- 19 - Wethouder DE MOOR wijst er op, dat het alleen de bedoeling is met deze voorstellen om te kunnen voldoen aan den termijn van een jaar, welke morgen verlooptWanneer deze besluiten genomen zijn, heeft de raad nog 6 maanden den tijd om het uitbreidingsplan definitief vast te stellen. Immers moet het eerst cïrTo rnanndoh ter inzage gelegd worden voor belanghebbenden, die er hun bezwar- ren tegen kunnen indienen, en daarna moet de raad die bezwaren behandelen en het plan opnieuw ter inzage worden gelegd. Goed bezien doet de raad dus door het aannemen dezer voorstellen niets anders dan een voorloopige beslissing nemen en krijgt hij na ver loop van 6 maanden de gelegenheid on de plannen definitief vast te stellen. Neemt de raad de voorgestelde beslissing thans niet, dan is het door den raad op 1 Februari van het vorig jaar genomen besluit betreffende de bouwvergunningen waardeloos geworden over eenkomstig artikel 36 en kan er dus weer gebouwd worden zooals men wil. Dan is ook alles wat tot nu toe te dezer zake gedaan is, voor niets gedaan. Door thans een van de voorgestelde plannen aan te nemen en ter inzage te leggen, wordt dus formeel aan de wet voldaan, terwijl de raad toch vrij blijft om het plan zoodanig te wijzigen als hij zelf verkiest. De heer VAN HASSELT zegt het in deze ^eheel eens te zijn met den heer Juten. Hij wijst er bovendien op, dat aan den raad 3 ver schillende plannen zijn aangeboden, en men dus eigenlijk niet eens weet, om welk plan het nu gaat. Door het aannemen van dit voorstel zou de raad zich naar sprekers meening dan ook belachelijk maken. Het gaat toch maar niet aan, dat de raad ieder plan moet slikken zooals het aahg&boden wordt, terwijl de leden niet eens de gelegen heid gehad hebben om het in te zien. Het kan best gebeuren, dat de leden van den raad geheel andere ideeën omtrent deze plannen hebben. Wat zullen we er aan hebben om nu een plan ter visie te leggen, terwijl de raad zelf niet van plan is zich aan dat plan te houden. Er zullen dan veel bezwaren inkomen, en heel wat onrust teweeg gebracht worden,terwijl tenslotte de raad misschien een geheel ander plan zal vaststellen. Daarmede kunnen we ons slechts belachelijk maken, zegt spreker, en daaraan kan hij zijn stem dan ook niet geven. Nog veel minder is dit het geval betreffende het plan van den Ant werp schenst raat weg, dat hier voor den aanvang der vergadering op de tafel is gedeponeerd en waarvan we heelemaal niets weten. De VOORZITTER is van meening dat de raad zich praktisch toch aan geen enkel plan bindt door nu een besluit te nemen. Het be treft hier z.i. slechts een formaliteit om aan de wet te voldoen. De heer BROEKMANS is het eens met de he eren Juten en van Has selt, dat de leden van den raad thans niet eens weten om welk plan het nu eigenlijk gaat. Hij zou het wel wenschelijk achten, dat de voorgelegde plannen eerst door den raad in petit comité' werden behandeld, waarbij dan de noodige toelichting verstrekt zou kunnen worden door den directeur van openbare werken. De heer VERLINDEN is het er ook mee eens, dat de raad niet voldoende gelegenheid gehad heeft on zich van deze stukken op de hoogte te stellen. Aan den anderen kant is hij het er moe eens, dat B W hiermede in moeilijkheid zitten, omdat dit besluit voor morgen moet worden genomen. In een vorige vergadering is door den heer van^Hasselt nog naar het plan betreffende de Moer straat schebaan geïnformeerd en B W hebben dan ook alles gedaan om het nog tijdig in den raad te kunnen brengen. De heer KI&Püj wijst er op, dat niet alleen de commissie voor openbare werken niet gehoord is, maar dat deze ook niet eens goed weet, over welk plan het nu gaat. Nu komt men wel met de opmer king dat, als er nu geen beslissing genomen wordtdaardoor het bouwverbod wordt opgeheven, maar spreker beschouwt dat slechts als een stok achter de deur, waardoor de raad zich niet bang be hoeft te laten makenImmers bouwvergunningen worden maar niet zoo direct gegeven, dat weet iedereen wel. De heer VAN KAAM acht het ook beter deze zaak aan te houden tot de raad haar behoorlijk heeft kunnen bestudeeren. De heer JUTEN zegt graag de opmerking van den heer Broekmans te onderschrijven om de plannen in petit comité door den directeur van openbare werken te doen toelichten. Dat er thans naar wille keur gebouwd zou worden, is naar sprekers meening iets, waarvoor de raad niet bang behoeft te zijn, want bij den dienst van gemeen tewerken is men handig genoeg om dergelijke bouwaanvragen zoo

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 19