- 6 -
Ik heb het ten zeerste toegejuichd, dat men een eenheidsfront
van alle Katholieken wenschte. De bedoelingen zijn eerlijk geweest
en ik kon mij dan ook direct daarbij aansluiten,omdat ik weet hoe
zeer Bergen op Zoom een eenheid noodig heeft. Dat de pogingen om
een eenheidsfront te krijgen, mislukt zijn, is in de eerste plaats
de schuld der houding van de werknemers en op de tweede plaats de
houding van den heer Boschman, die zelf lijsttrekker wilde worden.
Ik vind het zeer jammer, dat het zoo geloopen is. Het resultaat van
de versnippering kan niemand bevredigen. Voor een goed en krachtig
bestuur is het noodig, dat er geen wantrouwen bestaat tusschen de
gekozen Katholieken onderling. En wantrouwen is er. Van den heer
Boschman had ik zeker verwacht, dat hij samenwerking gezocht zou
hebben. In de eerste vergadering van den raad in 1935, na de Nieuw
jaarsrede van den Voorzitter, dankt de heer Boschman hem voor de
wenschen en zegt verder: "waar het Dag,Bestuur vooral den laat sten
tijd toont meer en meer te willen gaan doen voor alle ingezetenen,
hoopt spreker dat de samenwerking van laigen duur zal mogen zijn"!
En dit zegt de heer Boschnan namens de R,K.raadsfractie, welker
leden voor het meerendeel eenige maanden later een strijd op leven
en ö.ood tegen het zittende dagelijksch bestuur aanbinden. Dit zijn
inconsequenties,kijnheer de Voorzitter! Het wantrouwen moet worden
weggenomen en indien er iemand is, welke die taak op zich wil nemen
en de versplintering tusschen de Katholieken kan teniet doen, hij
zal kunnen rekenen op den dank van alle goedwillende burgers.
Over het optreden van het tegenwoordige Dag.Bestuur kan ik tot
nu toe alleen dit zeggen, dat het blijken heeft gegeven meer te
willen doen voor den middenstand dan ooit verkregen is. Met ver
schillende middenstands—commissies zijn zeer vruchtbare besprekin
gen gehouden. Er is neer contact dan vroeger en de middenstand
volgt met belangstelling de verdere daden'van dit college. Zeer
belangrijk werk kan door de commissie voor snneering in het winkel
bedrijf worden verricht. Een moeilijke taak is het, die de commis
sie te vervullen heeft, moeilijker taak dan ooit een commissie
heeft gekregen en ik hoop, dat de samenwerking van dien aard zal
zijn, dat eene, voor alle groepen der burgerij bevredigende oplos
sing zal worden verkregen. Dat de middenstand geholuen wordt is
NOODIG. In het maandschrift "Economie" schrijft Prof.Kaag in het
Februari-nummer het volgende:
"Terwijl de grootonderneming in N.V.-vorm er in slechte jaren toe
over kan gaan het dividend op de aandeelen te verlagen of te pas—
seeren, staat de middenstander voor vaste kapitaallasten. Het
tribuut aan het kapitaal heeft voorrang boven de vergoeding van
zijn eigen arbeidsprestatie. De betrekkelijke soliditeit van het
middenstandscrediet wordt dan ook dikwijls gekocht mot groote
"persoonlijke offers, niet alleen van henzelf maar ook van zijn
familieleden. Bestond hier niet dikwijls een zoo hooge opvatting
"van zakeneer, nauw verbonden aan familie-eer, veel leed dat nu
"verborgen blijft, ware aan de oppervlakte gekomen, veel deconfi
tures, die thans door het bijspringen van familieleden zijn voor-
komen, waren een feit geworden. De meaning, welke onder sommige
^groepen heerscht, dat in deze tijden de middenstand goede zaken
maakt ten_koste van de consumenten, is zeker onjuist en van harte
onderschrijven wij de verklaring van den voorzitter van den
Middenstandsraad, Mr.Baron van Rijnbergen: "Ook de middenstand
"beleeft zware tijden".
Ik wil echter de taak der commissie niet vooruit loopen, er zal
nog wel eens gelegenheid komen om daar meer over te zego-en.
Zeer veel belangstelling zal ik voor do grootsche plannen van
den wethouder van openbare werken hebben. Ik hoop, dat hij met de
medewerking van den raad zal slagen.
Over de begrooting zelf zal ik niet veel zeggen: er is danig
bezuinigd om de begrooting kloppend te krijgen zonder dat nieuwe
lasten aan de burgerij zullen moeten worden oogelegd. Het totaal
der^ schulden is per 1 Januari 1936 f.280.000,— hooger den het
vorige jaar en de jaarlijksche aflossingen zijn f.10.000,— hooger.
Maar als men nagaat, dat in 1935 e^n leening is gesloten van
f.400,000, waarvan nog een bedrag noodig is voor uitbreiding
der Oranje Nassaukazerneterwijl flinke bedragen besteed zijn
voor aankoop van gronden, het maken van een nieuw archief, enz.
dus gelden met een zeer nuttig effect, dan geloof ik wel dat, hóe-
wel voorzichtigheid zeker geboden is, de totale schuld der gemeente
niet te hoog is. Vooral als men bedenkt wat de laatste jaren is