- 8 -
Wethouder MUSTERS wijst op de circulaire, welke omtrent deze
kwestie van den minister gekomen is, en waaruit blijkt, hoe een
dergelijke cursus moet worden ingericht.
De heer FRANKEN zegt, dat het schrijven als door den heer Mus
ters aangehaald, reeds van 4- Februari in zijn bezit is. Spreker
is het er mee eens, dat in deze afgewacht moet worden wat door
de betrokken vrouwenvereeniging zal worden gedaan.
De heer BEKKER is het niet eens met de vorige sprekers. Naar
zijn meening is de subsidie-aanvrage van deze stichting bedoeld
voor het werk der stichting in het algemeen, waartoe o.a. behoort
het in stand houden van het S.K.Huis, alhier. Daarvoor wordt ook
in vele andere gemeenten de subsidie verleend.
De heer SCHUYL zegt zich in de commissie te hebben uitgesproken
voor deze subsidie, omdat die tot doel had: het organiseeren van
huishoudcureussen voor dienstboden. Dit is eohter heel iets
anders dan de heer Bekker hier naar voren brengt, en in welke
richting spreker niet wenscht te gaan. De meening van de regee
ring is om door dergelijke cursussen het algemeen belang der
Nederlandsche dienstboden te dienen, en daardoor den toevloed
van buitenlandsche werkkrachten tegen te gaan, welk standpunt
spreker ten zeerste toejuicht. Hij hoopt dan ook, dat het" initia
tief der zich hiertoe gevormd hebbende vereeniging succes zal
hebben.
Wethouder DE MOOR zegt,dat in verband met deze zaak hier een
dame van het departement van sociale zaken op bezoek geweest is.
Bij die gelegenheid heeft spreker tot in de finesses gevraagd,
wat eigenlijk de bedoeling van den minister was, en daarbij is
gebleken, dat aan zoo'n cursus voorloopig alleen meisjes boven
de 18 jaren geplaatst kunnen worden, die daadwerkelijk dienstbode
zullen worden. Later zal men den leeftijdsgrens waarschijnlijk
nog verlagen. Nu is sprekers bezwaar, dat door deze regeling van
den minister de meisjes, lie als hulp in de eigen huishouding
willen optreden, niet tot een dergelijken cursus worden toege
laten. Daarom zou spreker er bij den minister op willen aandrin
gen, dat ook zulke meisjes, vooral uit groote gezinnen, dien
cursus kunnen volgen.
De heer VAN HASSELT meent, dat het bezwaar van den heer de
Moor wel te ondervangen zal zijn, door bijvoorbeeld de meisjes,
die geen batrekking als dienstbode aanvaarden, de betrekkelijk
geringe kosten van den uitzet te doen terugbetalen.
Wethouder DE MOOR zegt juist aan de afgevaardigde van den
minister te hebben gevraagd, of zulks geoorloofd was, maar daarop
uitdrukkelijk ten antwoord te hebben gekregen, dat dit niet mocht.
De heer VAN HASSELT is het er mee eens, dat dan getro.cht wordt
van den minister ontheffing van deze bepaling te krijgen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten deze zaak
aan te houden en af te wachten hoe de kwestie betreffende het
organiseeren van dezen cursus verloopen zal.
Inkomsten.
Volgnr. 12A. Rente vgn ?eldcn onder hypothecair verband, ver-
strekt voor de met premie gebouwde arbeiders- en bescheiden
middenstandswoningen.
Volgnr. 128. Aflossing van bovenbedoelde gelden.
De heer VAN HASSELT is het niet eens met het antwoord van
B W en is van meening, dat daarin om de zaak heen gedraaid
wordt. Spreker meent te weten, dat er wel achterstand is.
De heer JUTEN is het hiermede eens, en dringt er op aan, dat
hiertegen alsnog de noodige maatregelen zullen worden genomen.
De VOORZITTER zegt, dat een en ander alsnog nader onderzocht
zal worden.
Volgnr. 1^8. Staangeld voor motorrijtuigen.
De heer VAN HASSELT zegt zich niet met het antwoord van B W
te kunnen vereenigen. Z.i. moeten deze inkomsten wel degelijk
voor het bedrag over een vol jaar op de begrooting gezet worden.
De VOORZITTER merkt op, dat het geenszins zeker is, dat na af
loop der pacht in september, er nieuwe inschrijvingen voor het
pachten der parkeerterreinen zullen inkomen.
De heer VAN HASSELT meent, dat de Voorzitter dit toch niet
tevoren kan weten. Naar zijn meening is het hier hetzelfde als
met de inkomsten aan huishuren, die toch ook voor een heel jaar
op de begrooting geraamd worden.