- 2k -
Becht bedoelde commissie met een lid te doen uitbreiden, maar
gelooft niet dat het goed is om den heer Musters dit voorzitter
schap op zich te laten nemen. Daar de heer Musters ook voorzitter
is van het burgerlijk armbestuur, zou hij hierdoor in een moei
lijke positie kunnen komen.
De heer BECHT ziet dit niet in. Het standpuntdat de heer
Musters in de oommissie tot steun aan hoveniers inneemt, kah hij
even goed verdedigen bij het burgerlijk armbestuur, Bovendien
blijft hij dah ook geregeld op de hoogte.
De heer VERLUIDEN kan zich met den gedacht engang van den heer
Becht omtrent een commissie van vier leden heel goed vereenigen,
maar hij is het ook met den Voorzitter eens, dat de heer Musters
door vervulling van beide functies, wel eens in moeilijkheden
zou kunnen komen. Spreker zou daarom nu nog geen beslissing willen
nemen, maar dit willen aanhouden tot de volgende vergadering,opdat
een en ander eerst eens nader overwogen kan worden.
De heer BR0EKHAN3 vraagt, of met den heer Musters nog niet
over deze kwestie gesproken is, en wat deze er zelf van denkt.
Wethouder MUSTERS zegt de vergaderingen der commissie toch
reeds bij te wonen en dus op do hoogte van den gang van zaken
te blijven. Persoonlijk heeft spreker er geen bezwaar tegen om
het voorzitterschap van deze commissie op zich te nemen, al rag
hij liever, dat do raad er iemand anders voor benoemde. Spreker
zal zijn belangstelling voor deze commissie toch niet verliezen.
De heer BEXKER is van mcenlng, dat de heer Musters in een
scheeven toestand zal komen, wanneer hij als voorzitter van het
burgerlijk armbestuur ook nog voorzitter van deze commissie wordt.
De heer FRANKEN acht dit voorstel, dat in de commissie grondig
besproken is, het meest aahbevelenswaardig. Z.i. is er geen
enkel bezwaar tegen, dat de wethouder van sociale zaken zoowel
voorzitter van het burgerlijk armbestuur als voorzitter van deze
commissie is.
De heer BECHT begrijpt niet, welk bezwaar er tegen het benoe
men van den heer Musters tot voorzitter dezer commissie kan be-
staan, waar de heer Musters er toch zelf ook geen bezwaar tegen
he e f t
De heer JUTEN zegt zich volkomen net hot voorstel van den heer
Becht te kunnen vereenigen om deze commissie met een lid uit te
breiden en den heer Musters daarin to benoemen, die dan tevens
het voorzitterschap op zich kan nemen. De heer Musters immers
heeft vroeger ook altijd in deze commissie gezeten en kent de
nooden van deze menschen zeer goed. Dat vroeger de wethouder van
sociale zaken geen voorzitter dezer commissie was, komt omdat do
toenmalige raad spreker ale voorzitter daarin benoemde, ofschoon
het toen misschien ook beter geweest was, dat de voorzitter van
het burgerlijk armbestuur die functie had waargenomen.
De heer BROEKMANS merkt op dat, als het college van oordeel
is, dat de heer Musters deze functie niet kan waarnemen op grond
van een andere functie, men dit ook zou moeten doorvoeren voor
de andere commissies.
De heer BOSCHMAN zegt reeds vroeger met den heer Musters over
deze aangelegenheid te hebben gesproken. Deze deelde toen mede,
dat hij liever als belangstellende de vergaderingen dor commissie
bleef bijwonen. Nu spreker echter vah den heer Musters gehoord
heeft, dat deze geen be zwaar heeft tegen de benoeming, kan spreker
er zich best mee vereenigen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna om de com
missie tot steun aan hoveniers met één lid uit te breiden, en
daardoor het aantal leden te bepalen op vijf met inbegrip van
den voorzitter.
Hierna wordt overgegaan tot stemming voor de benoeming van
een lid-voorzitter der commissie tot steun aan hoveniers, waar
bij worden uitgebracht op de heeren:
Musters 1? stemmen
Juten 3
blanco 2
zoodat benoemd is de heer Musters, die op de desbetreffende
vraag van den Voorzitter verklaart die benoeming te aanvaarden.
De VOORZITTER schorst hierna de openbare vergadering, waarop
de raad in besloten zitting overgaat.