- 7 - Wethouder MUSTERS wijst er op dat hij de tegenwoordige manier van gras maaien, er altijd een gedeelte van het korte gras blijft liggen, dat bij warm weer spoedig tot hooi wordt en na enkele regenbuien weg rot. Met een machine heeft men daar geen last van omdat deze al het afgemaaide gras meeneemt tot het kleinste sprietje toe. Spreker is dan ook van meening, dat een dergelijke machine voor de gemeente met haar mooie plantsoenen onmisbaar is, temeer omdat men daardoor de gelegenheid zal krijgen wat meer werk te besteden aan de verdere verzorging der plantsoenen. De VOORZITTER brengt dan het voorstel van burgemeester en wet houders in stemming, waarbij dit wordt aangenomen met l4 - 4 stemmen. Vóór stemden de heeren Schuyl,de Moor,Broekmans,ScheffelaarBosch man, Walder jMeerbach,Verlinden,van Hasseltvan Kaam,Krui ze,Bekker, Franken en Musters. Tegen stemden de heeren Weijts,KiepeJuten en van Hal. VIVOORSTEL TOT HET VERLEENEN VaN EEN CREDIET GROOT f.2900. VOOR HET VERHARDEN VAN EEN GEDEELTE VAN DE OUDE WOUWSCHEBAAN {Verzameling 1937 nr.4-8. De heer JUTEN merkt op, dat deze verharding zeer zeker een goede verbetering van dien weg zal zijn, waardoor tevens de gronden,die langs dien weg liggen, beter voor bouwgrond geschikt te maken zullen zijn, hetgeen een voordeel is voor de particulieren, die daar gron den hebben liggen. Ofschoon spreker geen tegenstander is van deze verbetering, zijn er z.i. toch wel enkele bezwaren a.sn verbonden en sprekers grootste bezwaar is wel de vraag, waarheen het water geleid zal moeten worden bij hevigen regenval, wanneer het tengevolge van de verharding door den weg zelf niet meer weg kan. Wanneer daar geen behoorlijke afwatering komt, zal dit naar sprekers meening tot vele moeilijkheden aanleiding geven. Z.i. is er nu een prpchtgelegenheid om het hemelwater van die straat af te leiden naar de Balscheloop, welke thans als mestvaalt gebruikt wordt en een speelplaats is voor de kinderen en een verzamelplaats van ongedierte. Om daaraan een einde te maken zou spreker de Balscheloop willen overwelven vanaf dc Oude Wouwschebaan tot aan wachtpost 12. Men zou dan een behoorlijke afwatering hebben en dc bewoners van dien weg voor veel overlast van het water vrijwaren. De heer VERLINDEN zegt reeds vroeger te hebben gewezen op de wen- schelijkheid tot overname van het rijk van den Wouwschenweg. Door B W is toen toegezegd, dat naar de mogelijkheid da,arvan een onder zoek zou worden ingesteld. Spreker vraagt hoever die kwestie thans gevorderd is? De heer SCHEFFELAaR zegt ook in de commissie gewezen te hebben op de vervuiling van de Balscheloop. Hij is het met den heer Juten eens, dat die toestand verbetering behoeft, doch hij betwijfelt of het rijk er aan zal medewerken om tot geheele overwelving van die loop te komen. De heer JUTEN wijst er op, dat toch ook de particulieren die langs de loop aan den Wouwschenweg bouwen, steeds toestemming van het rijk krijgen om een gedeelte van de loop voor hun woning te overwelven. Wethouder DE MOOR is van meening, dat een goede weg voor die be woners daar meer waard is dan de last van het beetje water, dat als gevolg van de verharding van den weg daar meer komen zei. Wat de af watering door de Balscheloop betreft, meent spreker dat die aanzien lijk beter is geworden tengevolge van de ontwateringswerken welke de heer Sitsen aan zijn gronden heeft aangebracht. Het overwelven van de Balscheloop kan heel goed en mooi zijn, maar daarbij zal toch op de eerste plaats rekening gehouden moeten worden met de financiën van de gemeente. Wat de overname van den Wouwschenweg betreft, zegt spreker dat daaraan door het college niets gedann is, omdat die kwestie ten nauwste samenhangt met het groote rioleeringsplan, waar van thans het gedeelte betreffende den Antwerpschenstraatweg wordt uitgevoerd. Wanneer dat is afgewerkt, kan weer een ander deel onder handen genomen worden. Wil de raad echter dat ook het gedeelte van het rioleeringsplan betreffende den Wouwschenstraatweg zoo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd, dan zal de raad zich daartoe moeten uit spreken. De heer JUTEN zegt zijn opmerking betreffende de Balscheloop ge maakt te hebben omdat hij van meening is, dat de gelegenheid nu gunstig is om met betrekkelijk geringe kosten tot verbetering van die afwatering over te gaan, en in de hoop, dat het college die opmer king in de ooren zou knoopen. Door de overwelving zouden vanzelf ook

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 166