- 9 -
De heer BROEKMANS zegt het door den Voorzitter bedoelde staatje
te hebben ingezien. Hij twijfelt echter aan de juistheid daarven,
want hij heeft zelf ot> een der daar genoemde dagen in het onder nr.l
aangeduide lokaal gezeten en is daar om ongeveer half een weg gegaan.
Er waren toen zeker nog ongeveer A-O bezoekers inplaats van 25 zoo
als 00 den staat is vermeld.
De VOORZITTER zegt, dat de staat is ongemaakt op ambtseed.
Wethouder MEERBACH wil dan toch mededeelen, dat hem hetzelfde is
opgevallen als den heer Broekmans. Spreker is in een ander van de
op den staat vermelde café's geweest en den eenen keer was er zeker
het dubbel aantal bezoekers van hetgeen op de lijst vermeld is en
den anderen keer nog niet de helft. Naar aanleiding hiervan moet
spreker de waarde van deze statistiek dan ook in twijfel trekken.
De VOORZITTER zegt dergelijke opmerkingen wel verwacht te hebben.
Hij wil zich echter houden aan de officieel verstrekte gegevens.
De heer BECHT zegt ook geen waarde te hechten aan den bedoelden
staat. Als de Voorzitter opmerkingen als nu gemaakt zijn, wel ver
wacht had, begrijpt spreker niet waarom de staat is opgemaakt. Bij
het nagaan van het lijstje zag soreker een café staan, waan viermaal
een G staat, terwijl hij absoluut weet, dat dit café iederen dag tot
2 uur open is geweest.
De VOORZITTER meent dat de deur wel open geweest kan zijn, maar
dat wil nog niet zeggen, dat er bezoekers waren.
De heer BECHT weet zeker, dat er ook altijd menschen waren.
De heer VERLINDEN zegt zich goed te kunnen indenken, dat de 00-
merking van den heer Broekmans omtrent het aantal bezoekers 00 een
beoaalden tijd juist is. Men moet echter niet vergeten, dat de
politie niet overal tegelijk kan zijn, en het is heel goed mogelijk,
dat men dien avond in café nr.l t>as 5 minuten voor één gekomen is.
Spreker hecht ook geen absolute waarde aan den staat, maar hij appre
cieert het werk dat er voor gedaan is en gelooft dat de menschen
hun gegevens geheel naar waarheid hebben verstrekt.
De VOORZITTER zegt dat de opmerking van den heer Verlinden juist
is. Om geheel precies^te zijn, zou men het geheele aangegeven uur
bij het betrokken café moeten blijven staan, hetgeen natuurlijk niet
doenlijk was, Dit neemt echter niet weg, dat de staat toch wel eenig
beeld geeft omtrent het bezoek. Hetgeen soreker overigens bevreemd
heeft, is dat door de voorstellers geen verlenging van het sluitings
uur is aangevraagd voor de zomermaanden, hetgeen toch van belang is
in verband met het vreemdelingenverkeer.
De heer BECHT zegt dat de zomermaanden er uit gelaten zijn omdat
dan toch slechts enkelen van een later sluitingsuur kunnen profitee
red Deze moeten dan maar verlenging aanvragen en er voor betalen.
De heer SCHEFFELAAR merkt op, uit het staatje gezien te hebben
dat het sluitingsuur met de kermis toch op 2 uur gesteld is, zoodat
de Voorzitter dus toch is geretireerd na de vorige raadsvergadering.
De VOORZITTER zegt zijn zin niet te hebben willen doordrijven,
toen na de vorige vergadering het onderhavige voorstel door een aan
tal raadsleden werd ingediend. Soreker houdt er van soortief te zijn
en besloot daarom het voor dezen keer nog te laten zooals het altijd
geweest is.
De heerSCHEFFELAAR zegt geen kermisvierder te zijn, maar toeval
lig kwam hij Vrijdags in de kermisweek om 11 uur van een vergadering
en bij het naar huis gaan ever de Vischmarkt bleek dat toen alle
vermakelijkheden daar reeds gesloten waren. Soreker begrijpt dan ook
niet, waarom het sluitingsuur van de kermis 00 2 uur gehandhaafd
moet blijven.
De VOORZITTER zegt cok geconstateerd te hebben, dat slechts een
enkele inrichting tijdens deze kornis later open is geweest dan 12
uur.
Wethouder MEERBACH zou in verband met den overgelegden staat nog
een enkele opmerking willen maken, en er op willen wijzen dat er
twee soorten leugens zijn en wel om met Chesterton te soreken: ver
vloekte leugens en statistische leugens. Van deze laatsten is dit
staatje een bewijs. Toch heeft dit staatje voor soreker wel eenige
waarde, als hij het groote aantal "G"s nagaat, dat er 00 voorkomt.
Volgens den ontwerper beteekent die "G" geen bezoek, doch spreker
zou er voor willen lezen"geen geld", Geen geld voor de menschen om
een cafe te bezoeken, geen geld voor de caféhouders om extra belas
ting te betalen. Niemand, zegt spreker, noch de Voorzitter, noch wij,
wilden aan den bestaanden toestand iets veranderen. De burgemeester