leerjaar. Bij de scholen waar geen 7 klassen l.o. zijn, wordt de 7e klasse praktisch gevormd door de le klasse van het u.l.o.Men voorkomt daardoor dat de leerlingen der Je kla„ese een herhaling krijgen van de 6e klasse, zooals hij de l.o. scholen het geval is. Men krijgt nu echter het bezwaar, dat voor het volgen van het onder wijs in de le klasse u.l.o., dus om don wettelijk verolichten leertijd vol te maken, aanmerkelijk meer schoolgeld moet worden be taald. Dat is naar sprekers meening niet juist en hij zou dan ook hiervoor een andere regeling van schoolgeldheffing willen hebben. Soreker weet wel, dat er aan de hand va.n de bestaande verordening niets a.an te doen is, maar er zit toch iets kroms in. Soreker stelt da.n ook voor, deze zaak na,a.r B ff te renvoyeeren en het college in overweging te geven te dezer zake met een herziening der schoolgeld verordening bij den raad te komen. De heer VERLINDEN is het volkomen eens met den heer Scheffelaar. De oorzaak van den onjuisten toestand zit z.i. in de ooheffing van het Je leerjaar. Soreker acht het wel van belang, dat de kinderen nog een js.ar u.l.o. onderwijs kunnen volgen en daardoor zich eenige talenkennis kunnen eigen maken. Spreker kan zich dan ook wel met het voorstel van den heer Scheffelrar vereenigen. De heer SCHUYL wijst er op, dat de kla.cht, waarmede de heer Scheffelaar hier naar voren komt, niet in den raad thuis hoort, maar in Den Haag, waar door de regeering besloten werd tot afschaffing van het Je leerjaar. De toestand, waarover nu geklaagd wordt, is dan ook een gevolg van de gedurende de laatste vier jaren gevoerde regeeringspolitiek. Hen doet goed zich dit te realiseeren, voordat men hier met klachten komt. De heer VAN HASSELT merkt op, de.t de adressant ook bij hem ge weest is. Spreker is het er mee eens, dat geen andere beslissing op het verzoek genomen kan worden dan door het college is voorgesteld. Wat de door den heer Scheffelaar gevraagde herziening der school geldregeling betreft, gelooft spreker niet, dat dit zoo eenvoudig is. Het Je leerjaar is wel opgeheven, maar de verplichting om de kinderen tot het l^e jaar op school te houden is gebleven. Daar door is men er toe gekomen bij de scholen, waar geen Je klasse l.o. bestaat of een 6e klasse b, de le klasse van het u.l.o. te gaan be schouwen als het Je leerjaar. Wanneer men zulks ook ten aan zien van het schoolgeld wil doen, dan is daar naar sprekers meening toch wel eenig gevaar aan verbonden. Immers voor het u.l.o. zijn de vergoe dingen oer leerling veel hooger dan voor het l.o,, en wanneer nu de le klasse u.l.o. voor het schoolgeld gelijk zou worden gestold met de 7e klasse l.o., dan is het niet meer dan billijk, dat ook de vergoeding aan de schoolbesturen naar dien maatstaf berekend wordt. Spreker gelooft echter niet, dat de schoolbesturen daar erg voor te vinden zullen zijn. Het is z.i. wel wenschelijk, dat deze zaak eens nader bekeken wordt. Het zou misschien mogelijk zijn om voor de leerlingen der le klas u.l.o. een reductie oo het schoolgeld te geven. Wethouder MEERBACH meent dat zulks nog een ooen vraar is. De heer VAN HASSELT gelooft ook niet, dat het zoo gemakkelijk gaan zal. d De heer BEKKER is het eens met hetgeen in deze door den heer van Hasselt naar voren gebracht werd. Het gemis van een 7e klssse 1 o wordt door menschen als deze verzoeker, die niet van olm was zijn n- v.* doen genieten, ten zeerste gevoeld, en hij is nu ver- olicht er zooveel meer schoolgeld voor te betalen. D.T>n?+^ud.er ^EER5ACH *?e£kt °P> dat de vorige sorêkers elkaar reeds hofï n f beantwoord hebben. Ten aanzien van het verzoek van den o?i\lne geen andere beslissing genomen worden dan hier door h-,t 0 eSe 18 voorgesteld, en het heeft dan ook geen enkel nut op Si voorstel van den heer Scheffelaar in te gaan, om deze zaak naar B W te renvoyeeren. Iets anders is de vraag of geen andere rege ling mogelijk is ten aanzien van het Je leerjaar l.o. en de le klas dit ii'pl ?LZfiV0r ,f?rek®r daar momenteel over oordeelen kan, zal fof zoo eenvoudig zijn en zal iedere verandering slechts leiden m-ii dlt1;ere fmancieele consequenties voor de gemeente Soreker laïa SÏÏÜÏ grJaS de toezeSginS d°eS, dat deze kwestil loor het col! lege nader onder oogen gezien zal worden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 140