- 14- -
de vereeniging voor luchtbescherming, maar de gemeente moet deze
zaak in eigen handen houden, waarbij de vereeniging slechts een aan
vullende taak heeft. Daarom is hier voorgesteld op het verzoek af
wijzend te beschikken en een subsidie te geven aan de landelijke
vereeniging voor luchtbescherming, zooals ook in vele andere gemeen
ten gebeurd is. Het hoofd van den gemeentelijken luchtbeschermings
dienst is met het ontwerpen van een volledige regeling dezer aan
gelegenheid doende, en te zijner tijd komt deze zaak dus toch weer
in den raad.
De heer SCHEFFELAAR acht het naar aanleiding van de mededeelingen
van den Voorzitter dan maar beter dit voorstal aan te houden tot de
geheele zaak in den raad komt.
De heer VERLINDEN is het er mee eens, dat de vereenigingen een
aanvullende taak in deze hebben. Er zal daarom een duidelijke om
schrijving moeten komen van wat de gemeente en wat de vereeniging
moet doen. Naar sprekers meening zal het op den weg der vereeniging
liggen om cursussen en allerlei voorlichting te geven aan de bevol
king en om de kosten daarvan te bestrijden, zal de subsidie, als
door hem voorgesteld, noodig zijn.
De heer BEKKER is het met den Voorzitter eens, dat boter op de
geheele regeling van den luchtbeschermingsdienst gewacht kan worden.
Dan kan precies omlijnd worden wat tot de taak der gemeente en wat
tot die van de vereeniging behoort en voorkomt men dat gelden worden
uitgegeven voor werk, dat niet door de vereeniging, maar door anderen
moet worden gedaan.
De heer JUTEN merkt op, dat toch iedereen wel kan begrijpen, dat
een landelijke vereeniging met een subsidie van f.24-, zooals hier
door het college is voorgesteld, niet in staat is om daar nog een
bedrag van beschikbaar te stellen aan de plaatselijke afdeeling.
Spreker vindt dat voorstel daarom niet juist. Wanneer men van mee
ning is, dat er hier een taak ligt voor een particuliere vereeniging,
dan zal een subsidie gegeven moeten worden aan de olep.tselijke ver
eeniging en niet aan de landelijke.
De VOORZITTER zegt dat de moeilijkheid is, dat nog niemand precies
kan zeggen, wat er allemaal gebeuren moet, en zoolang men niet weet
welke de taak van een vereeniging als deze is, kan ook moeilijk het
bedrag der subsidie bepaald worden. De hier door het college voor
gestelde subsidie beoogt dan ook niets anders te zijn dan een erken
ning van de landelijke vereeniging op de wijze zooals ook de andere
groote gemeenten dit gedaan hebben.
De heer VAN HASSELT kan zich met het voorstel van B W vereeni
gen, en is het er mee eens, dat nog niets omtrent de taak der ver
eeniging te zeggen valt. Wanneer de geheele regeling van den lucht
beschermingsdienst ontworpen is, kan men pas op de juiste wijze over
deze zaak oordeelen.
De heer VERLINDEN zegt in afwachting van het in den raad brengen
van de geheele regeling, zijn voorstel in te trokken, en er zich mede
te kunnen vereenigen dit voorstel zoolang aan te houden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten dit voorstel aan
te houden tot t.z.t, de geheele regeling van den luchtbeschermings
dienst in den raad zal worden gebracht.
XIII. ADVIES OP HET VERZOEK VAN DE N.V.VEREENIGDE PETROLEUM MAATSCHAP^
JgPMCTAr SINCLAIR^SINFINA^ "TÈ~ ROTTERDAÏOM VERGUNNING
TOT.HERPLAATSEN VAN EEN BENZINE-.PCMPINSTATJ,ATTË~Ö^Ê1TTw
GEMEENTEGROND
Cvërzamëïing1937 nr.39.)
De heer cUTiN wijst er op, dat deze installatie geplaatst wordt 00
de Z.Z.Haven, juist op het gedeelte dat bij hoog water het eerst
onder water komt te staan. Dit zou z.i. gevaar kunnen opleveren en
spreker acht het dan ook wenschelijk, daarop de aandacht van het col
lege te vestigen, Met het oog op het gevaar, zouden misschien bijzon
dere voorwaarden gesteld kunnen worden.
De heer SoHEiFnLAAR zegt het bezwaar van den heer Juten niet te
deelen, temeer daar er aan die zijde van de haven reeds drie derge
lijke pompen staan. 5
De heer^JUTEN zegt er slechts de aandacht op te hebben willen
vestigen, Hij heeft overigens geen bezwaar tegen het voorstel.
De VOORZITTER zegt dat met de opmerking van den heer Juten'reke
ning zal worden gehouden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders besjLoten.