- 12 -
den druk van het gas werkt het heel goed.
De heer BROEKMANS is van meening, dat het "bekomen van slecht
gas heel dikwijls te wijten is nan den slechten toestand, waarin
de binnenleidingen, en mogelijk ook wel eens dienstleidingen, ver-
keeren.
Aanstelling contract-arbeiders.
De heer SCHUYL wijst er op, dat uit het antwoord van B W
blijkt, dat de hier bedoelde contract-arbeiders inderdaad tot de
vaste kern van het personeel behooren. Waar zij bovendien naar
verhouding geheel en al donzelfden arbeid presteeren, is spreker
van meening, dat het in aanstelling gemaakte onderscheid afbreuk
moet doen aan do goede onderlinge verhouding. Hij zou er dan ook
bij B W op willen aandringen, dat de contract-arbeiders, die
reeds 8 jaren en meer in gemeentedienst zijn, een vaste aanstel
ling krijgen.
De heer BEKKER zegt zich bij het gesprokene van den heer Schuyl
te kunnen aansluiten. Spreker meent trouwens, dat een regeling
hieromtrent is opgenomen in het ambtenarenreglement, en deze zaak
dus vanzelf in orde komt, als dat reglement is vastgesteld.
De heer DIELISSEN sluit zich ten deze aan bij de vorige sprekers
Incasseering.
De heer VAN KAAI.; dringt aan op een betere controle, daar deze
momenteel niet goed geregeld is.
De heer VERLINDEN is het hiermede eens.
Wethouder MEERBACH zegt,dat deze kwestie de aandacht van B W
heeft en te gelegener tijd hieromtrent nadere voorstellen zullen
worden gedaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de begrooting van het gas
bedrijf hierna, ongewijzigd vastgesteld.
Keuringsdienst voor slachtdieren en vleesch.
De heer VAN HASSELT zou hetgeen hij hieromtrent ter sprake
wil brengen, in besloten zitting willen doen.
Wethouder MEERBACH zegt hiertegen bezwaar te moeten maken.
Spreker ziet niet in, waarom een besloten zitting noodig is, daar
het hier een zuiver za.kolijke aangelegenheid betreft.
Daar het voorstel van den heer van Hasselt om deze kwestie in
besloten vergadering te behandelen, door meerder® leden wordt
gesteund, wordt goedgevonden deze besloten zitting te houden na
afhandeling der begrooting.
De begrooting van den keuringsdienst voor slachtdieren en
vleesch wordt hierna ongewijzigd vastgesteld.
Dienst der gemeentewerken.
Markiezen gebouw gemeentewerken.
De heer JUTEN is van meening, dat het aanbrengen van deze mar
kiezen geenszins noodig is.
De VOORZITTER is van dezelfde meening, doch gelooft dat overi
gens met verwijzing naar het antwoord van B W ten deze volstaan
kan worden.
Aanstelling tijdelijk kantoorbediende.
De VOORZITTER deelt mede, dat do hier bedoelde aanstelling van
een tijdelijk kantoorbediende slechts voor 3 maanden geldt.
De heer JUTEN heeft gelezen, dat deze benoeming geschied is
met het oog op het in orde brengen van het archief. Naar zijn
meening moet echter dergelijk werk geschieden door iemand van
het vaste personeel der administratie, want wanneer dit door
dezen tijdelijken bediende gedaan wordt, en deze verdwijnt dan
weer na drie maanden, dra zal men nog niet veel verder zijn en
nog niet eens goed weten, waar alles is ondergebracht. Ook vroe
ger is door den directeur al aangedrongen op aanstelling van een
hulpkracht voor het bijwerken van het archief, doch B W zijn
toen steeds uitgegaan van het standpunt, dat zulks behoorde te
geschieden door iemand van het va.ste personeel. Desnoods zou
aan dezen den voor zijn eigen werk een tijdelijke hulp gegeven
kunnen worden, zooals vroeger ook gebeurd is.
Wethouder DE MOOR zegt, dat door den directeur van gemeente
werken verzocht werd om een hulpkracht, teneinde het archief van
den dienst volledig te kunnen ordenen. In verband met de belang
rijkheid van dit archief en het daardoor gemakkelijker werken
van den dienst, hebben B W gemeend daarop te moeten ingaan en
werd tot aanstelling van een tijdelijke kracht over gegaan. De
ordening van het archief zelf is echter niet asn dezen opgedragen