- 33 - "blijven staan, maar dat van uitvoering van dat gedeelte van het plan toch niets zal komen, omdat de gemeente dat niet kan betalen. De heer VAN HASSELT merkt op, dat het streekplan eigenlijk een troetelkindje van den Voorzitter was. Bij de aanneming van het voorstel tot aansluiting werd hier in den raad reeds gevraagd, of de gemeente er ook weer uit kan treden als zij dit wenschelijk acht, en toen is er door den Voorzitter op gewezen, dat dit naar zijn meening wel mogelijk zou zijn. Later is echter wel degelijk gebleken, dat een uittreden praktisch niet mogelijk is. Spreker heeft bewondering voor den heer De Moor, dat deze zoo tegen z'n eigen gemoed kan spreken, door te beweren, dat aan het uitbreidingsplan niets veranderd is. Spreker blijft er bij,dat van het oorspronkelijke plan niets overgebleven is zooals door den heer Juten reeds is aangetoond. De critiek, welke ten deze dan ook werd uitgeoefend, was wel degelijk een royale en gezonde critiek. De VOORZITTER vraagt wat bij het uitbreidingsplan het cardinale punt was en dan zal men moeten toegeven, dat dit hot geprojec teerde bouwblok was. Dat bouwblok nu is geheel gebleven. De royale opzet wenschte ook het college niet. Daarom is voor wat de hoofd zaak betreft, het plan naar sprekers meening hetzelfde gebleven. De heer VAN HASSELT is het hiermede niet eens. Overigens vraagt spreker, of door B W nu een kom zal worden aangewezen voor wat de bebouwing betreft, waardoor het verleenen van bouwvergunningen bespoedigd kan worden. De heer SCHEFFELAAR zegt, dat het bij de aansluiting aan het streekplan geenszins de bedoeling was, om nu alle bouwaanvragen aan het oordeel van den heer de Casseres te onderwerpen. Wat het uitbreidingsplan betreft, wil spreker daar thans niet verder op ingaan, omdat dit volgende week toch weer aan de orde komt. Wethouder DE MOOR zegt, dat er reeds een bouwkom is, en deze ook precies is aangegeven. Of een uitbreiding van die kom noodig is, kan spreker momenteel niet beoordeelen. Wat het streekplan betreft, wijst hij er op, dat volgens art. 14-0 der gemeentewet de gemeente daar niet af kan. De VOORZITTER wijst er nog op, dat de aansluiting bij het streekplan voor een gemeente als Bergen op Zoom van groot nut is te achten en een voorstelling van de zaak als hieromtrent door den heer Juten is gegeven, niet juist is. Zonder hoofdelijke stemming wordt de poet hierna ongewijzigd vastgesteld. Volgnr. 6l. Kuur van een safeloket. De VOORZITTER zegt deze kwestie nader onderzocht te hebben en te kunnen mededeelen, dat de stukken op het kantoor van den ont vanger, onder diens verantwoordelijkheid, kunnen worden opgeborgen. Spreker is hiervoor dan ook reeds bij van Mierlo geweest. De heer VAN HASSELT wil toch adviseer en om de stukken te re- aliseeren. Zonder hoofdelijke stemming wordt de post hierna ongewijzigd vastgesteld. Volt^rnr. Kosten van onderhoud van het woonwagenkamp. De VOORZITTER wijst er op, dat deze aangelegenheid in de ver gadering van volgende week behandeld wordt, In verband daarmede zou hij dit punt zoolang willen aanhouden. De heer VAN HASSELT zegt zich daarmede wel te kunnen vereenigen. Hij zou echter willen aandringen op verbetering van den toestand aan het woonwagenkamp, omdat die z.i. zoo niet kan blijven. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten. Volanr. 9*5. Aanschaffine: van a) brandbluschmiddelen. b) reddings middelen. De heer VERLINDEN wijst er op, dp.t dit snelbluschapparaat zoo danig js, dat het ook bediend kan worden door personen, die niet bij de brandweer zijn. Iedereen is daarmede dus in staat om direct water te geven. Hij acht een dergelijke snelbluschpomp dan ook buitengewoon practisch en zou het voorstel willen doen om zoo'n pomp aan te schaffen. De heer KIEPE zegt ook niet tevreden te zijn met het antwoord van B W. Hij heeft indertijd de demonstratie van een dergelijke pomp op de Dirago bijgewoond en vernam daarbij, dat de aanschaf- fingskosten slechts f.180,bedragen, hetgeen zeer gering te

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 59