- k -
De heer SCHEFFELaAR merkt op, dat dit uit het stuk niet is op
te maken. Het kunnen ook die van de gasfabriek zijn.
De VOORZITTER zegt,dat de erfpacht van den grond der gasfabriek
later vervalt.
De heer VAN HASSELT had dezelfde bemerking als de heer Scheffe-
laar. Hij zou graag zien, dat voortaan dergelijke stukken in het
dossier ter inzage gelugd worden, waaruit de raad zich volledig op
de hoogte kan stellen, waar de zaak betrekking op heeft Wij hebben
thans niet kunnen zien waar het in deze om gaat en daarom kan
spreker er ook niet direct mee accoord gaan dit stuk voor kennis
geving aan te nemen Het is toch be st mogelijk, dat er door den
raad verschillende bemerkingen over deze aangelegenheid gemaakt
zouden zijn, wanneer uit de stukken gebleken was, waar het hier om
ging. Zooals het thans is, weet spreker voor zich zelf niet zeker,
of met dit schrijven ook niet de grond van de gasfabriek bedoeld is.
De VOORZITTER zegt-dat B W zich daarvan overtuigd hebben en
het hier alleen de gronden van de ambachtsschool betreft.
De heer VAM HASSELT zegt dat dit wel mogelijk is, maar hij heeft
zich daar toch niet van kunnen overtuigen uit de ter inzage gelegde
stukken. Hij hoopt dan ook, dat in den vervolge met zijn bemerking
ten deze rekening zal worden gehouden.
De heer JUTEN is het eens met de opmerking van den heer van
Hasselt, Door B W wordt nu wel medegedeeld, dat het hier gaat
om den grond van de ambachtsschool, doch de raad heeft daar uit de
stukken niets van kunnen zien. Stel nu eens het geval, dat het hier
niet alleen gaat om de terreinen van de ambachtsschool, maar ook
om die van de gasfabriek. Don krijgen we later bericht,dat we van
dat terrein af moeten en wat moet de raad dan beginnen? We kunnen
dan wel een verwijt maken aan B W, maar we schieten daar niet
veel mee op. Spreker is dan ook bang om dit zonder meer voor kennis
geving aan te nemen, daar het don misschien wel eens mis zou kunnen
loopen
De heer VERLINDEN gelooft niet, dat het hier om het terrein van
de gasfabriek gaat. Hij heeft een der vorige vergaderingen er reeds
de aandacht op gevestigd, dat de erfpachtsovereenkomst daarvan in
1939 afloopt en B W verzocht daaraan tijdig de noodige aandacht
te besteden, hetgeen toen door den Voorzitter is toegezegd.
De VOORZITTER zegt intusschen de op deze kwestie betrekking
hebbende stukken te hebben laten halen, en daaruit blijkt duidelijk
dat deze opzegging van erfpacht alleen de terreinen dor ambachts
school betreft. De erfpacht van het terrein der gasfabriek eindigt
pas in 19^0.
f. Pr,A .Ori.ins te Bergen 00 Zoom Berden op Zoon 7 Januari 1916.
Rapport betreffende het chemisch en bacteriologisch onderzoek
van het water der bronnen aan de "Mondafper 3 Januari 1936
gPr.A.Orijns te Bergen op Zoon. Bergen on Zoon 7 Januari 193o.
Rapport betreffendo het chemisch en bacteriologisch onderzoek
van het water der gemeentelijke waterleiding per 3 Januari 193&.
h. Directeur der eeneente-bedri.iven te Eereen 00 Zoon. Bereen-o-n-
Zoom IR Ja^mari~T9^5T~
Overzicht der calorische waarde van het gas der gemeente-
gasfabriek van 1 December 1933 tot en met 12 Januari 1936.
De heer JUTEN wijst er op, dat de raad voorheen van Dr.Grijns
altijd een opgave kreeg betreffende de boven- en de onderwaarde
van het gas. Aan het thans verstrekte rapport betreffende controle
van eigen werkzaamheden hecht spreker niet de minste waarde.
i. G.J.Kools te Bergen 00 Zoom. Bergen op Zoom 27 December 19ZB.
Bericht dat hij om gezondheidsredenen met ingang van 1 Januari
1936 ontslag neemt als lid der commissie t cb wering van school
verzuim.
De heer SCHEFFELaAR stelt voor, den heer Kools dank te betuigen
voor de werkzaamheden, welke hij in deze commissie gedurendo 35
jaren verricht heeft.
De VOORZITTER zegt, dat dit ook in de bedoeling ligt,
jCommissie tot wering van schoolverzuim te Bergen op Zoom. Bergen-
oo-Zoon Januari 19"56.
Toezending van het verslag der commissie over het jaar 1935»
De heer VERLINDEIT zegt bij het lezen van dit verslag zichzelf
te hebben afgevraagd, of dat alleen aan den raad werd toegezonden,
of dat dit verslag wellicht nog onder andere oogen zou komen. Hij
stelde zich deze vraag, omdat in dit verslag een zinsnede voorkomt,
die naar zijn bescheiden meening zeker wereldkundig mag worden ge-