moeilijk is, maar men kan niet blijven wachten. Spreker vraagt zich af, waar het naar toe moet. Viet alleen de arbei dersklasse is in nood, maar ook de middenstand, en dat is ook begry- p lijk omdat het een nauw verband houdt met het ander. Wanneer we bezuinigen, minder inkomsten gaan geven, dan is het eèrs?e gevolg wi^kpïipï m.ln^er fek°cht kan worden, en dus de middenstand, de o v minder inkomsten krijgen en minder belasting betalen truid«uo?dP?ïïprï 6r ^lllen vragen hoe het nu staat met het Geer- hS ï3" mgeianden al bijeen geroepen in verband Stlt Sï S V 5 een waterschap, waardoor tenminste de kans be- degelijk wordt hersteld en de menschen, die daar kijken? liggen, er met meer angstig tegenaan behoeven te daaromtrent dooï Ifï is aangehaald de kazernebouw en het verband met dc- Kergedachte'^d^fedachïfhetgeö^ betre^d werd in ibigcuacaie cia gedachte aan vrede or snrdp ïil dafd^o"^ 0Vaer kunnen doch wil e?'BlfotVe h0bT ^37dï«""d!S moSiTwoorU hebbeï tL dif^efSen dL'df BPreker- wedan gezien ,n :el:'-:

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 17