2 - hoewel hij zich noodgedwongen thans hij het voorgestelde zal moeten neerleggen. Wat nu omtrent de loonen der werklieden wordt voorge steld, is sureker van meening, dat men daar zoo'n heetje mee ge schipperd heeft en van hoogerhand is gezegd: zoo kan het nu wel. Dat is zeer gemakkelijk, zegt spreker, en de goedkoopste weg, maar of men zich daarmede op een redelijk standpunt heeft geplaatstis voor hem een open vraag. Juist daarom is het naar sprekers meening goed geweest, dat de raad eenige maanden geleden op sprekers voor stel hesloot een deputatie te "benoemen. De Voorzitter zei toen wel, dat die deputatie toch niet zou worden ontvangen op het departement, omdat men daar immers niet de afgevaardigden van 1100 gemeente besturen kon ontvangen. Dat was in zooverre juist, dat men deze^ niet allen op één dag kon ontvangen. Er is echter wel gelegenheid gegeven aan de deputatie om deze materie te hespreken, waarhij spreker hier gaarne dank "brengt voor de moeite, welke hiertoe door het gemeentebestuur en het georganiseerd overleg is gedaan. Het resultaat van die bespreking ligt thans voor ons ter beslissing, en spreker kan wel zeggen, dat het voor hem niet bevredigend is. Er wordt z.i. nog te ver ingegrepen. Men heeft bij de vaststelling der loonen nog geen voldoende rekening gehouden met de prijsstijgingen. Men zegt wel, dat daar rekening mee gehouden is, maar naar sprekers meening absoluut niet voldoende en daarom heeft deze zaak hem ook niet die voldoening geschonken, die hij er van had mogen verwachten. Spreker gelooft dat over deze materie nog wel eens gesproken zal moeten worden en misschien al wel zeer spoedig. Hij heeft daar zoo'n voorgevoel van. De verkiezing voor de leden van de 2e Kamer is thans geschied en men kent hiervan het resultaat. Spreker hoopt nu maar, dat de komende nieuwe regeering een breederen kijk zal hebben op hetgeen men op "redelijke" wijze denkt nooclig te hebben aan salarissen en loonen om als ambtena.ar en werkmsji in dienst der gemeente een behoorlijk levensbestaan te hebben. De heer SCHUYL zegt met belangstelling kennis genomen te hebben van dit koninklijk besluit. Ofschoon wel een eenigszins tegemoet komende houding door den minister is aangenomen, kan hem het resul taat der door de raadscommissie op het departement gevoerde be sprekingen toch lang niet bevredigen. Toen de deputatie, waarvan ook spreker deel uitmaakte, het departement verliet, was de commissie unaniem van oordeel, dat er nog wel wat goeds uit de bus kon komen. Dat is echter niet gebeurd. Dit minder bevredigend resultaat is zeker niet te wijten a.an den wethouder van sociale zaken, die een groote activiteit in deze aan den dag heeft gelegd, en daarbij den steun had van de grootst mogelijke meerderheid van het college. Het spijt spreker, dat hij die waardeering niet ten opzichte van het geheele college kan geven. Had het geheele college zoo achter de commissie gestaan als de raad, dan zou dat ongetwijfeld meer be vredigend gewerkt hebben, temeer waar voor de gemeente Roosendaal wel bereikt werd, dat daarvoor de 2e klasse van het bezoldigings besluit zou gelden. Wanneer men den levensstandaard van beide plaat sen vergelijkt, dan is die in Bergen op Zoom zeer zeker niet lager dan in Roosendaal, en men had ten aanzien van de salarissen en loonen dan ook minstens onze gemeente met Roosendaal gelijk moeten stellen. Door den heer Franken is nog de uitslag der verkiezingen aangehaald en daarbij de verwachting uitgesproken, dat de nieuwe regeering blijk zal geven een breederen kijk op deze aangelegenheid te hebben. Spreker hoopt dat met den heer Franken, maar is te dien aanzien niet zoo optimistisch gestemd. Men zal eerst moeten afwach ten hoe de nieuwe regeering worden zal. De heer BROEKMANS begrijpt dat het college zich bij het koninklyk besluit heeft moeten neerleggen, maar hij wil toch protesteeren tegen een groote onrechtvaardigheid, welke met deze wijziging der salaris regeling begaan wordt ten aanzien van een groep hoofdambtenaren, die na de reeds ingevoerde 2^<j0 korting thans nog extra, gekort worden. Spreker heeft daar reeds eerder op gewezen en blijft dat een groote onbillijkheid vinden. Hij zal daarom ook tegen dit voorstel stemmen. De VOORZITTER merkt op, dat over deze zaak niet tu stemmen valt. Het besluit is niets anders dan de uitvoering van hot koninklijk be sluit, hetwelk ter kennisneming van den raad moet worden gebracht.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 161