ACHTSTE VERGADERING,
Dinsdag 30 Juni 1936, des namiddags twee uur.
Voorzitter: de heer Jos.de Moor, waarnemend voorzitter.
Aanwezig de heeren: Jos.de Moor,C,Dielissen,B.Kruize,J.B.Meerbach,
P.F.van Kaam,J.Demmers,M.P,Franken,E.A.G.KiepeJ.P,Bekker,Adriaan
Juten,H.Walder,G,Becht,C,J.A.M.Verlinden,M.J.ScheffelaarS.A.Mus
ters, Th,Boschman en J.van Hasselt,
afwezig met kennisgeving wegens uitstedigheid de heer F.Broekmans,
en wegens ziekte de heer Joh.Sohuyl.
Seoretaris: de heer J.A.van de Wouw.
De VOORZITTER opent de vergadering en schorst deze direct daarna,
om don raad in de gelegenheid te stellen in besloten zitting over te
gaan.
Na heropening stelt de VOORZITTER aan de orde punt I der agenda:
VASTSTELLING V*N DE NOTULEN VAN DE VERGADERING V*N DEN RhaD VAN 29
:.:zi 1936.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze
ongewijzigd vastgesteld.
II. INGEKÖüEN STUKKEN.
-Gedeputeerde staten van Noordbrabnntr s-Hertogenbosch 10 Juni
Goedkeuring van het raadsbesluit tot het om niet aanvaarden van
diverse voorwerpen ter plaatsing in het gemeente-museum.
b. Gedeputeerde staten van Noordbrabant. 'B-Hertogenbosch 10 Juni
1936. G.nr.28^~Ille afdeeling.
Bericht van verdaging der beslissing omtrent goedkeuring van het
raadsbesluit tot verweer in reohten tegen het oassatieberoep
door A.J.J.do Meulemeester ingesteld naar aanleiding van het
arrest van het Gereohtshof te s-Bosoh dd.ll Februari 1936.
cCommissaris der Koningin in de provincie Noordbrabant. 's-Herto-
genbosch 11 Juni 1936. A.nr.4. Ie afdeeling.
Mededeeling van het koninklijk besluit van 30 Mei 1936,nr»5l,
houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot wijziging der alge-
meene salorisverordening 1936, voor zooveel het politiepersoneel
betreffende.
dBurgemeester en wethouders van Borgen op Zoom. 17 Juni 1936.
Prooes-verbaal van kasopname ten kantore van den gemeente
ontvanger per 17 Juni 1936.
e. Accountantskantoor v.d.Eeden en v.Vlijmen te Bredaf Breda 1 Mei
193b.
Proces-verbaal van kasopname ten kantore van de gemeentebedryven
per 17 December 1935.
De heer VERLINDEN wijst op den post, welke in het proces-verbaal
voorkomt, betreffende voorschot op salaris ad f.550,In verband
met hetgeen hieromtrent bij een vorige gelegenheid is opgemerkt,wil
spreker hier gaarne een nadere toelichting op hebben.
De heeren Dielissen, Scheffelaar en Franken hadden dezelfde op-
r. erking willen maken.
De heer JUTEN had ook dezelfde bemerking en wijst er bovendien
op, dat het proces-verbaal van 17 Deoember 1935 ie en het feit dus
toen reeds geconstateerd is.
Wethouder ME2RBACH zegt,dat het verstrekken van een salnris-
voorschot ad f.^5°>hem bekend was en dat voorschot met zijn mede
weten en uitdrukkelijke goedkeuring is verleend. Het betrof hier een
bijzonder geval, waarbij de omstandigheden zoodanig waren, dat spre
ker meende daar geen bezwaar tegen te moeten maken. Het overige be
drag was spreker niet bekend en hij heeft daarnaar dan ook direot
een onderzoek ingesteld bij den betrokken dienst. Hem is thans toe
gezegd, dat in de toekomst geen salarisvoorschot meer zal worden
gegeven
De heer DIELISSEN merkt op, dat onkele maanden geleden door den
heer Juten ook reeds een bemerking £2naakt is over het verstrekken
van voorschot op salaris. Toen is ook toegezegd, dat het niet meer
zou gebeuren, en toch moeten we dit feit thans weer constateeren
Spreker hoopt, dat nu de hand gehoudon zal worden aan de gedane
toezegging.
Wethouder MEERBACH zegt,dat ondanks de meest stellige toezeggin
gen, hij net den besten wil der werold dergelijke feiten niet steeds
zal kunnen voorkonen, tenzij hij dag en nacht voor de brondkast zou