- 18 -
De heer VAN HASSELT merkt op, dat uit de raededeeling van den
wethouder van sociale zaken blijkt, dat inderdaad die post voor
werkverschaffing van f.100,000,tot f.80.000,kan worden
terug gebracht. Immers, de heer lusters wees er op, dat gedurende
de afgeloopen vijf maanden slechts f,l600,—- per week was uit
gegeven. Wanneer men dat even optelt, dan zl t men, dat er slechts
zeer weinig afging en dat de post best met 1 5 kan worden vermin
derd, temeer daar in de zomermaanden minder werkverschaffing noo-
dig is. Spreker gelooft dan ook, dat het tekort van f.20.000,
voor dezen post wel met f.4-000,kan worden verminderd. Ook den
post van f.3000,voor het feest kunnen we gerust schrappen, om
dat alleen feest gevierd moet worden als er geld voor is. Wat de
vergoeding voor het onderwijs betreft, is spfeker van meening, dat
de regeering daaromtrent ook gauw genoeg van meening kan verande
ren. temeer wanneer men nu ziet hoe ook ged,staten in een korden
tijd hier anders over zijn gaan denken. Spreker blijft dan ook
van meening, dat het de beste weg is om het voorstel terug te
nemen en nog eens rustig te bekijken op welke wijze het tekort
gedekt kan voorden zonder belastingverhooging en daardoor te voor
komen, dat de menschen, die al voor zulke zware lasten zitten,
nog zwaarder getroffen worden.
De SECRETARIS wijst er op, dat de berekening van den heer van
Hasselt betreffende die vermindering van den post voor werkver
schaffing met f.4-000,niet juist is. Spreker licht dit met cij
fers nader toe. Ook moet er rekening mee gehouden worden, dat meer
steun moet worden uitgekeerd, wanneer er geen werkverBchaffing is,
De heer BECHT is van meening, dat de raad zelf de schuld heeft,
dat er hier steeds nota's van aanmerkingen uit Den Bosch en Den
Haag komen. Wanneer we het daar duidelijk kunnen maken, dat we
hier best zelf onze financiën kunnen regelen en we zouden zeggen:
zoo en zoo gebeurt het en anders moet uw college de verantwoor
ding maar dragen, dan gelooft spreker, dat we wel wat anders te
hooren zouden krijgen. Op het oogenblik loopen echter B W en de
raad maar steeds de uitgaven achterna. Inplaats van een reserve
te kweeken, waardoor we posten als deze kunnen opvangen, moet er
thans steeds naar nieuwe middelen gezocht werden en komt het ten
slotte neer op de belastingbetalers. Inplar.ts van de salarissen
op het juiste peil te brengen en bijvoorbeeld den directeur van
het slachthuis een salaris te geven van f.3600,laat men dat
op f.4-600,staan. Dat ziet men in Den Bosch en Den Haag ook wel
zegt spreker, en daarom komen z.i. dan ook telkens die aanmerkin
gen.
De heer SCHEFFELAAR wijst er op, dat uit de stukken niet ge
bleken is, dat bij de bedrijven onderzocht is of de gedane uit
gaven over de verloopen 5 maanden kloppen met de posten daarom
trent op de begrooting, Waar sprekers meening kan zulks eerst
worden nagegaan,wanneer het voorstel nu wordt teruggenomen, en
kan nog eens worden onderzocht, of aan de hand van de tot nu ge
dane uitgaven geen vermindering van verschillende posten mogelijk
is. Het jaar is nu bijna voor de helft verstreken zonder dat de
begrooting door ged.staten is goedgekeurd en z.i, zullen ged.
staten in verband met dit onderzoek tegen een verder uitstel geen
bezwaar hebben.
De VOORZITTER wil er naar aanleiding van de opmerking van den
heer Becht op wijzen, dat er altijd nota's van aanmerkingen op do
begrooting van ged.staten zijn gekomen en ook zullen blijven
komen, onverschillig hoe de tijdsomstandigheden zijn. De heer
Becht moet dit als raadslid toch weten.
De heer BECHT zegt dat dit wel mogelijk is, maar dan moet het
college zelf naar Den Bosch gaan en er op wijzen, dat het geen
verantwoording kan dragen, wanneer men daar alles beter weet.
De VOORZITTER merkt verder op dat, als men bij de bedrijven om
advies moet gaan, of er op de posten der begrooting nog bezuinigd
kan worden, men spoedig te hooren zal krijgen, dat dit onmogelijk
is en diverse posten verhoogd zullen moeten worden omdat verschil
lende noodzakelijke werken niet kunnen worden uitgevoerd.
De heer FRANKEN blijft van meening, dat het 't beste isom het
voorstel naar B W te renvoyeeren en de zaak naar aanleiding van
hetgeen hier naar voren gebracht is, eerst nog eens rustig te be
kijken.