- 29 - vastgesteld. Volgnr.l6. JaarweNden van de ambtenaren en bedienden der gemeente-secretarie, den concierge en de boden en van het kantoor van don gemeente-ontvanger. De heer~JUTEN zegt,dat ook in zijn afdeeling een "bemerking op dezen post is gemaakt, en daarbij naar voren werd gebracht, dat de salarissen en loonen hier nog altijd te hoog zijn, vooral in verband met het levenspeil van 191^. Ook in vergelijking met het particulier bedrijf zijn ze nog altijd te hoog. Spreker wijst op Den Bosch, waar de loonen ook nog pas verlaagd zijn en is van meening, dat ook hier tot verdere verlaging moet worden over gegaan. De VOORZITTER wijst er op, dat reeds meermalen gebleken is, dat de loonen en salarissen hier niet non den hoogen kant zijn. Men moet ook niet vergeten, dat met ingang van 1 Januari j.l. de nieuwe salarisregeling in werking is getreden, waarin reeds een aanzienlijke verlaging der daarvoor in aanmerking komende loonen en salarissen is verwerkt. Door den minister werd zelfs bepaald, dat enkele dier salarissen nog verhoogd moesten worden, omdat ze te laag geacht moesten worden. Waaneer de loonen en salarissen werkelijk aan den hoogen kant zouden zijn, is de regeering er tegenwoordig vlug genoeg bij om op verlaging aan te dringen, en die doorgevoerd te krijgen, B W stellen zich op het standpunt, dat aan de ambtenaren en werklieden een rechtvaardig loon behoort te worden betaald, en zijn van meening, dat de loonen en salaris sen volgens de sinds 1 Januari j.l. in werking getreden nieuwe salarisregeling niet te hoozijn. De heer JUTEN is van meening, dat het begrip rechtvaardig loon heel rekbaar is. Hij wijst er op, dat de regeering zelf ten aan zien van de rijkslocrun wel driemaal per jaar tot verlaging is overgegaan. Overigens is spreker van oordeel, dat men in deze niet met andere gemeenten moet gaan vergelijken, omdat elke gemeente haar ei jn boontjes doppen moet. De heer BEKEER merkt op, dat door den heer Juten is aangehaald dat de regeering wel driemaal per jaar tot loonsverlaging is overgegaan. Naar sprekers meening echter moet men de regeering hierin niet volgen, omdat dit niet in het algemeen belang is. De salarissen der rijksambtenaren zijn thans zeer laag en het is voor velen zeer moeilijk om rond te komen. Spreker is het er mee eens, dat een behoorlijk loon betaald moet worden en kan zich daarom net het betoog van den heer Juten voor verlaging niet vereenigen. De heer SCHUYL wijst er op, dat verlaging van salarissen en loonen een stokpaardje is van de heeren Juten en Becht. Een der gelijke verlaging echter zal leiden tot nog meer verarming en ver sobering. Overigens doet het vreemc aan, dat juist diegenen, die in tijden van hoogconjunctuur met do verhoogingen der loonen in het particulier bedrijf geen gelijken tred hielden, dit thans wel willen doen nu het op verlaging aankomt. Ook hierom verheugt het spreker, dat thans een ander college achter de bestuurstafel zit. Hij kan zich met het antwoord van B V dan ook volkomen vereenigen. Wethouder MUSTERS zegt,dat het den raad bekend is, dat door het in werking treden der nieuwe salarisverordening de salarissen en loonen vanaf 1 Januari j.l. weer verlaagd zijn. Spreker heeft betreffende deze materie gegevens verzameld van een aantal andere gelijkwaardige gemeenten, en daaruit blijkt duidelijk, dat de salarissen en ooner, hier niet aan den hoogen kant zijn, doch integendeel nog steeds bij de laagste behooren. Wat het parti culiere bedrijf betreft, is spreker bij informatie gebleken, dat de loonen van het gemsentepersoneel daar thans niet ver meer boven uit komen. De heer JUTEN merkt op, dat het hier gaat over art.l6 der begrooting en dus niet over de loonen der werklieden, maar alleen over de salarissen der ambtenaren. Wat de opmerking van den heer Schuyl betreft, wil hij er op wijzen, dat het diens stokpaardje is om de loonen en salarissen hoog te houden, niet om het alge meen belang te dienen, doch slechts om daarmede bepaalde groepen van personen te bevoordeelen. Dat spreker de salarissen aan den tegenwoordigen toestand aangepast wil zien, geschiedt in het belang van alle belastingbetalers.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 55