- 2 - doen, dit onmiddellijk ter kennis van B W te brengen» In het be lang van de gemeente Bergen op Zoom, en in het belang van de ambte- naren en de gemeenschap heeft spreker gemeend dit in het openbaar naar voren te moeten brengen en hij hoopt, dat het college deze zaak ernstig zal bezien en een herhaling van de vroegere geschie denis zal weten te voorkomen. De heer SCHEFFELAAR zegt, dat het ook hem gefrappeerd heeft, dat een voorschot op salarissen gegeven werd en er een tekort was geoonstateerd van f.100,Hij zou hieromtrent gaarne nadere in lichtingen hebben en meent, dat het niet te pas komt voor een accountantskantoor om, als er een tekort in kas geconstateerd wordt, een slag rond den arm te houden door te zeggen, dat hiervan bij een volgende Kasopname niets meer te zien was, Haar sprekers inzicht had wel degelijk een onderzoek naar de oorzaak van dit tekort moeten plaats hebben. De VOORZITTER zegt, dat de post van f,225,-— gsen voorschot op salaris betreft, doch betrekking heeft op een verleend voorschot voor werk, dat door den aannemer van het werk aan den Kavendijk gedaan was. Dit voorschot werd gegeven om dezen niet financieel krachtige menschep het verder werken mogelijk te maken. Haar sprekers meening is deze post in het proces-verbaal dus eigenlijk verkeerd omschreven. Wat net bedrag van f.15,betreft, is dit inderdaad juist, De directeur van gemeentewerken heeft hieromtrent aan het college medegedeeld, dat het verleenen van gemeld voor schot wegens bijzondere omstandigheden eenmaal is voorgekomen en zulks vorig jaar is geschied. Het is verder nooit gebeurd en er zal ook zorg voor gedragen worden, dat dit niet meer voorkomt. Het is wel vanzelfsprekend, dat deze aangelegenheid ook de aan dacht van het college getrokken heeft en het verleden, waarop de heer Juten doelde, ook voor het college een aansporing te meer is om nauwlettend toe te zien. Zooals spreker echter reeds opmerkte, is het bedrag van f.225,geen voorschot op salaris, maar een voudig een eerste betaling van verrichte werkzaamheden, zooals wel meer gebeurt bij werken, welke door niet financieel krachtige menschen zijn aangenomen. Haar sprekers meening moet men zich ten deze dan ook voor overdrijving hoeden. Wat het vermelde tekort van f.100,betreft, gelooft spreker niet, dat men zich daaromtrent veel zorgen behoeft te maken, waar in het accountanterapport vermeld wordt, dat bij een volgende kas opname van dat tekort niets meer bleek. Het onderzoek, dat daar naar alsnog door het accountantsbureau zal worden ingesteld, zal hieromtrent ongetwijfeld de noodige opheldering bron -en. De heer SCHEFFELAaR is van oordeel, dat het geven van een voor schot voor het werk aan den dijk toch niet in orde is. Het is aangenomen werk en daarbij weet men, dat eerst na de vastgestelde termijnen betaling volgt. Het verleenen van voorschot voordat die termijnen verstreken zijn, is absoluut geen usance, zegt spreker, en wanneer het werk zonder die voorschotten niet kan worden uit gevoerd, dan moet het maar aan een meer solvabelen aannemer worden opgedragen. De VOORZITTER wijst or op, dat door dit werk juist weer ver schillende menschen uit de stad aan werk geholpen worden. Boven dien gold het hier betaling van werkzaamheden, die reeds verricht waren. De heer SCHEFFELAaR zegt, dat dit allemaal wel zoo kan zijn, maar dat neemt niet weg, dat bij een aanneming de betalings termijnen zijn vastgesteld en het niet te pas komt, dat door de gemeente reeds betalingen worden gedaan vóór die termijnen ver streken zijn. De VOORZITTER merkt nog op, dat het toch ook bij het voeren van een proces usance is, dat een voorschot aan den advocaat wordt verstrekt. De heer SCHEFFELAAR zegt, dat zulks heel iets anders is. Bij aannemingen is het verleenen van voorschot geen usance, en wan neer de aannemer het werk dan niet kan uitvoeren, moet het werk maar aan een beteren aannemer worden opgedragen. De heer JUTEN is er dankbaar voor, gehoord te hebben, dat deze zaak ook reeds de aandacht had van het college. Hij is echter met het antwoord van den Voorzitter niet geheel voldaan. aIs het juist is, dat het bedrag van f.225,geen voorschot op salaris was, doch betaling van een gedeelte van een aannemingssom,begrijpt spreker niot, hoe de accountant dan komt aan de omschrijving van

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 80