- 1*+ - geruimen tijd tot st.eunverleening aan de werklooze arbeiders moeten zijn overgegaan. M.i. is het vorige college van B W op het einde van zijn zittingsperiode in zijn taak tekort geschoten Immers, het was zijn dure plicht geweest om tijdig er voor te zorgen, dat nieuwe werkobjecten ter uitvoering gereed lagen in aansluiting op de werkobjecten die in uitvoering waren. Dit is niet geschied en toen dan ook het nieuwe dagelijksch bestuur in September met zijn taak begon, stond het al dadelijk voor een zeer moeilijke taak. Het werk raakte op en er was zoo goed als niets in voorbereiding, laat staan gereed om aangepakt te worden» Gelukkig sloeg de nieuwe wethouder van openbare werken dadelijk de hand aan den ploeg en binnen 3 maanden kon hij den raad in een besloten zitting zeer belangrijke plannen ten aarzien van werk verschaffing ontvouwen, plannen waaraan onze nakomelingen ook nog iets hebben, n.l. het rioleeringsplan aan de Antwerpsche- straat, afdoende verbeteringen aan de haven, enz. Ik hoop, dat wethouder de Moor achter deze zaak de noodige spoed zal zetten, dat de minister zijn sanctie kan geven aan dit werkobject, opdat binnen zeer korten tijd een flink aantal werkloozen tewerk kunnen worden gesteld. Wellicht zal hier in den raad de opmerking worden genaakt, dat er op het oogenbijk toch een werkobj'-ct is. Ik geef dit toe, er is een werkobject, n.l. het uitdiepen van de vaargeul. Het is eohter te hopen, dat het werk spoedig kan worden gestaakt en door een nuttiger kan worden vervangen, omdat naar nijn oordeel, het uitdiepen van de vaargeul geld vermorsen is. Zeer belangrijk is echter de vraag, hoeveel werkloozen werken aan het uitdiepen van de vaar geul. Het zijn er 70 a 80, die daar te werk zijn kunnen worden gesteld. Voeg daarbij 20 tewerkgestelden aan de ontwaterings- werken aan het waterschap in het Westland onder Steenbergen, dan komt men tot het getal van 100, zegge en schrijve 100 arbeiders, en dat op een getal van ongeveer lbOO werkloozen. De overige werkloozen zijn aangewezen op steun, mot als gevolg een abnor maal laag inkomen, terwijl de gemeenschap er niets aan heeft, nu niet en in de toekomst niet. Met genoegen heb ik kunnen oonstpteeron, dat de centrale werkplaats voor jeugdige werkloozen idag j.l. in bedrijf is gekomen. Gelukkig zal dus binnen afzienjaren tijd aan een 100- tal jeugdige werkloozen een nutti i bezigheid kunnen worden gegeven. Ik gun het die jongens van eanscher harte, dat zij iets te doen krijgen, want ik vind het al ers: genoeg, dat velen van hen tot op den dag van vandaag niet eens de kans hebben gehad om aan werken te denken, laat staan te kunnen komen. Ik zou nu van de werkloosheid zijn afgestapt, were het niet, dat ik nog even had willen wijzen op een groote onbillijkheid in het werk- loozenvraagstuk. Tot nu toe is steeds de helpende hand toege stoken aan den werknemer, die werkloos is geworden. Aan hun lot worden echter overgelaten de werkgevers, die door de tijds omstandigheden alles hebben verloren en tenslotte de werkplaat sen hebben moeten sluiten of hun zaak hebben zien failleeren. Er zijn mij gevallen bekend, ook hier in Bergen op Zoom, dat een werkgever van een welgesteld burger tot den bedelstaf is gekomen. Alle have en goed werd op het spel gezet om het bedryf voor den ondergang te behoeden, maar helaas, ook hier liet de crisis zich gelden. Voor die categorie van menschen bestaat er geen steunregeling, en geen werkverschaffing, zij zijn aan gewezen op het burgerlijk armbestuur. Ik hoop van ganscher harte, dat de regeering spoedig plannen zal beramen om ook die menschen de helpende hand toe te steken en ik vraag met aandrang aan het college van B W om bij bevoegder instantie deze materie onder de aandacht te willen brengen. Mijn standpunt ten aanzien van de salarissen van ambtenaren en werklieden in dienst der gemeente heb ik al eens nader uit eengezet. Ik behoef U niet meer te zeggen, waarom ik de meening van enkele leden, als zouden de salarissen van ambtenaren en werklieden te hoog zijn, niet kan deelen. De overheid dient het particuliere bedrijf niet voor te gaan op den weg die leidt naar meerdere verarming der bevolking. Verlaagt men de salaris sen, dan vallen de zwaarste klappen bij den middenstander. Ik weet wel, men zal mij tegenwerpen, dat de ambtenaren toch niet in eigen stad koopen en al datgene, wat zij noodig hebben, koo- pen rechtstreeks van den producent met passeering van den midden- 4

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 40