11 - niets gezegd is omtrent het sluitingsuur tijdens de zomermaanden komt omdat dit een geheel andere kwestie is, In die maanden profi- teeren slechts enkelen van een later sluitingsuur en die kunnen er dan ook wel iets voor betalen. Om nu vandaag te besluiten om het sluitingsuur voor alles op 12 uur te stellen, voelt spreker niet veel voor. Spreker houdt erg van vrijheid en om zooveel mogelijk ieder vrij te laten, en daarom behoort z.i. aan de vrijheid die we hier in dit opzicht altijd gekend hebben, zoo weinig mogelijk ge knabbeld te worden. De middenstand heeft het al kwaad genoeg en men moet deze zoo min mogelijk belemmeren om wat te verdienen. De heer SCHUYL zegt geen voorstander te zijn van het voorstel, zooals de.t door een aantal raadsleden is ingediend .Naar sprekers meening is dat een stap terug op den afgelegden weg. Spreker is het in deze geheel eens met de woorden, welke door den heer de Moor werden gesproken. Hij acht een ingaan op het voorstel van bedoelde raadsleden noch noodzakelijk noch wenschelijk. De VOORZITTER wil naar aanleiding van de opmerking van den heer Meerbach er op wijzen, dat de door hem oorspronkelijk genomen maat regel betreffende het sluitingsuur niet de bedoeling had om er financieel voordeel voor de gemeente uit te halen. Zooals spreker reeds in de vorige vergadering mededeelde, beschouwde hij het als een proef, waarbij echter de financiën van geen noemenswaardig belang waren. De heer JUTEN zou zich wel kunnen vereenigen met het voorstel van den heer de Moor om deze zaak te renvoyeeren. Sprekers grootste bezwaar tegen het ingediende voorstel betreffende het sluitingsuur is echter, dat ook op Asch-Woensdag, dus op Carnavals-Dinsdag het sluitingsuur steeds met een uur wordt verlengd, waardoor de cafe's tot 1 uur kunnen open blijven. Naar sprekers meening heeft dit n99^"? bestaan, men kreeg nog wel de gelegenheid om na 12 uur zijn rijwiel e.d. te halen, maar er mocht niet meer worden getapt. Spreker is van oordeel, dat dien Dinsdag het sluitingsuur op 12 uur gehandhaafd moet blijven. De heer BECHT is het niet met den heer Juten eens en zegt dat op den door dezen bedoelden dag het sluitingsuur altijd op 1 uur is gesteld. De heer JUTEN betwist dit, en zegt hiernaar nog geïnformeerd te hebben bij een caféhouder, die het volkomen met hem eens was. Uit het ingediende voorstel zou men den indruk krijgen, dat het sluitingsuur op Carnavals-Dinsdag altijd om 1 uur geweest is en spreker wil door zijn opmerking voorkomen, dat hieromtrent een ver keerde meening post vat, want op dien dag is nooit verlenging v^n het sluitingsuur geweest. De heer BSKKER zegt het voorstel geteekend te hebben om een voor allen gelijke regeling van het sluitingsuur te krijgen en te voor komen dat de een wel verlenging zou kunnen krijgen omdat hij het betalen kan en de ander niet omdat hij er geen geld voor heeft. Wanneer men het sluitingsuur zoowel voor de cafe's als voor de kermis op 12 uur stelt, dan heeft spreker daar geen bezwaar tegen, maar het gaat z.i. niet aan, dat de eerste om 12 uur moeten sluiten en.,*7® laatste tot 2 uur mag open blijven. 1 en moet in deze zaak het gelijke monniken gelijke kappen toepassen. De heer SCHEFFELAAR zegt zich heel goed te kunnen vereenigen met hetgeen door den heer de Moor naar voren gebracht is. De VOORZITTER is van meening, dat deze zaak niet naar B W ge- renvoyeerd behoeft te worden om een algemeene regeling voor de cafe's en de kermis te bekomen. De raad kan daartoe heel gevoeglijk reeds nu het besluit nemen. De heer Vh*RLINDjlN was ook van meening, dat op Carnavals-Dinsdag de cafe s om 12 uur moesten sluiten, maar bij informatie werd hoi- verzekerd, dat het steeds om 1 uur was De heer BECHT zegt dat dit ook zoo is. De bals moesten op dien dag om half twaalf eindigen, maar do cafe's hebben altijd tot 1 uur mogen open blijven. d Wethouder DE MOOR trekt naar aanleiding ven de opmerking van den Voorzitter dan zijn voorstel om deze zaak te renvoyeeren in, en doet het voorstel om het sluitingsuur zoowel voor de cafe'»s als voor de kermis te bepalen op 12 uur. Wethouder MUSTERS meent dat een dergelijk voorstel toch niet rauwelings ter tafel moet worden gebracht. De VOORZITTER merkt op dat degene, die het er niet mee eens is, dan maar moet tegen stemmen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 146