De VOORZITTER zou iedere uitgave tot verbetering van de kiosk
op de Groote Markt willen ontraden, omdp.t het z.i. nog niet zeker
is, dat die kiosk daar zal kunnen blijven staan. Nu n.l. de gevel
van het stadhuis gerestaureerd is, is er van deskundige zijde
reeds op gewezen, dat de kiosk daar niet neer behoort.
De heer BOSCHMAN nerkt op, dat vooral de accoustiek van de
kiosk niet deugt. Waar verbetering hiervan reeds eerder is toe
gezegd, gaat het naar sprekers meening niet aan, dit thans af te
wijzen. Spreker vraagt dit niet voor zichzelf, naar voor anderen.
De heer KIEPE wijst er op, dat jaren geleden klachten over
deze kiosk zijn gekomen betreffende de verlichting en de accous
tiek. De verlichting is daarna verbeterd, doch de kwestie der
accoustiek is niet tot oplossing gekomen.
De heer BOSCHMAN is van meening, dat de gemeentewerklieden zelf
dit ze.akje best kunnen opknappen.
Wethouder DE MOOR zegt toe", dat hij door den dienst van open
bare werken een begrooting zal laten opmaken van de kosten, welke
voor verbetering der accoustiek noodig zullen zijn. Mocht het
echter inderdaad noodig blijken, dat de kiosk daar verdwijnt,
dan wordt een dergelijke verbetering natuurlijk overbodig.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de post hierna ongewijzigd
vastgesteld.
Volgnr. "527. Subsidie burgerlijk armbestuur.
De heer SCHUYL is het niet eens met het antwoord van B W.
De secretaris-penningmeester is overbelast met werk en het bur
gerlijk armbestuur is dan ook van meening, dat er naast den
secretaris-penningmeester een hulp moet komen, die tevens belast
kan worden met de buiten-controle.
De heer SCHEFFELAAR is het volkomen eens met hetgeen in deze
door den heer Schuyl naar voren gebracht werd. Echter moet de
hulp, welke aan den secretaris-penningmeester gegeven wordt,
niet bestaan in een controleur, doch in een administratieve
kracht. Spreker doet dan ook het voorstel om voor hulp aan den
secretaris-penningmeester nog een administratieve kracht bij
het burgerlijk armbestuur te benoemen.
De heer WALDER is van meening, dat het burgerlijk armbestuur
zelf tot het aanstellen van een dergelijke kracht kan overgaan.
De heer BEKKER is het met de heeren Schuyl en Scheffelaar
eens, dat de secretaris-penningmeester overbelast is. Naar zijn
meening zal de aan te stellen hulp zoowel voor administratieve-
als oontrole-werkzaamheden bruikbaar moeten zijn.
De heer FRANKEN is het er mee eens, dat hetgeen door den heer
Schuyl naar voren gebracht is, hard noodig is. Daarnaast zou
spreker echter willen wijzen op de werkzaamheden van de regenten
van het burgerlijk armbestuur, welke ook heel wat toegenomen
zijn. In verband hiermede zou hij willen vragen, of aan deze
personen,bij wijze van eenige vergoeding voor hun vele werk,
niet een presentiegeld kan worden toegekend.
Wethouder MUSTERS is het er volkomen mee eens, dat er hulp
voor controle aan het burgerlijk armbestuur noodig is, daar de
secretaris-penningmeester er geen tijd meer voor heeft. Ook wat
het presentiegeld voor de regenten betreft, is spreker van oor
deel, dat een kleine vergoeding voor de vele werkzaamheden, welke
door de regenten verricht moeten worden, wel op haar plaats is.
De heer VERLINDEN merkt op, dat het toch de bedoeling is om
den te benoemen ambtenaar bij het burgerlijk armbestuur een
tijdelijke aanstelling te geven, want bij vaste aanstelling zou
de raad een de^c-eli ike benoeming moeten doen.
Wethouder MUSTERS zegt,dat het de bedoeling is iemand op
arbeidscontract aan te stellen.
De heer DIELISSEN vraagt om dan geen jong broekje te benoemen.
De heer SCHEFFELAAR is van meening, dat het de bedoeling moet
zijn, dat de te benoemen persoon speciaal een administratieve
kracht is, die tevens gesohikt is om controle-werkzaamheden te
verrichten.
De heer SCHUYL is het ten deze eens met den heer Scheffelaar.
De heer VAN HASSELT zegt zich wel te kunnen vereenigen met
het toekennen van een presentiegeld aan de regenten van het bur
gerlijk armbestuur, omdat het werk, dat deze personen doen, z.i.
over een kam geschoren kan worden met het werk dat de leden der
raadscommissies doen. Waar deze laat sten daarvoor f.1,per ver
gadering krijgen, zou hij ditzelfde bedrag ook willen toekennen
aan de regenten van het burgerlijk armbestuur.