hebben in het college en waar dit hier mededeelt, dat het slechts een formeele beslissing is, waardoor de raad nog niet definitief aan het plan is gebonden, heeft spreker er geen bezwaar tegen op het voorstel van B W in te gaan* De heer JUTEN merkt op, dat het juist een groot gevaar is, dat we met het thans aannemen van een der plannen, daaraan ook later gebonden zullen zijn. De heer BEKKER zegt, dat van de zijde van B W toch duidelijk is naar voren gebracht, dat de raad niet definitief gebonden is aan het plan, hetwelk nu zou worden aangenomen. De heer JUTEN zegt, dat dit voor hem nog een groote vraag is. De heer SCHEFFELAAR zou uitstel van den termijn willen vragen aan de regeering, teneinde het bouwverbod te kunnen handhaven. De VOORZITTER zegt,dat dit niet mogelijk is. De heer VERLINDEN zou het college willen uitnoodigen dit punt eerst in besloten zitting te behandelen. De zaak kan dan nog nader worden toegelicht en bekeken en misschien kan dan daarna nog een der plannen door den raad worden aangenomen. De VOORZITTER zegt zich met het voorstel van den heer Verlinden wel te kunnen vereenigen. De heer JUTEN is het niet eens met het voorstel van den heer Verlinden. Hij handhaaft zijn voorstel om deze zaak voor 3 maan den aan te houden. Daar het voorstel van den heer Juten voldoende gesteund wordt, brengt de VOORZITTER dat in stemming, Waarbij het wordt aangenomen met 10 - 9 stoma. in. Vóór stemden de heeren Broekmans, Demmers, Sche ff el aarBe cht Boschman,Juten,Kiepo,van Hasselt,van Kaam en Kruize. Tegen stemden de heeren Franken,Bekker,Schuyl,Verlinden,Meer- bach,de MoorDielissen,Walder en Musters. De heer JUTEN merkt op,dat het wel wenschelijk is, alvorens deze plannen opnieuw in den raad te brengen, en ook bij eventueele andere plannen van dergelijken aard, den raad daarvan eerst kennis te laten nemen in petit comitó. Wethouder DE MOOR zegt daar geen bezwaar tegen te hebben. XIV. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN VOORSCHRIFTEN. WAAROP WERK- LOOZEN. DIE TEWERKGESTELD ZIJN BIJ DE WERKVERSCHAFFING OF DIE STEUN TREKKEN. BIJ EEN ZIEKENFONDS AANGESLOTEN KUNNEN ZIJN. (Verzameling 193& nr.9.) De heer FRANKEN juicht dit voorstel van harte toe. Hij wil slechts wijz©n op een kleine redactiewijziging, welke dient te worden aangebracht. Er wordt in het voorstel n.l. enkele malen gesproken van het Bredasche Diocesane Werkliedenverbond, dit moet zijn: de Bredasche Diocesane Werkliedenbond. De VOORZITTER zegt, dat de door den heer Franken gevraagde redactiewijziging alsnog zal worden aangebracht. De heer SCHEFFELAAR vraagt, of het rijk in deze kosten geen subsidie geeft? Hij heeft dit in de stukken niet kunnen vinden. Overigens merkt spreker op, dat het voorstel zooals het hier gedaan is, niet in de commissie voor steunverleening is geweest. De heer JUTEN zegt zich wel met het voorstel van" B W te kun nen vereenigen, waardoor de ziekenfondsen van gemeentewege ge steund worden. In verband hiermede zou hij echter willen vragen of het niet op den weg der gemeente ligt om te trachten hierdoor eenige medezeggenschap in die ziekenfondsen te krijgen. Door deze bijdrage immers zijn de ziekenfondsen er thans van verzekerd dat zij hun contribution binnen krijgen.Bovendien zullen velen, die vroeger voor het lidmaatschap bedankten, thans opnieuw lid worden en is het ook niet uitgesloten, dat het ledental dor fondsen sterk zal toenemen,omdat de gemeente toch een zekere vergoeding in de kosten van het lidmaatschap geeft. Wanneer we nu van gemeentewege een bestuurslid in die ziekenfondsen konden hebben, dan zouden we daarmede ook eenige controle hebben over de finan ciën en kunnen we stroJce ook nagaan, of die fondsen, in verband met die financiën, niet iets meer zullen kunnen gaan doen voor de bij hun aangesloten leden. Misschien zou het dan mogelijk worden in de toekomst de aangeslotenen voor rekening van de fond sen in de ziekenhuizen te doen opnemen en verplegen; het voordeel voor de gemeente zou dan in de toekomst wel eens kunnen zijn,dat we door het verstrekken van deze subsidie een zekere ontlasting

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 21