- 12 - ling naar voren te moeten "brengen. Wat de kwestie zelf aangaat, wijBt spreker er op, dat het hier betreft een verzoek van verschillende oaféhouders om de belastingen die op hun bedrijf drukken, eenigszins te verlagen. Wanneer men nagaat, dat deze menschen alle mogelijke moeite moeten doen om de eindjes aan elkaar te kunnen knoopen, dan doet het antwoord van B W, vervat in het afwijzend voorstel, niet prettig aan. Er is echter nog meer. Als er gesproken wordt over de inkrimping van de weekmarkt bijvoorbeeld, dan worden door het college de vertegen woordigers der belanghebbenden gehoord en krijgen deze de gelegen heid hun belangen bij het college persoonlijk te bepleiten.' Zulks is ook in dit geval niet gebeurd. Mede in verband met het feit, dat een der leden van het college het niet eens is met het door B W gedane voorstel, stelt spreker voor, dit punt aan te houden en de zaak te renvojreeren naar B W teneinde dezei alsnog in de gelegenheid te stellen eenige der adressanten omtrent deze aangelégenheid te hooren. Spreker is er van overtuigd, dat door B W dan een billijker standpunt zal worden ingenomen dan met de botte afwijzing zooals nu wordt voor gesteld. De heer BEKKER wil naar aanleiding van de opmerking van den heer Verlinden als zijn meening naar voren brengen, dat het ver minderde cafébezoek niet te wijten is aan het gemis van muziek tengevolge van de hooge kosten van een muziekvergunning, maar omdat er tegenwoordig niet meer zooveel geconsumeerd kan worden als vroeger. Iedereen heeft tegenwoordig radio en als men naar een café gaat, doet men dat niet om daar muziek te hooren, maar om er iets te gebruiken. Spreker heeft meermalen gehoord, dat een bezoeker tot den caféhouder zoide om de muziek maar af te zetten, want dat hij die thuis al genoeg hoorde. Naar sprekers meening zal door een^verlaging der kosten van muziekvergunningen het be zoek aan café's dan ook niet drukker worden. Hij iB het er wel mee eens, dat de belanghebbenden in deze in de gelegenheid gesteld moeten worden hun belanden te bepleiten, en daarom kan hij zich met het voorstel van den heer Beoht vereenigen. De heer BROEKMANS ze t zich ook te kunnen aansluiten bij het voorstel van den heer Beoht, hetwelk hij reëel en billijk vindt. In een volgende ver -adering kan de raad er dan beter over beslis sen, wanneer eerst de belanghebbenden zijn gehoord. De VOORZITTER begint met er op te wijzen, dat de begrooting voor 1936 reeds is vastgesteld en daar dus niet meer aan te tornen valt, zoodat een verlaging ten aanzien van de personeele belasting niet meer mogelijk is voor dit jaar. Wanneer een dergelijke ver laging door den raad zou worden aangenomen, zou die pas volgend jaar kunnen ingaan. Overigens is spreker van meening, dat het toch niet aangaat om maar op allerlei verzoeken zooals deze, welke een vermindering van inkomsten der gemeente tot gevolg hebben, in te gaan. Bovendien is de raad reeds vorig jaar aan do caféhouders tegemoet gekomen, toen op voorstel van den heer Boschman besloten werd de huurwaarde dezer zaken voor de personeele belasting met 1/3 te verlagen. Er wordt nu wel van verschillende zijden op ge wezen, dat deze zaken zoo sleoht gaan, maar wanneer spreker dan kijkt nanr de carnaval, welke pas enkele weken voorbij is, dan kan hij niet anders zeggen, dan dat het toen heel aardig ging. Ook de animo voor deze zaken is nog altijd heel groot, en^wanneer er een leeg komt, staan er direct anderen klaar om de zaak op nieuw te beginnen. Spreker gelooft dan ook niet, dat de klachten uit deze kringen nu wel alle zoo gegrond zijn. Hij heeft er echter geen bezwaar tegen om dit punt aan te houden en eerst de belang hebbenden er nog over te hooren. Of dit echter een wijziging van het nu door B W gedane voorstel zal meebrengen, betwijfelt 6preker De heer VERLINDEN heeft, na hetgeen hieromtrent door den heer Becht naar voren gebracht is, er geen bezwaar tegen om zijn voor stel in te trekken en zich met het door den heer Becht gedane voorstel te vereenigen. Bij die bespreking met belanghebbenden zou dan z.i. de verlaging der kosten van muziekvergunningen te'.ens onder oogen gezien kunnen worden. In dit verband wijst spreker er op, dat men tegenwoordig in alle kapperszaken ook een radio heeft, en voor die muziek toch ook geen belasting betaald behoeft te worden. De VOORZITTER is den heer Verlinden dankbaar voor dien wenk, en zegt, dat daaraan door B <7 zeer zeker aandacht geschonken zal worden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 90