- 38 -
De heer JUTEN zegt,dat ze heel goed geplaatst kunnen worden
over de tramlijn aan den kant van de Zoom.
De heer VAN HASSELT is het in deze volkomen eens met den heer
Juten.
De heer DIELISSEN brengt de wenschelijkheid naar voren van ver
betering der paden in het park, hetgeen z.i. dringend noodig is.
De heer SCHEFFELAAR is van oordeel dat, wanneer de banken aan
de Z.Z.Zoom worden geplaatst, er ook verlichting bij geplaatst
zal moeten worden, zooals ook bij de banken in het oark het geval
is.
Van verschillende zijden wordt de heer Scheffelaar er op gewe
zen, dat in het park ook geen verlichting ie.
De heer BOSCHMAN informeert naar het toezioht in het park, en
vraagt of ook dezen zomer weer enkele parkwachters zullen worden
aangesteld?
De VOORZITTER zegt,dat dit niet in de bedoeling ligt. Hij is
van meening, dat nu afgewacht moet worden, wat de campagne tegen
de baldadigheid bij de jeugd heeft uitgewerkt.
De heer DIELISSEN merkt op, dat de baldadigheid in het park
niet alleen aan de jeugd te wijten is^.
Wethouder DE MOOR stelt voor om a 5 hanken te plao.tsen aan
de Z.Z.Zoom en de overige naar behoefte in het park.
Zonder hoofdelijke stemming gaat de raad hiermede accoord.
De post wordt hierna ongewijzigd vastgesteld.
Volgnr159. Kosten van havensv aar ten, kaa imur ensluizen
en andere waterwerken.
De heer SCHEFFELaaR wijst op den onhoudbaren toestand bij het
Spui en het Arsenaal, en is van meening dat met wat meer te spui
en er tenminste iets aan te verhelpen zal zijn.
De VOORZITTER zegt,dat net deze opmerking zal worden rekening
gehouden.
Volgnr. lbg. Kosten van de geneentereiniging.voor zoover niet
vallende onder hoofdstuk XIII.
De heer VERLINDEN wijst op het nog steeds hangende reorgani
satieplan van den reinigingsdienst. Z.i. is die reorganisatie
dringend noodig. Voor zoover daartoe echter nog niet kan worden
overgegaan, zou spreker toch op voorziening willen aandringen
van aan de belt staande gebouwen, waaronder vooral het lokaal
van den opzichter verbetering; noodig heeft.
De heer JUTEN wil van deze gelegenheid gebruik naken on te
antwoorden op hetgeen door den heer De Moor bij de algeneene be
schouwingen werd naar voren gebracht, en waarbij deze het voor
stelde alsof de leden van het vorig college nu tegen het door
hen zelf in den vorigen raad ingediende reorganisatieplan van
den reinigingsdienst zouden zijn. Daar is geen sprake van, zegt
spreker. Ook nu is hij niet tegen' verplaatsing van de belt, maar
die zaak is niet zoo eenvoudig. Men noet hierbij de geschiedenis,
die zich rond de plannen tot verplaatsing der belt heeft afge
speeld in oogenschouw nemen. Spreker gaat dan de verschillende
pogingen, die ondernomen zijn om tot verplaatsing der belt te
komen na, en wijst er op, dat het terrein van de Kraggen op de
eerste plaats bedoeld was als een stortplaats van vuil, doch
daarbij tevens een gedeelte van het oude terrein nog in gebruik
zou moeten blijven. Het waren ook vooral technische bezwaren,
welke zich tegen een dergelijke reorganisatie deden gelden, en
waardoor het vorig college niet zonder meer tot uitvoering van
dat plan kon overgaan. Wanneer daarvoor een behoorlijke oplossing
gevonden wordt, heeft spreker togen de verplaatsing van de belt
geen enkel bezwaar. Er is dan ook geen sprake van, dat een der
gelijk plan nu door hem zou worden tegen gewerkt.
De heer VAN HASSELT wil onderschrijven hetgeen in deze door
den heer Juten gezegd is, terwijl hij er bovendien op wil wijzen,
dat nog andere plannen naar voron kwamen, waardoor mogelijk een
betere oplossing van deze kwestie verkregen kon worden. In ver
band daarmede was sprekers critiek tegen het voorstel tot ver
harding van den weg z.i. zeer juist.
Wethouder DE MOOR zegt,naar aanleiding van de opmerking van
den heer Verlinden betreffende verbetering van het lokaal van
den opzichter, dat deze daar niet woont en er alleen nu en dan
werkzaamheden moet verrichten. Daar de belt uiteindelijk toch zal
moeten verdwijnen w<aar ze nu is, lijkt het spreker niet wensche-
lijk om thans verbeteringen aan de gebouwen dp.ar aan te brengen.