- 6 -
Dq heer VAN HASSELT zegt, dat men kalm moet afwachten of er al
of niet iets van gezegd zal worden, wanneer men iets doet. Om
daarop vooruit te loopen en er z'n "beslissing van te laten afhan
gen, acht spreker verkeerd. Spreker is van meening, dat de kwestie
van het onderhoud van dezen weg en dat van den dijk aan den Geer-
truidapolder niet hetzelfde is. Bij dezen weg weet men, wie de
onderhoudsplichtige is, terwijl dit bij den dijk nog geenszins
vast staat, zooals spreker indertijd uitvoerig aangetoond heeft.
Hier staat z.i. vast, dat de gemeente er voor te zorgen heeft,
dat de weg goed is, en waar spreker nu van den wethouder nog hoort,
dat een deel van dien weg in eigendom is van de gemeente, zou hij
er op willen aandringen om den weg alsnog te doen opknappen, het
geen naar zijn meening zonder veel kosten door enkele werkloozen
geschieden kan.
Wethouder MUSTERS merkt op, dat het de gewoonte is, wanneer een
dergelijke weg verbeterd moet worden, dat de aangelanden eens bij
elkaar komen en bespreken op welke wijze zulks hot best geschieden
kan. Naar sprekers meening moet ook hier deze weg gevolglworden
waarbij natuurlijk op de medewerking van de gemeente als gedeelte
lijk eigenaar van dien weg kan worden gerekend.
De heer BOSCHMAN zou dan, naar aanleiding van de opmerking van
den heer Musters, willen voorstellen, dat door de gemeente zoo
spoedig mogelijk overleg omtrent verbetering van den weg met de
aangelanden zal worden gepleegd.
De heer VERLINDEN is er ook voor, orn den weg in behoorlijken
staat te brenscen, maar hij vraagt zich af, of men geen gevaarlijk
precedent gaat stellen, indien de gemeente hier zonder meer toe
overgaat. Hij zou dan ook eerst een poging willen doen om den
weg te laten verbeteren door de menschen, die tot het onderhoud
verplicht zijn.
De heer JUTEN wijst er op, dat door de gemeente reeds meerdere
wegen verbeterd zijn, die wel openbaar zijn, maar in onderhoud bij
particulieren, zooals o.a. de Balschebaan. Het is daarbij steeds
usance geweest, dat de emeente de eigenaren aanschrijft om voor
verbetering van den we - zorp- te dragen. Naar sprekers meening be
hoort dit ook nu te gebeuren.
Wethouder DE MOOR zegt er geen bezwaar tegen te hebben om den
concept-brief aan te vuïlen met de mededeeling, dat de bij het
onderhoud betrokkenen door de gemeente zullen worden aangeschreven
om voor verbetering van don weg te zorgen.
De heer VAN HASSELT kan zich hier wol mee vereenigen als de ver
betering dan ook maar spoedig ter hand genomen wordt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten den ter in
zage gelegden concept-brief aan te vullen als door den heer De Moor
is medegedeeld.
IV. VOORSTEL TOT HET BENOEMEN VAN VIER LEDEN-RAADSLEDEN VAN DE
COMMISSIE VOOR HET GEORGANISEERD OVERLÉG.
Verzameling 193& nr.16.)
Op verzoek van den VOORZITTER wordt het stembureau gevormd door
de hoeren Bekker,Kiepe en Demmers.
Bij de stemming worden uitgebracht 18 biljetten met de navol
gende stemmen:
Bekker 13
Walder 13
van Kaam 12
Verlinden 11
Dielissen 1
van Hasselt 1
Broekmans 1
blanco 5 biljetten.
Gekozen zijn dus de hoeren Bekker, Walder, van Kaam en Verlin
den, die op de desbetreffende vraag van den Voorzitter, verklaren
de benoeming aan te nemen,
V. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN EEN REGLEMENT VOOR DE AMBTE
NAREN IN DIENST DER GEMEENTE BERGEN OP ZOOM.
I~Ver zomeling 193^ nr ,27,
De heer JUTEN zegt niet voornemens te zijn over dit reglement
het woord te voeren. Hij beschouwt dit reglement als overbodig
omdat de ambtenaren hier zoo goed behandeld worden, dat een der
gelijk reglement, als we hier voor ons hebben liggen, achterwege
kan blijven. Spreker zal dat steeds blijven zeggen en de zijner
zijds bestmnde bezwaren zal hij daarom niet naar voren brengen