- 9 - gingswet, er geen nieuwe winkel bij mag komen, Spreker zou daarom, wanneer dit besluit genomen wordt, er een bepaling aan willen toe voegen, dat bij eventueelen verkoop de huur binnen 3 maanden eindigt Op de begrooting, welke bij de stukken lag, heeft spreker verder gezien, dat een post is uitgetrokken voor het schilderen van een reclame op den gevel van het pand. Naar sprekers meening moet dit echter niet de verhuurder, dus de gemeente, maar de huurder zelf laten doen. De heer FRANKEN vraagt om de stukken voortaan vroeger ter inzage te leggen. Spreker kwam Maandag de stukken inzien, en toen waren die betreffende deze zaak er nog niet bij. De heer JUTEN onderschrijft volkomen hetgeen door den heer Weijts naar voren gebracht is. De VOORZITTER is van meening, dat voor wijziging van het huur contract ook de huurder gehoord zal moeten worden. De heer SCHEFFELAAR is ook van oordeel, dat een termijn van drie jaren te lang is. Wat het schilderen van die reclame betreft, zegt spreker, dat het tegen alle bestaande regelen indruischt, wanneer de gemeente dat voor hare rekening zou nemen. De heer VAN HAL is het er mee eens, om aan het contract de bepa ling toe te voegen van een opzeggingstermijn van drie maanden bij eventueelen verkoop. Ten aanzien van het schilderen van die reclame zou spreker de bepaling willen maken, dat die onkosten voor rekening der gemeente komen, indien de huur binnen de drie jaren wordt op gezegd, en anders voor rekening van den huurder, zulks om te voor komen, dat de huurder er veel kosten aan maakt en den na korten tijd het pand weer moet verlaten. Wethouder DE MOOR merkt op, dat de huurtermijn van drie jaren van gemeentewege bedongen is om meer zekerheid ten aanzien van den huurder te hebben. Spreker heeft er persoonlijk geen bezwaar tegen om de door den heer Weijts voorgestelde bepaling in het contract op te nemen, mits de huurder zich daarmede kan vereenigen. De heer VAN KAAM, door wiens bemiddeling deze huurder bij dc gemeente gekomen is, gelooft niet, dat de huurder bezwpar zal heb ben tegen die opzeggingstermijn van drie maanden bij eventueelen verkoop. De heer VAN HASSELT meent dat oen opzeggingstermijn van drie maanden niet alleen voor de gemeente, maar ook voor den huurder moet gelden. De heer WEIJTS is het daarmede niet eens. Z.i. behoort het huur- contract voor 3 jaar te gelden en moet alleen aan de gemeente het recht toegekend worden van een opzeggingstermijn van drie maanden bij eventueelen verkoop. Die opzeggingstermijn geldt dan ook alleen in dit geval Zonder hoofdeiijke stemming gaat de raad dan rccoord met de door den heer Weijts voorgestelde bepaling omtrent den opzeggingstermijn van drie maanden bij eventueelen verkoop, terwijl verder overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten VIII. ADVIES INZAKE HET VERZOEK VAN atJ.JaNVISR, H.ROELS v.d.BOOM EN J.WERRENS. üLLEN WONENDE TE BERGEN OP ZOOM. OM ONTHEFFING VAN DE VERPLICHTING TOT BETALING V^iN STAANGELD TIJDENS-DË VOORJAARSKERMIS 19^7. (Verzameling 1937 nr.52.) De heer VERLINDEN zou B W in overweging willen geven om voor de kermis het marktgeld te doen vervallen en alleen pachtgeld voor de staanplaatsen te heffen. De.rhe_ey KIEPE zou willen aanraden om niet op het voorstel van den «S, S?.1? te gaan, en zulks op grond van de achtjarige prak tijk, welke hij ten aanzien van de verpachting der staanplaatsen kermis gehad heeft. Wanneer men overeenkomstig het voorstel rnS-, J61" Ve?linden zou besluiten, dan zal dit groot nadeel voor ffevi^k+^Vr126?10??311 orndat bij de verpachting dan combine wordt gemaakt en er slechts voor geringe bedragen aan pacht voor de staan plaatsen zal worden ingeschreven. ^onder boo:fdeli3ke s'fceBffiling wordt hierna overeenkomstig het voor- burgemeester en wethouders besloten. IDIOTEN PrU'nFVrZrEff OP ZOOM OM SUB SIDIE M„BEHOEV^V^N EEN AUTOTOCHT VOOR DE OUDËNTiÜj^AÖËN (Verzameling 1937 nr.51.) De heer VERLINDEN had zich aanvankelijk op hot standpunt gesteld Ye™^elijkheidsbelasting behoorde gegeven te orden, doch bij nadere overweging kwam spreker tot de conclusie dat a^rmede een gevaarlijk precedent zou worden geschapen, en het voor

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 168