wijze een verhooging te geven. Spreker vraagt zich af, of dit mis schien de gevolgen zijn van de in het vooruitzicht gestelde bezui nigingen. Hij gelooft wel, dat alles hetgeen hij hieromtrent zegt, toch niets zal uithalen, gezien de samenstelling van dezen raad, maar dat neemt niet weg, dat hij het niet juist vindt, en het heel gemakkelijk is om verhoogingen te geven, wanneer men daar zelf via de hooge belastingen niet aan behoeft bij te dragen, De heer BOSCHMAN zegt tegen do bewering van den heer Juten ten aanzien van het betalen van hooge belastingen te moeten protes teeren, waar deze het doet voorkomen, alsof hij hier in den raad de eenige is, die veel belasting moet betalen. Spreker wil er op wijzen, dat hij zeker zoo goed zijn aandeel in de belasting be taalt als de heer Juten, en missohien nog wel meer dan deze, maar dat is bij spreker van geen invloed bij het beoordeelen van de billijkheid eener zaak. De heer BEOHT merkt op, dat z.i. de salarissen over de geheele lijn verlaagd moeten worden inplaats van verhoogd. Hij zal dan ook tegen dit voorstel stemmen, en zulks temeer, waar het hier be treft salarissen, die toch reeds aan den hoogen kant zijn. De heer BEKEER zegt, dat dit voorstel niets anders is dan een uitvloeisel van de aanschrijving van den minister, welke omtrent het salaris van den directeur der arbeidsbeurs gekomen is. Waar reeds eerder do salarissen der commiezen en hoofdcommiezen op aandrang van den minister moesten worden verhoogd, zullen B W nu een derde aanschrijving hebben willen voorkomen en is daarom dit voorstel gedaan. Spreker vindt dit volkomen juist en zal er zijn stem dan ook aan geven. Wethouder MUSTERS wijst er op, dat hier geen sprake is van een willekeurige verhooging, maar dat dit voorstel gedaan is naar aan leiding van de aanschrijving, welke hieromtrent van den minister gekomen is. De VOORZITTER zegt, dat het hier niets andere betreft dan dat nu de overige ambtenaren in de salarisklasse der commiezen en hoofd commiezen met deze laatsten op gelijke lijn zijn gebracht. Met een salarisverhooging als zoodanig heeft dit niets te maken. De heer JUTEN blijft van meening, dat de tegenwoordige salaris sen der gemeente hoog genoeg zijn, en acht elke verhooging, in welken vorm ook, in dezen tijd onjuist. Spreker vindt het ook ver keerd, dat de door den directeur dor arbeidsbeurs vervulde neven betrekkingen worden waargenomen in gemeentetijd. Wethouder MUSTERS zegt,dat het niet juist is, als zou de direc teur der arbeidsbeurs die nevenbetrekkingen, welke geheel uit zijn functie zijn voortgevloeid en er nauw mee samenhangen, geheel in gemeentetijd vervullen, integendeelde directeur is daaraan heel veel van zijn eigen vrijen tijd kwijt. Wat het hier door B W ge dane voorstel betreft, meent spreker, dat het niet meer dan bil lijk is, dat de directeur der arbeidsbeurs, die altijd in den rang van commies he^ft restaan, ook dezelfde verhooging van salaris krijgt als aan de commiezen is gegeven. Het zou onbillijk zijn, wanneer dit niet gebeurde, en daar heeft de minister dan ook terecht do aandacht op gevestigd. De heer BOSCHMAN zogt op die onbillijkheid reeds gewezen te hebben bij dc behandeling van het voorstel tot verhooging der salarissen van commiezen en hoofdcommiezen. Do heer VAN r.ASSELT zegt niet tegen dit voorstel te zullen stemmen, omdat hij toch wel voelt daarmede niets te bereiken. Hij wil er echter op wijzen, dat het vorige college en ook de vorige raad zich steeds op het standpunt stelden, cm incidenteel geen sal ar i sverhoogingen toe te kennen, doch er c ivjt? gezorgd werd voor een gelijkstelling over de geheele 'iin^e. Daarmede worden naar sprekers meening, gevallen als deze -... -/.komen. Wanneer het nu de bedoeling van den minister is om op mmó manier meer gelijk heid te brengen in de salarisroge'ling met de bedoeling om later te kunnen komen met een verlaging over de geheele lijn, dan kan spreker er zich wel mee vereenigon. De heer BECHT vraagt aanteekening in de notulen, dat hij tegen dit voorstel is. Met de door den heer Becht gevraagde aanteekening, wordt hierna zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders besloten.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 88